4. Antwoorden op kamervragen van Leijten over het baddrama in de
gehandicaptenzorg
Antwoorden op kamervragen van Leijten over het baddrama in de
gehandicaptenzorg
Kamerstuk, 28 oktober 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2886034
28 oktober 2008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het
Kamerlid Leijten (SP) over het baddrama in de gehandicaptenzorg
(2080802390).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de Tv-uitzending, waarin het baddrama van mevr.
U. te zien is? 1)
Antwoord 1
Dit is een persoonlijk drama voor mevrouw U. en haar familieleden.
Vraag 2
Is dit incident gemeld door de zorginstelling aan de Inspectie? Zo ja,
heeft u zicht op het aantal baddrama's in deze instelling en is een
patroon zichtbaar? Zo neen, waarom niet? Wat gaat u doen met het feit
dat er geen melding van is gemaakt?
Antwoord 2
Ja, de betrokken zorginstelling heeft dit incident bij de IGZ gemeld.
Voor zover bij de IGZ bekend hebben er bij deze zorginstelling geen
andere badincidenten plaatsgevonden.
Vraag 3
Is er in de zorginstelling sprake van onderbezetting van personeel?
Antwoord 3
Nee, er was geen sprake van te weinig personeel.
Vraag 4
Bent u het eens met de uitspraken van de voorzitter van de
oudervereniging KansPlus, de heer W. dat het geld voor de zorg niet
terecht komt bij de zorg zelf? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De heer W. vraagt zich af of er voldoende instellingsgeld aan het
primaire (zorg)proces wordt besteed en wil daarom een parlementair
onderzoek naar de kwaliteit van de zorg in instellingen voor
verstandelijk gehandicapten. Ik raad een dergelijk parlementair
onderzoek af. De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op de
kwaliteit van de zorg. De controle of zorginstellingen de zorg leveren
waarvoor wordt betaald, ligt bij zorg in natura in handen van het
zorgkantoor en bij pgb in handen van de budgethouder. Tegen deze
achtergrond acht ik het niet nodig dat aanvullend een parlementair
onderzoek plaats vindt.
Vraag 5
Bent u nog steeds van mening dat een onderzoek naar ongelukken en
mishandeling in de gehandicaptenzorg niet nodig is? Zo ja, hoeveel
incidenten zijn er nodig voordat u zegt dat er sprake is van
structurele zorg? Zo neen, per wanneer gaat u dit onderzoek (laten)
uitvoeren? 2)
Antwoord 5
Ja. Ik vind het zinvoller menskracht en financiële middelen in te
zetten voor de preventie van ongelukken en mishandeling. Ieder
incident is er immers één te veel.
1) Netwerk, Nederland 2, 8 oktober 2008
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 3226
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport