Berger is naast Arabist zelf jurist, en geef toe dat dit vreemd
klinkt uit zijn mond. `Maar je ziet dat alle partijen momenteel
hun toevlucht zoeken in regels. Moslims vragen zich bij van
alles af: mag dat wel of niet van de islam? Doe ik het wel goed
volgens de regels? Een imam zegt: `Ik mag van de islam de hand
van een vrouw niet schudden'. En de reactie hierop is
politiek-juridisch. Politici willen verboden en geboden. Handen
schudden zou verplicht moeten zijn, vond Verdonk.
Gelaatsbedekkende kleding op scholen mag niet, vindt Plasterk.
Maar het recht is niet bedoeld om het sociale verkeer te
reguleren. Om voor te schrijven wat voor kleren je aan moet, of
hoe je iemand netjes groet.'
Katalysator
Het moet geen zaak van regulering zijn, maar van omgangsvormen,
vindt hij. `Bovendien moeten we ons ervan bewust zijn dat het
vaak gaat over gevoeligheden. En dan is het zinvoller dat we
ons afvragen waaróm mensen zo boos worden als ze een boerka
zien. Waaróm het zo stoort dat een imam een vrouwelijke
minister geen hand geeft. Ook waarom dingen die anders niet
storen, zoals scholen op religieuze grondslag, wel storen als
het om moslims gaat. De islam heeft een katalysatorfunctie in
maatschappelijke discussies. Waarom is dat?'
Islam binnen de dijken
Zijn boekje Islam binnen de dijken, een `gids voor
gemeentebeleid inzake islam, sociale cohesie en
de-radicalisering' is net uit. Hij schreef het in opdracht van
Forum, het instituut voor multiculturele ontwikkeling waar
Ahmed Aboutaleb ooit als directeur zijn publieke carrière is
begonnen. De behoefte aan kennis bij de locale overheden is
groot. Het beleid is immers nog maar in een experimentele fase.
Emotionele dimensies
Berger: `Islam in het westen is mijn vakgebied. Dat is iets
nieuws, het is in flux. Vroeger was de universitaire studie van
de islam interessant maar exotisch. Nu heeft het politieke
dimensies, juridische dimensies, en vooral ontzettend veel
emotionele dimensies. Dat maakt mijn werk zo complex, en zo
leuk. Je kunt wel heel afstandelijk en neutraal onderzoek
willen doen, maar het is wel onze maatschappij. Iedere
onderzoeker kan daar natuurlijk zijn eigen ideeën over hebben,
maar ik vind dat je er iets mee moet. Dat je die
maatschappelijke verantwoordelijkheid hebt.'
Afbeelding: De Rotterdamse Mevlana-moskee (2001, architect Bert
Toorman). De inwoners van Rotterdam verkozen deze moskee in
2006 tot mooiste gebouw van hun stad, in een publieksverkiezing
georganiseerd door het City Informatiecentrum. De Erasmusbrug
werd met een miniem verschil tweede. Bron : Rotterdam.punt.nl
Spanningsveld
Het brengt natuurlijk een spanningsveld met zich mee. Loop je
als wetenschapper niet het gevaar vooral met leken in discussie
te zijn over maatschappelijke hete hangijzers, in plaats van
met je vakgenoten, over nog onopgeloste wetenschappelijke
problemen? Niet noodzakelijkerwijs. Wel ziet Berger dagelijks
de mismatch tussen de vragen van verschillende maatschappelijke
spelers - wetenschappers, moslims, journalisten, verontruste
politici en burgers.
Dagelijkse beleving
Onderzoekers van de westerse islam doen bijvoorbeeld heel veel
onderzoek naar de dagelijkse beleving van de religie bij grote
groepen moslims, vertelt hij. `Hoe doen die moslims dat hier in
het westen, nagenoeg zonder religieuze autoriteiten? Hoe lossen
ze dat op? What makes them tick? Maar voor dat soort onderzoek
is maatschappelijk nauwelijks belangstelling. Het haalt de
krant niet. Bijna alle vragen van journalisten gaan over
incidenten met moslims, en volgen allemaal het stramien "wat
zegt de islam daarover?" Dat is veelzeggend, want het
suggereert dat het allemaal aan de islam ligt. Ik kan
natuurlijk keurig antwoord geven, maar ik ga liever in
discussie met de journalist over de wijze waarop hij zijn vraag
stelt. En ik heb de indruk dat ze dat waarderen, dat ze
daardoor zelf ook scherper gaan kijken.'
Aberraties
Wat, zo zegt Berger, onderzoekstechnisch ook heel interessant
is, is het salafisme. Dat is een zeer streng
fundamentalistische stroming die een terugkeer naar de zuivere
waarden van de islam propageert. Berger: `Hoe wordt binnen die
beweging theologisch gedacht? Wat zijn de argumentaties? Hoe
gaan ze om met de bronnen? Dat vinden wij islamwetenschappers
interessant. Het is ook maatschappelijk en politiek relevant,
kijk maar naar de aandacht die het onderwerp krijgt van de
Kamer, de AIVD, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.
Maar hoe groot is het fenomeen in werkelijkheid? Veel moslims
hebben bij dit soort interesses de klacht dat het altijd weer
over de aberraties gaat, en nooit eens over gewone mensen.'
Afbeelding: Juli 2008: De Britse opperrechter Lord Phillips
zegt in een speech dat er geen reden is waarom principes van de
sharia niet inpasbaar zou kunnen zijn in het Britse recht
binnen mediation of andere alternatieve vormen van
geschillenbeslechting. Bijvoorbeeld bij familiezaken als
echtscheidingen en conflicten rondom financiële transacties.
Hij steunde hiermee de aartsbisschop van Canterbury, die
hetzelfde standpunt huldigt. Het leverde in beide gevallen een
storm van kritiek op.
Islamitische rechtbanken
Laatste voorbeeld: de behoefte van Nederlandse moslims om zaken
volgens het islamitische recht te regelen. Berger: `In de
Canadese staat Ontario was sprake van sharia-rechtbanken, in
Engeland bestaan ze al. Dat is een onderwerp waarnaar ik
onderzoek doe. Het gaat dan vaak over huwelijksproblemen en
echtscheidingen. Die rechtbanken passen wel binnen het
Angelsaksische rechtssysteem, dat mogelijkheden biedt voor
arbitrage in huwelijkskwesties. In Nederland is dat niet
toegestaan. Mij is onbekend dat onder Nederlandse moslims
behoefte zou bestaan aan dergelijke rechtbanken. Voor zover
moslims in Nederland de behoefte hebben zaken volgens
islamitische voorschriften te regelen, passen ze dat in
bestaande Nederlandse juridische structuren. Die mogelijkheid
biedt het recht vaak ook. Het testament biedt bepaalde
vrijheden, net als een samenlevingscontract of een financiële
regeling. Toch maken Nederlandse politici en juristen zich
enorm druk om het probleem. Maar als geen enkele moslim vraagt
om toepassing van islamitische regels, waarom moeten juristen
in Nederland daar dan seminars over organiseren?
Maurits Berger bezet de Sultan of Oman Chair of Oriental
Studies. Zijn leeropdracht luidt: Oosterse studiën, in het
bijzonder ter bestudering van de Islam in de hedendaagse
Westerse wereld Berger gaat doceren in de bachelor- en
masteropleiding Islamitische theologie en in de specialisatie
Islam in de bacheloropleiding Wereldgodsdiensten en de
masteropleiding Religious Studies. Hij is arabist en jurist, en
was voor zijn benoeming werkzaam bij Instituut Clingendael. Hij
promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op het
islamitisch familierecht in Egypte. Eerder werkte hij als
journalist, en als asielfunctionaris aan de Nederlandse
Ambassade in Cairo.
Verwante artikelen
+ Maurits Berger hoogleraar Islam in westerse wereld (22
januari 2008)
+ Rol van imam is vooral religieus (13 november 2007)
+ Nieuwe opleiding: islamitische theologie (31 januari 2006)
28/10/2008
Universiteit Leiden