Gemeente Graafstroom
Graafstroom slaat handen ineen bij poging om Landsbanki gelden terug
te krijgen
De gemeenteraad van Graafstroom steunt het college in hun pogingen om
gezamenlijk met overige gedupeerde overheden via juridische acties
Landsbanki tegoeden veilig te stellen.
College en gemeenteraad zijn vanzelfsprekend zeer ongelukkig met de
situatie. De raad is van oordeel dat het college en de ambtelijke
organisatie geen verwijten kunnen worden gemaakt. In de vergadering is
uitvoerig aan de orde gekomen of de gemeente rechtmatig gehandeld
heeft en de herkomst van de uitgeleende gelden. De accountant stelt
dat de gemeente binnen de kaders van treasurystatuut en de wet Fido
(Wet financiering decentrale overheden) heeft gehandeld: de ambtenaren
hebben de regels nageleefd en de portefeuillehouder heeft naar de
mening van de accountant niet onzorgvuldig gehandeld.
De gemeente heeft een totaalbedrag van EUR3,3 miljoen aan deposito's
uitstaan bij de IJslandse bank Landsbanki. Dit geld betreft overtollig
kasgeld. Op 25 augustus, de datum van de laatste transactie, waren
geen duidelijke signalen dat er iets fundamenteel mis was met de
Landsbanki en andere banken binnen en buiten Europa. Pas in september
kwamen de eerste signalen. Eind september werd duidelijk dat de
IJslandse bank problemen had en vanaf 6 oktober waren geen transacties
meer mogelijk.
Naar de mening van de accountant zijn er `niet zodanige
risicosignalen' geweest die aanleiding zouden hebben moeten geven voor
de ambtenaren die belast waren met liquiditeitsbeheer om stringenter
te handelen dan de regels voorschreven.
Op woensdag 15 oktober 2008 hebben de gedupeerde gemeenten, provincies
en een waterschap in Pijnacker-Nootdorp besloten gezamenlijk actie te
ondernemen in het opvangen van de gevolgen van de kredietcrisis. Deze
overheden hebben besloten gezamenlijk op te trekken in het behartigen
van hun belangen op juridisch én bestuurlijk gebied. Op vrijdag 24
oktober hebben de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken
(BZK) toegezegd de partijen met raad en daad terzijde te staan.
Inmiddels spant de Rijksoverheid op diplomatiek niveau zich in om de
belangen van de decentrale overheden te behartigen