Voorwaardelijke taakstraffen en vrijspraak in GPD-zaak
Den Haag, 27 oktober 2008 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vrijdag
24 oktober uitspraak gedaan in de strafzaken tegen de vier verdachten
in de zogenoemde GPD-zaak.
Twee voormalige voorlichters van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW), die voordat zij overstapten naar SZW als
journalist werkzaam waren de GPD, zijn veroordeeld tot voorwaardelijke
taakstraffen van respectievelijk 150 en 100 uur. Zij hebben zich
schuldig gemaakt aan computervredebreuk door na hun overstap van de
GPD naar SZW te blijven inloggen op de site van de GPD en zich toegang
te verschaffen tot een gedeelte van de site dat niet meer voor
raadpleging door hen bestemd was.
De rechtbank overwoog dat zij, na gewerkt te hebben als journalist,
wiens taak het onder meer is de overheid kritisch te volgen, als
ambtenaar deel zijn gaan uitmaken van die overheid. Als
vertegenwoordiger van de overheid behoort een ambtenaar integer te
handelen, op een zodanige wijze dat daardoor het vertrouwen in de
overheid niet wordt geschaad. Door hun handelen heeft de indruk kunnen
ontstaan dat de overheid het niet zo nauw neemt met bevoegdheden en
daarbij dat het Ministerie van SZW de vrije nieuwsgaring door
journalisten wilde beïnvloeden en dus niet zoveel waarde hecht aan
persvrijheid. Daardoor is de integriteit en het aanzien van de
overheid als geheel aangetast en is het vertrouwen in de overheid, in
het bijzonder in het Ministerie van SZW, ernstig geschaad
De derde verdachte, die werkzaam was als journalist bij de GPD, heeft
zich medeplichtig gemaakt aan computervredebreuk door aan één van de
beide voorlichters, een oud-collega bij de GPD die zelf geen toegang
meer had tot de site van de GPD, zijn inlognaam en indirect - via een
op te lossen raadsel - zijn wachtwoord bekend te maken. Hij is
veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur.
De vierde verdachte, de teamleider van beide voorlichters, is
vrijgesproken. Er zijn volgens de rechtbank geen aanwijzingen dat hij
zelf wederrechtelijk heeft ingelogd op de site van de GPD. Het hem ten
laste gelegde medeplegen zou dan alleen hebben bestaan in nauwe en
bewuste samenwerking met de beide voorlichters die dat wel hebben
gedaan. Hoewel zich in het dossier verschillende verklaringen bevinden
dat verdachte zou hebben geweten dat zijn medeverdachten gebruik
maakten van de site van de GPD met behulp van inloggegevens van een
ander - en dus onbevoegd -, blijkt ten aanzien van het merendeel van
die verklaringen niet waarop de betreffende getuigen hun wetenschap
baseren. Hoewel verdachte volgens de rechtbank naïviteit kan worden
verweten acht de rechtbank al met al onvoldoende wettig en overtuigend
bewijs voorhanden voor medeplegen van computervredebreuk door
verdachte.
LJ Nummers
BG1503
BG1507
BG1510
BG1509
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 27 oktober 2008
Rechtbank 's-Gravenhage