abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
27 oktober 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGMO-2008/2859 2008Z03167/2080900980
Onderwerp
Kamervragen De Krom (VVD) en Koopmans/Haverkamp (CDA) over verbinding A6-A9
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die de leden de Krom (VVD) en Koopmans en
Haverkamp (beide CDA) hebben gesteld over de verbinding A6-A9.
Vragen lid de Krom:
1. Bent u bekend met het artikel "'Tunnel tussen A6-A9 toch beste oplossing'; Strukton
lost milieuproblemen op"?
1. Ja, ik ben bekend met het artikel uit de Telegraaf van 9 augustus 2008.
2. Kunt u de voor- en nadelen aangeven van het `Stroomlijnenalternatief' en de
`Verbindingsvariant'A6/A9 van Strukton en TBI?
2. Het door Strukton en TBI ingediende Eigen Initiatief komt in zeer belangrijke mate
overeen met reeds eerder in fase 1 van de planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA)
onderzochte varianten van het Verbindingsalternatief. In de als bijlage bijgevoegde tabel
zijn voor- en nadelen van Stroomlijnalternatief, het oorspronkelijke Verbindingsalternatief
en het Eigen Initiatief van Strukton/TBI naast elkaar gezet.
3. Kunt u van beide opties (stroomlijn en verbinding) uiteenzetten wanneer u verwacht te
starten met de daadwerkelijke realisatie?
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGMO-2008/2859
3. De start van de uitvoering van het Stroomlijnalternatief is conform het MIRT voorzien
voor 2011. Indien alsnog gekozen zou worden voor het Verbindingsalternatief zal de start
van de uitvoering op zijn vroegst twee jaar later kunnen plaatsvinden. In het antwoord op
de volgende vraag wordt dit nader toegelicht.
4. Klopt het vermoeden dat een heroverweging van de alternatieven, met inbegrip van de
verbindingsvariant A6/A9, aanzienlijke vertraging op zal leveren?
4. Ja, dat vermoeden klopt.
Heroverweging van de alternatieven, inclusief het Verbindingsalternatief, zet het project
SAA wat onderzoek en bestuurlijk proces met de regio betreft twee jaar terug in de tijd.
Op 13 oktober 2006 heeft het kabinet namelijk besloten het Verbindingsalternatief af te
laten vallen waarna het onderzoek zich heeft toegespitst op het Stroomlijn- en het Locatie
specifieke alternatief. Vervolgens is op 12 oktober 2007 gekozen voor het
Stroomlijnalternatief (zie ook antwoord op volgende vraag).
Het opnieuw in studie nemen van het Verbindingsalternatief betekent dat fase 2 van de
planstudie moet worden aangevuld, leidend tot een aangepaste Trajectnota/MER. Deze
Trajectnota/MER dient vervolgens ter visie te worden gelegd voor inspraak en advies.
Daarnaast zal een heroverweging de bestaande politieke duidelijkheid te niet doen. Het
merendeel van de betrokken overheden ondersteunt het Stroomlijnalternatief. Voor de
tunnel A6/A9 zal niet snel een zelfde breed bestuurlijk draagvlak te verkrijgen zijn.
Tenslotte zal de grondverwerving, die na het kabinetsbesluit van start is gegaan, bij een
mogelijke keuze voor het Verbindingsalternatief opnieuw gestart moeten worden voor het
traject van de tunnel. Daarbij wordt grote weerstand verwacht, die zal leiden tot
langdurige onteigeningsprocedures.
Concluderend moet rekening worden gehouden met een vertraging van twee jaar, waarbij
het niet ondenkbaar is dat de vertraging aanzienlijk meer zal zijn dan deze twee jaar.
5. Hoe wilt u snellere besluitvorming om urgente mobiliteitsproblemen te kunnen
oplossen, in deze situatie bereiken?
5. Om bij het project SAA snellere besluitvorming te bereiken heeft het kabinet oktober
2007 een politiek besluit genomen door te kiezen voor de uitbreiding van de bestaande
weginfrastructuur in de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere (A6, A1, A10-oost en A9) in
de vorm van het Stroomlijnalternatief. Deze keuze is vastgelegd in een brief aan de
Tweede Kamer van 12 oktober 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 089,
nr.6).
De informatie waarop dit politieke besluit betrekking had is in het kader van de
Tracéwetprocedure gecheckt en verder uitgewerkt in fase 2 van de planstudie. De
resultaten hiervan zijn neergelegd in de Trajectnota/MER Schiphol-Amsterdam-Almere,
die ter visie heeft gelegen van 16 mei tot en met 26 juni 2008.
Het is nu zaak voortvarend uitvoering te geven aan het politieke besluit.
---
VENW/DGMO-2008/2859
Vragen leden Koopmans en Haverkamp:
1. Heeft u kennisgenomen van het toetsingsadvies over het MER 2e fase Schiphol-
Amsterdam-Almere?
1. Ja, ik heb kennis genomen van het toetsingsadvies van de Commissie voor de
milieueffectrapportage "Schiphol-Amsterdam-Almere fase 2: Toetsingsadvies over het
milieueffectrapport en de aanvulling daarop" van 17 september 2008 (rapportnummer
1491-413).
2. Deelt u de conclusies uit het toetsingsadvies? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe u met deze
conclusies omgaat? Zo neen, waarom niet?
2. Ik hecht grote waarde aan het door de commissie uitgebrachte advies, waarin de
commissie tot de volgende conclusie komt:
De commissie is van oordeel dat het verschil in effecten tussen de alternatieven onderling
en met de referentiesituatie nog onvoldoende onderbouwd is en nog onvoldoende
aannemelijk is gemaakt dat de alternatieven kunnen voldoen aan vigerende wetgeving.
De commissie adviseert om voorafgaand aan de standpuntbepaling:
· alsnog een referentiesituatie met beprijzen uit te werken en de in het MER
onderzochte alternatieven met deze referentie te vergelijken;
· een nadere onderbouwing te geven van de in het MER ingeschatte positieve effecten
van Dynamisch Verkeer Management (DVM).
Ik heb het advies aandachtig bestudeerd en heb besloten dit inhoudelijk over te nemen.
Dat betekent dat een referentiesituatie met beprijzen zal worden uitgewerkt, waarmee de
alternatieven worden vergeleken en dat een nadere onderbouwing zal worden gegeven
van de effecten van DVM. Anders dan de commissie adviseert, zal deze aanvullende
informatie bij het ontwerp-Tracébesluit (OTB) ter visie worden gelegd. Alle relevante
informatie dient immers bij het nemen van het MER-plichtig besluit beschikbaar te zijn. In
dit geval is dat het Tracébesluit (TB). Ik bezie nog hoe ik de effecten van prijsbeleid
inzichtelijk zal maken.
Ik heb vooralsnog geen redenen om te veronderstellen dat het aanvullend onderzoek met
prijsbeleid een ander beeld zal geven. Als zich toch nieuwe inzichten aandienen, dan zal ik
hier bij het OTB op terug komen.
3. Bent u bekend met het door Strukton en TBI ingediende private Eigen Initiatief
Uitwerking Verbindingsvariant (tunnel) A6/A9 (E.I.) voor de regio Schiphol-Amsterdam-
Almere?
3. Ja, ik ben bekend met het door Strukton en TBI ontwikkelde plan voor een tunnel A6-
A9.
---
VENW/DGMO-2008/2859
4. Kunt u uw opvattingen geven over de vergelijking tussen het E.I. en de
Stroomlijnvariant wat betreft de effectiviteit in de bestrijding van het
verkeerscongestieprobleem?
4. In fase 1 van de planstudie Schiphol Amsterdam Almere is de effectiviteit in de
bestrijding van het verkeerscongestieprobleem zowel van het Stroomlijnalternatief als van
het Verbindingsalternatief berekend in termen van voertuigverliesuren. Aangezien het
Eigen Initiatief van Strukton en TBI verkeerskundig niet wezenlijk afwijkt van de varianten
die binnen het Verbindingsalternatief in het kader van de planstudie SAA zijn onderzocht,
zijn de cijfers van het verbindingsalternatief 1 op 1 van toepassing op het Eigen Initiatief.
Voertuigverliesuren in het plangebied in 2020 per werkdag
Nulalternatief (niets doen) Stroomlijnalternatief Verbindingsalternatief
211.000 uur 138.000 uur 130.000 uur
5. Geeft de oplossing van Strukton en TBI in uw ogen aantoonbaar minder verkeershinder
tijdens de bouw voor de weggebruikers en de regio dan de eerder gekozen
oplossingsrichting? Zo neen, waarom niet?
5. Ja, de tunnel A6/A9 leidt deels tot minder verkeershinder tijdens de bouw.
De oplossing van Strukton en TBI geeft per saldo minder hinder voor verkeer op de A9
Gaasperdammerweg en de A1 tussen de knooppunten Watergraafsmeer en Diemen
omdat die tracédelen bij realisatie van een tunnel tussen de A6 en de A9 niet verbreed
worden.
Maar er is geen verschil in verkeershinder tijdens de bouw op de tracédelen A6 tussen
knooppunt Muiderberg en Almere Buiten-Oost, het als gevolg van de aanleg van een
aquaduct onder de Vecht aan te passen tracé van de A1 tussen de knooppunten Diemen
en Muiderberg , de A10-oost tussen de knooppunten Amstel en Watergraafsmeer en de
A9 tussen de knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht, omdat die tracédelen bij
realisatie van een tunnel tussen de A6 en de A9 ook aangepakt worden. De mate van
hinder op die tracédelen is overigens sterk afhankelijk van de wijze van bouwen en de
bouwtijd.
6. Kan Rijkswaterstaat al een plan overleggen om deze verkeershinder tijdens de aanleg,
die zeer langdurig zal zijn, tot een minimum te beperken? Hoeveel tijd gaat het uitwerken
van dit plan vergen?
6. Het tot een minimum beperken van de verkeershinder tijdens de aanleg is van groot
belang. Daarom is reeds in de trajectnota/MER fase 2 van de planstudie SAA een globaal
plan gemaakt. In de OTB fase wordt dit plan geactualiseerd en verder verdiept en
besproken met alle relevante partijen. Bij het ter inzage gaan van het OTB in 2009 is het
aldus uitgewerkte plan beschikbaar. Onderdelen van het plan zullen zijn de fasering van
de werkzaamheden, het aanwijzen en inrichten van omleidingroutes, inzet van
verkeersmanagement (bijv. mogelijkheden van dynamische snelheden, dynamische
bewegwijzering, extra cameratoezicht op de verkeersstromen, etc.), communicatie met
---
VENW/DGMO-2008/2859
weggebruikers voor en tijdens de werkzaamheden, mogelijkheden van
mobiliteitsmanagement (inzet bus en trein, al dan niet gratis) en de noodzaak van extra
voorzieningen ten behoeve van calamiteitenbestrijding. Daaruit komen de eisen naar
voren die de basis vormen voor het uiteindelijke bouw en faseringsplan dat na
contractering van de uitvoering door de markt zal worden opgesteld.
7. Kunt u een vergelijking geven van de oplossing van het E.I. en de Stroomlijnvariant? Zal
de oplossing die Strukton en TBI bieden een vermindering geven van de overlast en zal
daarmee de compensatie (voor de gebieden en gemeenten langs de A1 tussen Amsterdam
en knooppunt Muiderberg gedeeltelijk) achterwege kunnen blijven?
7. Voor een vergelijking tussen het Eigen Initiatief van Strukton en TBI en het
Stroomlijnalternatief wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2 van de heer De Krom
en de in dit kader als bijlage bijgevoegde tabel.
Zowel bij het Stroomlijnalternatief als bij het Verbindingsalternatief wordt een aquaduct in
de A1 onder de Vecht aangelegd. Op het moment dat de A1, naast de aanleg van het
aquaduct en de plaatselijke verlegging van de A1 die daarvoor nodig is, niet wordt
verbreed, is van verdere compensatie voor de gebieden en gemeenten langs de A1 geen
sprake. Hiermee wordt de kans om naast de bereikbaarheid ook de leefbaarheid te
verbeteren gemist.
8. Kun u in dit kader uiteenzetten hoe het staat met de uitvoering van de motie
Haverkamp-Vermeij?
8. Ik heb bij verschillende gelegenheden aangegeven het van groot belang te vinden, dat
naast de bereikbaarheid ook de leefbaarheid langs de betrokken autosnelwegen wordt
verbeterd. Ik heb zelf de geluidsoverlast en de luchtverontreiniging ervaren en heb
hierover ook gesproken met bewoners en bestuurders. Hun zorgen deel ik. Daarom heb ik
al in oktober 2007 met de regio afspraken gemaakt over de inpassing van de
weguitbreidingen in met name Amsterdam-zuidoost en Amstelveen. Daarnaast heb ik de
afgelopen maanden verschillende malen over de inpassing van de weguitbreidingen
overleg gehad met de bestuurders van de regio, waaronder die van de vier gemeenten die
in de motie genoemd worden. Op donderdag 23 oktober jl. heb ik met deze gemeenten,
Amsterdam en de Provincie Noord-Holland overleg gevoerd. Ik ben verheugd te melden
dat we overeenstemming hebben bereikt over de inpassingsmaatregelen behorende bij het
stroomlijnalternatief. De betrokken bestuurders zullen de gemaakte afspraken voorleggen
aan hun Colleges zodat deze op korte termijn in een overeenkomst zullen worden
vastgelegd.
9. Bent u, mede gelet op de conclusies van de Commissie MER op de huidige MER, bereid
op de inhoudelijke gronden van het onderzoek en het ontwerp van Strukton en TBI, de
nieuwe uitwerking van de bouwers mee te nemen in de verdere planvorming?
9. Het in het kader van fase 1 van de planstudie SAA uitgevoerde onderzoek en de
beoordeling van het door Strukton en TBI ontwikkelde plan voor een tunnel A6-A9
bevestigen de informatie, die ten grondslag heeft gelegen aan het politieke besluit van
---
VENW/DGMO-2008/2859
oktober 2007 voor het Stroomlijnalternatief. Er zijn geen nieuwe feiten naar voren
gekomen die mij aanleiding geven dit besluit te herroepen. Ook met de oplossing van
Strukton en TBI leidt een tunnel nog steeds tot aantasting van het landschap en de
recreatiemogelijkheden als gevolg van de toeleidende wegen naar de tunnel (nabij het
Naardermeer en door recreatiegebied De Hoge Dijk), waar tegen grote maatschappelijke
weerstand bestaat.
10. Ziet u het parallel aan de huidige planvorming verder ontwikkelen en onderzoeken van
de oplossing die de bouwers bieden, als extra zekerheid en terugvaloptie dat in de regio
uiteindelijk ook de spade echt de grond in gaat?
10. Nee, ik ben van mening dat het open houden van de mogelijkheid van een tunnel A6-
A9 als terugvaloptie juist leidt tot onzekerheid. Bovendien neemt het keer op keer voeren
van de discussie over de keuze tussen Stroomlijnalternatief en een nieuwe verbinding in de
vorm van een tunnel A6-A9 het risico met zich mee dat besluitvorming wordt uitgesteld.
Het politieke besluit van oktober 2007 had juist als doel helderheid te bieden naar alle
partijen en het tempo er in te houden.
11. Zou, indien het merendeel van de betrokken overheden en belanghebbenden de
nieuwe oplossing van Strukton en TBI ondersteunt, het project versneld kunnen worden?
Bent u bereid deze veronderstelling te toetsen en overleg te voeren met deze partijen over
de kansen die de oplossing van Strukton en TBI bieden?
11. Nee, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 van de heer De Krom zet het
opnieuw in studie nemen van het Verbindingsalternatief het project SAA wat onderzoek
en bestuurlijk proces met de regio betreft twee jaar terug in de tijd. Bovendien zijn er,
zoals aangegeven in het antwoord op vraag 9, geen nieuwe feiten naar voren gekomen,
die dat rechtvaardigen.
12. Bent u bereid het private initiatief te onderzoeken op de voorgestelde PPS constructie,
met name in relatie tot maatschappelijke voordelen ten aanzien van risicoverdeling,
kostenbeheersing en het benodigde budget?
12. Over het algemeen ben ik verheugd met private initiatieven voor de financiering van
infrastructurele projecten. In deze specifieke situatie is dat echter niet relevant, aangezien
de aanleg van een tunnel A6-A9 niet aan de orde is. Wel worden binnen het project de
mogelijkheden onderzocht van PPS-constructies, bijvoorbeeld in de vorm van DBFM-
contracten, en die van publiek-publieke samenwerking.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
VENW/DGMO-2008/2859
BIJLAGE 1 Stroomlijn- of Verbindingsalternatief vergeleken
Ter wille van de besluitvorming in de 1e fase zijn de voor- en nadelen van het
Verbindingsalternatief en het Stroomlijnalternatief in beeld gebracht. De meest in het oog
springende verschillen staan in onderstaande tabellen samengevat. In de tabellen worden
met elkaar vergeleken:
· Stroomlijnalternatief
· Verbindingsalternatief
· Eigen Initiatief van Strukton/TBI als variant op het Verbindingsalternatief
Het Eigen Initiatief van Strukton en TBI is een variant op het Verbindingsalternatief. De
opmerkingen die hiervoor gelden, zijn dus grotendeels ook van toepassing op het Eigen
Initiatief.
Tabel 1: Stroomlijnalternatief
Stroomlijnalternatief Toelichting
Beschrijving - uitbreiding van bestaande wegen A6, A1, - 59 km weguitbreiding
A10-oost en A9
- Gaasperdammerweg deels verdiept - 3 km lange deels verdiept gelegen tunnel
aangelegd met tunnel - 2 km lange verdiept gelegen tunnel
- A9 Amstelveen verdiept aangelegd in
tunnel
- A1 aquaduct bij Muiden
Vervoers- - gebruik maken van bestaande
kundig wegennetwerk
concept - geen nieuwe doorsnijdingen, goed inpassen
in stedelijk gebied en gebieden met
kwetsbaar groen/blauw
Bereikbaar- - meer autoverkeer over - doelstelling NoMo trajectsnelheid
heid Gaasperdammerweg gehaald
- geen alternatieve verbinding voor A1 bij - A1 Muiden: 309.000 auto's/dag
ongelukken en calamiteiten - A9 Gaasperdammerweg: 158.000
- Gaasperdammerweg: verkeershinder tijdens auto's/dag
aanleg
Milieu en - geluidhinder verbetert in het gebied ter
Ruimtelijke plaatse van de tunnels in Amsterdam-
kwaliteit zuidoost en Amstelveen.
- luchtkwaliteit verbetert in het gebied ter
plaatse van de tunnels in Amsterdam-
zuidoost en Amstelveen.
- bij tunnels Amsterdam-zuidoost en
Amstelveen vermindering barrièrewerking
tussen stadswijken
- door aquaduct verbetering leefbaarheid
Muiden
---
VENW/DGMO-2008/2859
MIT-kosten - kosten zijn geraamd op 3.3362 miljoen
Kosten-baten - KB-verhouding rond 1
/ economie
Draagvlak - bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak - voorstanders: gemeente Amsterdam,
groot provincies Noord-Holland en Utrecht,
Gewest Gooi en Vechtstreek, natuur- en
milieuorganisaties en meeste
bewonersgroepen
- tegenstander: actiegroep van
omwonenden Gaasperdammerweg
Realisering - werk aan Gaasperdammerweg met - planning realisatie 2011 2017
bouwhinder langdurig (4 tot 6 jaar)
- bouwtijd (totale plangebied) ca. 7 jaar
Tabel 2: Verbindingsalternatief
Tunnelvariant Rijkswaterstaat uit 2006 Toelichting Eigen Initiatief van Strukton
TBI
Beschrijving - nieuwe autosnelweg - totaal 58 km. - In optie C en D van het E.I.
A6/A9 als boortunnel weguitbreiding is de tunnelmond in plaats
- verbreding A6, A10-oost, - gesloten deel tunnel van in de Nieuwe
A2 en A9; geen bijna 8 km. Keverdijkse polder, in de
verbreding A1 en - afstand tunnelmond polder ten noorden van de
Gaasperdammerweg tot Naardermeer >0,5 A1 gesitueerd
- tunnelmonden in Nieuwe km
Keverdijkse polder (nabij - doel tunnel: ontzien
Naardermeer) en natuur en landschap
Broekzijdsche Polder/De (gebied Gein en Vecht)
Hoge Dijk.
Vervoers- - directe verbinding tussen - 4 km korter dan
kundig Almere en Schiphol bestaande route
concept - A1 aquaduct Muiden
- aanleg ontbrekende
schakel 2e ring rond
Amsterdam
Bereikbaar- - grootste afname - doelstelling NoMo - het nevenstaande geldt niet
heid congestie trajectsnelheid gehaald voor optie D van het E.I. in
- creëert kortere route - tunnel: 109.000 die optie is er geen
- meer robuust netwerk: 2e auto's/dag aansluiting tussen tunnel en
ring rond Amsterdam, - A1 Muiden: 192.000 A1. De
waardoor spreiding auto's/dag verkeersberekeningen die in
verkeer tussen A6/A9 en - Gaasperdammerweg: het kader van de planstudie
A1/A10 en bij 57.000 auto's/dag zijn gemaakt laten zien dat
ongelukken en er in dat geval te weinig
calamiteiten alternatieve verkeer door de tunnel rijdt
---
VENW/DGMO-2008/2859
route waardoor de problemen
- nauwelijks verkeershinder onvoldoende worden
tijdens aanleg opgelost
Milieu en - aantasting landschap en - lengte bovengronds - in optie C en D van het E.I.
Ruimtelijke recreatie door deel nieuwe verbinding is sprake van 1 x 1,5 km
kwaliteit tunnelmonden (nabij 2 x ca. 1,5 km - In optie C en D van het E.I.
Naardermeer en De Hoge is na aanleg van aantasting
Dijk). nabij het Naardermeer geen
- geen significante effecten sprake. Tijdens de bouw
natuur en grondwater echter wel langdurig sprake
- overschrijding van een grote bouwkuip op
luchtnormen bij korte afstand van het
tunnelmonden Naardermeer. De kans op
- geen oplossing voor het lekkage van die bouwkuip
leefbaarheidsprobleem in waardoor de fragiele
Amsterdam-Zuidoost. Het ecologische balans van het
Stroomlijnalternatief zoals Naardermeer langdurig
overeengekomen in verstoord raakt, is door
oktober 2008 leidt tot Natuurmonumenten altijd
minder geluidhinder en aangedragen als één van de
een verbetering van de belangrijkste argumenten
luchtkwaliteit langs het om tegen het
grootste deel van de A9 Verbindingsalternatief te
Gaasperdammerweg zijn. Dat is ook de reden
dat de tunnelmond in de
plannen van Rijkswaterstaat
verder naar het westen is
opgeschoven.
- Het E.I. draagt geen
oplossing aan voor de
aantasting van
recreatiegebied De Hoge
Dijk
- bij het E.I. wordt een
voorstel gedaan om de
overschrijding bij de
tunnelmonden niet met
ventilatiegebouwen, maar
met behulp van
elektrostatische filters te
mitigeren. Deze optie is in
het kader van de planstudie
in 2006 door het Centrum
Ondergronds Bouwen
uitvoerig onderzocht, maar
voorlopig terzijde
---
VENW/DGMO-2008/2859
geschoven omdat bij de
genoemde voorbeelden per
saldo sprake is van een
toename van de
milieuvervuilig als gevolg
van de grote hoeveelheden
elektriciteit die nodig zijn
om effectief te filteren
MIT-kosten - kosten vallen binnen - ca. 3,9 miljard (range - opties C en D van het E.I.
voorlopige reserveringen 2,7 tot 4,7 mld)1 zijn door Rijkswaterstaat in
van 4,5 miljard 2006 ook geraamd.
Vertaald naar het huidige
prijspeil komt het
Verbindingsalternatief
gecombineerd met optie A
en B van het E.I. uit op 3,8
miljard en met optie C op
4,4 miljard
Kosten-baten - KB-verhouding rond 1
/ economie
Draagvlak - maatschappelijk - voorstanders:
draagvlak beperkt gemeente Almere,
Diemen, provincie
Flevoland, VNO-NCW
en KvK;
- tegenstanders:
gemeenten in
omgeving (Naarden,
Muiden, Weesp,
Abcoude), prov. NH en
Utrecht, natuur- en
milieu-organisaties,
omwonenden
Realisering - bouwtijd totale variant - planning realisatie
ingeschat op ca. 7 jaar 2011 2017
- bouwhinder relatief
beperkt
Het kabinet heeft alles overwegende uiteindelijk gekozen voor een goed ingepast
Stroomlijnalternatief. Bij deze keuze speelden met name de volgende samenhangende
overwegingen een belangrijke rol:
1 Deze range is afhankelijk van de precieze invulling van de variant.
10
VENW/DGMO-2008/2859
o Het maatschappelijk en politiek draagvlak voor het Stroomlijnalternatief en het
ontbreken daarvan voor een nieuwe verbinding;
o De verkeersafwikkeling is met uitbreiding van de bestaande wegen nagenoeg
gelijkwaardig aan de kwaliteit van de doorstroming met een nieuwe verbinding
(als gevolg van de scheiding van doorgaand en regionaal/lokaal verkeer door de
aanleg van hoofd- en parallelbanen);
o De aantasting van het landschap en de recreatiemogelijkheden als gevolg van de
toeleidende wegen naar de tunnel bij het Verbindingsalternatief (nabij het
Naardermeer en door recreatiegebied De Hoge Dijk een nieuwe bovengrondse
doorsnijding van 2x circa 1,5 kilometer);
o De capaciteitsuitbreiding van de bestaande wegen biedt mogelijkheden om de
rijkswegen goed in te passen. Met een verdiepte ligging en overkapping van de
A9 Gaasperdammerweg verbetert de leefbaarheid in Amsterdam-Zuidoost
aanzienlijk (minder geluidhinder, vermindering barrièrewerking).
o De regionale overheden zijn bereid financieel bij te dragen aan deze inpassing van
de uitbreiding van de bestaande wegen.
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat