UMC Utrecht
Onnodig gebruik maagzuurremmers
Eén op de vijf patiënten die langdurig maagzuurremmers gebruikt,
blijkt daar zonder te kunnen. Eén op de drie kan met een lagere dosis
doen. Dat blijkt uit het onderzoek dat Alike van der Velden uitvoerde
aan het UMC Utrecht, waar ze 27 oktober op promoveert.
In haar onderzoek liet Van der Velden 203 langdurige gebruikers van
maagmiddelen de minimale dosis bepalen waarmee hun klachten onder
controle bleven. De deelnemers kregen gedurende drie maanden twee
potjes pillen mee naar huis. Uit het eerste potje namen ze dagelijks
een pil, uit het tweede `zo-nodig' potje mochten de deelnemers alleen
een pil nemen om opspelende klachten te onderdrukken. Bij de meeste
deelnemers bevatte het `dagelijks' potje een placebo en het `zo-nodig'
potje een maagzuurremmer. Bij de overige deelnemers was dat net
andersom.
Negentien procent van de patiënten die dagelijks een placebo innamen
blijkt zonder bijslikken van een maagzuurremmer zonder maagklachten te
blijven. Zij zouden na afloop van het onderzoek kunnen stoppen met
maagzuurremmergebruik. Eén derde van de deelnemers verminderde hun
gebruik naar twee tot zes tabletten per week, en ongeveer de helft
bleef dagelijks gebruiken. Na afloop van het onderzoek was het
medicijngebruik sterk gedaald, terwijl de maagzuurklachten niet
verergerden.
Aan maagzuurremmers wordt in Nederland samen met cholesterolverlagers
het meeste geld voor geneesmiddelen uitgegeven, respectievelijk 330 en
380 miljoen euro (zie Jaaruitgave Data en Feiten 2008 van de Stichting
Farmaceutische Kengetallen). De onderzoeksmethode die Van der Velden
toepaste zou ook gebruikt kunnen worden om de werkelijke behoefte aan
antidepressiva en kalmerende benzodiazepinen (jaarlijkse uitgaven van
175 en 185 miljoen euro) te bepalen.
Aan het onderzoek deden patiënten mee die al minstens een jaar een
maagzuurremmer gebruikten, maar deze medisch gezien niet langdurig of
dagelijks nodig hadden. Deelnemers kregen de maagzuuremmer
voorgeschreven door hun huisarts en zijn deze langdurig blijven
gebruiken.
Zo'n tien procent van de Nederlanders gebruikt maagzuurremmers, onder
meer voor behandeling van refluxziekte (zuurbranden en zure
oprispingen). Maagzuurremmers remmen de productie van maagzuur.
Maagzuur helpt bij de voedselvertering en vormt ook een barrière voor
bacteriën. Bij langdurig gebruik van deze medicijnen is de kans op
botontkalking en longontsteking enigszins vergroot.
"Patiënten moeten geen medicijnen gebruiken die ze niet nodig hebben",
vindt Van der Velden. "Heldere communicatie met de patiënt is gewenst
om onnodig gebruik van maagzuurremmers tegen te gaan."
Alike van der Velden promoveert op 27 oktober aan het UMC Utrecht.
Prof. dr. Rick Grobbee en dr. Mattijs Numans begeleidden haar
onderzoek, dat valt onder het onderzoeksprogramma klinische
epidemiologie van het UMC Utrecht. Van der Velden promoveert voor de
tweede keer. In 1999 behaalde ze al haar doctorstitel voor moleculair
biologisch onderzoek aan de faculteit biologie van de Universiteit
Utrecht.
Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Ilse van Wijk en Linda Minnen, tel. 088 7556371 of 7558580.
Buiten kantooruren via 088 755 5555
woensdag 22 oktober 2008