Bron: Werkgr
Europese Commissie uit veel kritiek
op Nederlandse gezinsherenigingsbeleid
De Europese Commissie is buitengewoon kritisch over het Nederlandse
gezinsherenigingsbeleid. Dit blijkt uit het verslag van 8 oktober 2008
over de
implementatie van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn door de
lidstaten. Het
verslag bevat een samenvatting van de omzetting van de richtlijn en
een overzicht van
mogelijke problemen. Verder geeft het aanbevelingen voor een juiste
toepassing.
Op onderstaande punten vindt de Commissie dat het Nederlandse beleid
op gespannen voet
staat of zelfs in strijd is met de richtlijn.
Inkomen
Nederland kent de hoogste inkomenseis voor gezinsvorming en
gezinshereniging van
Europa die bovendien gecombineerd wordt met de eis dat een
arbeidscontract ten minste
voor een jaar geldig moet zijn of dat iemand een arbeidsverleden van
ten minste drie jaar
moet hebben. De hoge inkomenseis kan volgens de Commissie een
leeftijdsdiscriminatie
inhouden aangezien bij gezinsvorming geëist wordt dat iedere
gezinshereniger, ongeacht zijn leeftijd,
een inkomen heeft dat gelijk is aan 120 procent van het wettelijk
minimuminkomen van een 23-jarige werknemer. Deze eisen kunnen volgens
de Commissie
het recht op gezinshereniging verhinderen.
Kosten gezinshereniging
Nederland kent zeer hoge kosten voor een aanvraag van
gezinshereniging. Terwijl bij de
andere landen de gemiddelde kosten liggen tussen de EUR 50 en EUR 150
betaalt een aanvrager
in Nederland EUR 1368 (dit zijn de totale kosten voor een mvv, een
examen buitenland en een
verblijfsvergunning voor één persoon). De Commissie stelt dat, al is
de kwestie van
administratieve procedurekosten niet geregeld in de richtlijn, de
leges niet dusdanig hoog
mogen zijn dat ze de werking van de richtlijn bij de uitoefening van
het recht op
gezinshereniging uithollen.
Vluchtelingen
De richtlijn schrijft voor dat van vluchtelingen niet gevergd mag
worden dat zij hun
gezinsband aantonen met documenten. Nederland legt als enige land de
bewijslast bij de
vluchteling om aan te tonen dat hij geen documenten kan overleggen.
Volgens de
Commissie is het de vraag of dit beleid wel voldoet aan de richtlijn.
Wet inburgering buitenland
Nederland is een van de weinige landen dat de eis stelt dat een
gezinshereniger eerst voor
het basisexamen buitenland moet slagen, waarbij bovendien geldt dat
men tegen het zakken
voor de test niet in beroep kan gaan. Bovendien moet men iedere keer
EUR 350 voor een toets
betalen. De Commissie benadrukt dat het doel van de bepaling in de
richtlijn is om de
integratie te bevorderen. Maken landen de testen te duur, onvoldoende
toegankelijk en zijn
er geen beroepsmogelijkheden, dan zijn de eisen niet meer
proportioneel.
Belangen kind en individuele feiten
De richtlijn schrijft voor dat landen bij de behandeling van verzoeken
om gezinshereniging
rekening moeten houden met het belang van minderjarige kinderen.
Nederland heeft
verzuimd deze bepaling te implementeren. Verder constateert de
Commissie dat veel
lidstaten de afzonderlijke eisen voor gezinshereniging op zich zeer
streng toepassen zodat
er geen ruimte is voor een individuele toets van alle aspecten van een
zaak. De Commissie
noemt Nederland als het land waar dit zich het meest duidelijk
voordoet. Als voorbeeld
worden genoemd: de strikte toepassing van de leeftijdsgrens, de
inkomenseis, de eis om
een inburgeringsexamen in het buitenland af te leggen, de
nareistermijn voor vluchtelingen
en de eis dat voor een tijdelijk verblijf een vergunning vereist is.
Verzoeken om
gezinshereniging kunnen al op een van deze gronden worden afgewezen
zonder dat de
zaak op de overige merites wordt beoordeeld.
Dubbele toetsing
Nederland heeft verzuimd zijn regelgeving aan te passen aan artikel 13
van de
Gezinsherenigingsrichtlijn. Hierin staat dat zodra toestemming voor
gezinshereniging is
verleend, de lidstaat alle medewerking moet verlenen om visa te
verlenen. In plaats daarvan
heeft Nederland als enig Europees land de procedure gehandhaafd dat
alle eisen tweemaal
worden getoetst, eenmaal bij de visumaanvraag en eenmaal bij de
vergunningverlening.
Beroepsprocedure
Nederland wordt genoemd als land waar de gezinshereniger niet
betrokken is bij de
administratieve of rechterlijke procedure en waar de rechtbanken de
feiten slechts marginaal
toetsen. Volgens de Commissie moet de bepaling over het beroepsrecht
worden toegepast
overeenkomstig artikel 47 van het Handvest van de grondrechten, dat
het recht op een
doeltreffend beroep regelt en de desbetreffende jurisprudentie van het
Europees Hof van
Justitie weerspiegelt.
Conclusie
De Commissie zal naar aanleiding van dit verslag in alle gevallen
waarbij
toepassingsproblemen zijn geconstateerd erop toezien dat de bepalingen
correct worden
toegepast in overeenstemming met de grondrechten zoals de eerbiediging
van het
gezinsleven, de rechten van kinderen en het recht op een doeltreffende
beroepsprocedure.
Daartoe zal de Commissie in 2009 de nodige procedurestappen wegens
niet-naleving
ondernemen.
Verder concludeert de Commissie dat door de te ruime of te verregaande
toepassing van de
facultatieve bepalingen door de lidstaten de normen afgezwakt zijn, in
plaats van dat de
richtlijn een wezenlijke impact heeft gehad op de harmonisatie op het
gebied van
gezinshereniging. In het bijzonder maakt de Commissie hier melding van
de minimumleeftijd
van de gezinshereniger, de inkomenseis en de mogelijke
integratiemaatregelen. De
Commissie zal deze kwesties via de passende kanalen behandelen, onder
meer door de
beleidsmaatregelen die zij in aansluiting op dit verslag zal nemen.
VluchtelingenWerk Nederland kan zich goed vinden in de conclusies van
de Europese
Commissie. In een brief aan de Tweede Kamer heeft VluchtelingenWerk
vorige week nog
bepleit dat het veel te strenge gezinsherenigingsbeleid wordt herzien
omdat het huidige
beleid ertoe leidt dat veel gezinsleden langdurig van elkaar
gescheiden blijven of zich zelfs
niet meer met elkaar kunnen herenigen.
Werkgroep Vluchtelingen Vrij