Leefbaar Rotterdam


vrijdag, oktober 24, 2008

Discriminatie van autochtone Rotterdammers

Betreft: schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording

Onderwerp: Discriminatie van autochtone Rotterdammers

Geacht college,

Met enige regelmaat krijgt de fractie van Leefbaar Rotterdam klachten van Rotterdammers die zich niet meer veilig voelen in hun eigen huis, straat of wijk. Vaak als gevolg van overlast en agressie door buren of buurtbewoners. Een deel van de klachten wordt goed opgelost door interventie(s) van de wijkagent of hulpverleners. Helaas worden ook veel klachten nooit opgelost en deze zijn er vaak de oorzaak van dat mensen -gedwongen door de situatie- gaan verhuizen uit Rotterdam.

De achtergrond van de overlastgevers varieert van Tokkies tot Marokkaanse hangjongeren. Echter, veel van de buurtconflicten hebben een etnische/culturele component, waarbij de angst van hulpverleners, inclusief de politie, om te discrimineren vaak een belangrijke rol speelt. Dit gegeven is wat mij betreft dan ook een taboe, er mag niet publiekelijk over worden gesproken of het wordt onder het bekende tapijt geveegd. Deze angst bij hulpverleners/wijkagenten leidt er (vaak) toe dat er ten onrechte niet wordt doorgepakt. Het gevolg van deze situatie is dat autochtone Rotterdammers vaak het nakijken hebben bij conflicten met de buren of in de buurt, waarbij de overlastgevers tot een allochtone groep behoren. Daar komt bij dat in een aantal wijken van Rotterdam de autochtone Rotterdammers een kleine minderheid van de bevolking vormen en dat door hulpverleners (inclusief wijkagent) het advies wordt gegeven om maar te gaan verhuizen. Het kiezen voor de makkelijkste weg, wat mij betreft. Een ander aspect dat ook vaak meespeelt, is dat bewoners geen aangifte bij politie meer durven doen omdat ze bang zijn voor de (ervaren) represailles van de overlastgevers.

Gezien het bovenstaande heb ik de volgende vragen aan het college:


1. Herkent het college het bovengenoemde probleem/taboe?
2. Bent u bereid om bovengenoemde problematiek aan te kaarten bij hulpverleners en wijkagenten?

3. Wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat autochtone Rotterdammers niet meer worden gediscrimineerd als gevolg van de angst om te discrimineren bij hulpverleners en wijkagenten?
4. Is het college bereid om onderzoek te laten doen naar het bovengenoemde probleem/taboe? Zo nee, waarom niet?
5. Is het bij het college bekend dat als buurtproblemen niet worden opgelost, het advies wordt gegeven om te gaan verhuizen? Wat vindt het college van dit advies?

Met vriendelijke groet,

Robert Simons