NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1
Radio / TV-interview | 24-10-2008
Vice-premier Bos, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de
situatie op de financiële markten, de benoeming van commissarissen bij
ING, de beloningscode bij staatsdeelnemingen en de peilingen
VAN DEN BRINK:
Meneer Bos, als we dit gesprek opnemen is het ergens halverwege de
middag. De AEX-index staat zwaar in de min, aandelen ING staan nog
veel verder in de min. Krijgt u weer een druk weekend?
BOS:
Dat hoop ik niet.
VAN DEN BRINK:
Wat verwacht u?
BOS:
Nou ik heb geleerd de afgelopen weken niets te verwachten en overal
rekening mee te houden. Wij hebben steeds gezegd: als financiële
instellingen in de problemen komen en het hele financiële systeem daar
onder dreigt te lijden, dan zullen we ingrijpen. Dat hebben we nu een
aantal keren gedaan en dat zullen we blijven doen. Maar de
toezichthouder, de Nederlandsche Bank, houdt vooral in de gaten hoe
het gaat met individuele financiële instellingen. En wat je dan
vandaag op de beurs ziet, dat is in tegenstelling tot vorige week niet
iets wat zich specifiek richt op banken of verzekeraars, laat staan op
één bank of één verzekeraar. Het is een algehele malaise die eigenlijk
wereldwijd heerst. Ook op de Aziatische beurzen, ook in de Verenigde
Staten. En die meer te maken heeft eigenlijk met een soort tweede golf
die we nu meemaken. De eerste golf kwam uit de financiële sector en
wat daar was. De tweede golf is dat nu bedrijven hun omzet- en
winstverwachtingen aan het bijstellen zijn.
VAN DEN BRINK:
Naar beneden.
BOS:
Ja, en dat betekent dus dat aandeelhouders dan de aandelen ook minder
gaan waarderen.
VAN DEN BRINK:
Want kan je nog een keer geld pompen in ING? Wat u vorig weekend deed,
kan dat dit weekend weer?
BOS:
Alles kan, maar het is niet nodig. Want de ING is zoals ze dat nu
noemen een heel goed gekapitaliseerde bank. Die heeft dus voldoende
kapitaal in huis om aan verplichtingen te kunnen voldoen, om eventuele
verliezen te kunnen weerstaan. Dus die zouden de storm nu gewoon goed
moeten kunnen doorstaan nu.
VAN DEN BRINK:
U zegt: ik ga dit weekend zeker niets aan ING doen? Dat hoorde ik u
zeggen.
BOS:
Nee, ik vind, ING heeft geen nieuw kapitaal nodig want dat is een
sterke bank. Maar als u mij vraagt: heb ik nou een rustig weekend voor
de boeg, dan zeg ik dat weet ik niet want ik heb afgeleerd om plannen
te maken de afgelopen weken. Er is steeds wat tussen gekomen. Ik had
een herfstvakantie van vijf daagjes gepland en die is ook totaal in
het water gevallen. Nou ja, dat hoort er dan even bij. Als ik nodig
ben dit weekend zal ik toch weer op moeten draven, en dat doe ik dan
ook.
VAN DEN BRINK:
Vorig weekend zat u steeds te vergaderen met de top van ING. Was dat
ook niet een beetje een surrealistische bijeenkomst? In die zin dat ze
een jaar geleden nog boos op u waren, omdat u steeds over die
salarissen zat te zeuren. En nu was u ineens een redder. Hoe zit je
dan samen aan tafel?
BOS:
Ik heb er eigenlijk geen moment, ik heb het later in de kranten
gelezen. Toen had ik eigenlijk pas zoiets van oh ja, zo was dat. Nee,
maar kijk, het was een crisissituatie. Je bent echt bezig met het
oplossen van het probleem. En je gaat niet nog eens een keer
discussies overdoen die je een jaar geleden ook met elkaar gehad hebt.
VAN DEN BRINK:
U dacht niet dat is de man die vorig jaar nog tegen me zei: ik wil
hier weg?
BOS:
Nee. Het enige waar ik aan dacht was als deze bank wat overkomt dan
gaat er veel meer kapot in Nederland, en dan worden de belangen van
heel veel spaarders en heel veel ondernemers geschaad, dan valt het
hele financiële systeem in Nederland om, en dat laat ik niet gebeuren.
VAN DEN BRINK:
Dan deze week de benoeming van twee commissarissen. Oud FNV-voorzitter
Lodewijk de Waal. Is dat niet een pesterijtje?
BOS:
Nee, hoezo?
VAN DEN BRINK:
Nou, het is niet echt een vriend van het bedrijfsleven?
BOS:
Weet je wat het mooie is van vakbonders? Die hebben natuurlijk wel hun
leven lang gewerkt in het bedrijfsleven. Die weten hoe bedrijven
werken, die weten dat bedrijven winst moeten maken, die weten dat
bedrijven goede salarissen moeten betalen om mensen aan te kunnen
trekken. Maar ze weten gelukkig ook dat je niet alleen de belangen van
aandeelhouders hebt te dienen maar ook de belangen van werknemers. Dat
je niet alleen naar de korte termijn moet kijken maar ook naar de
lange termijn. De heer De Waal draagt op dat gebied een hele
geschiedenis met zich mee en daarom vinden we hem eigenlijk wel een
goed iemand om te vragen namens de Staat commissaris te worden.
VAN DEN BRINK:
Waren ze enthousiast bij ING?
BOS:
Ze hebben er niet lang over hoeven na te denken toen ik de naam
voorstelde.
VAN DEN BRINK:
Want konden zij dat veto-en?
BOS:
Nou formeel niet maar ik vond het wel belangrijk om mensen te noemen
waar zij het mee eens waren. En met meneer De Waal waren ze het zo
eens.
VAN DEN BRINK:
Er was niemand die zei dat dat echt niet kan?
BOS:
Ik heb maar met één iemand gepraat, namelijk met de voorzitter van de
Raad van Commissarissen. En die was er snel uit.
VAN DEN BRINK:
De crisis lijkt een beetje over te slaan naar de reële economie. Dat
zei u net ook tijdens de persconferentie. De Britse premier Brown
heeft deze week voor het eerst gesproken over recessie. Neemt u die
woorden over?
BOS:
Nee.
VAN DEN BRINK:
Wat vindt u ervan dat hij dat deed?
BOS:
Nou hij heeft het specifiek over de Britse economie. Die is al
tijdenlang in heel zwaar weer. De Britse pond staat er heel slecht
voor, het Britse financieringstekort staat er heel slecht voor. Daar
komt nu dus dit overheen. Dat heeft te maken met dat zij een hele
grote financiële sector hebben in de Londonse City die natuurlijk
zwaar op verlies staat. Onze uitgangspositie is een heel andere. We
hebben een financieringsoverschot, wij hebben tot nu toe steeds groei
geboekt. Ook de afgelopen kwartalen. Wij gaan het ook echt merken wat
er gebeurt. De laatste voorspelling was dat onze groei volgend jaar
ook maar een procentje zal zijn in plaats van de twee a drie procent
waar we gewend aan waren geweest. In december krijgen we een nieuwe
raming van het Sociaal Cultureel Planbureau, misschien dat hij weer
bijgesteld wordt, dat weet ik niet. Maar zolang ik geen concrete
aanwijzingen heb dat we in Nederland op een recessie afstormen, ga ik
dat woord ook echt niet onnodig in mijn mond nemen.
VAN DEN BRINK:
Vond u het onnodig dat hij dat deed of zegt u dat snap ik wel?
BOS:
Nee, ik bedoel, hij laat denk ik zijn eigen bevolking wennen aan het
idee dat het een stuk minder gaat. Ook als je kijkt naar de
voorspellingen die het IMF de afgelopen weken gedaan heeft over de
ontwikkelingen in de wereldeconomie. Dan zie je dat ook het IMF
voorspelt dat een aantal Europese landen in de min zullen duiken en
een aantal Europese landen niet. En tot de landen die dat niet doen
hoorde in ieder geval volgens de laatste voorspellingen ook Nederland.
VAN DEN BRINK:
Heeft u al een beetje een indruk waar we zitten in de crisis. U zegt
het is een beetje een tweede golf. We hebben eerst de eerste golf
gehad met banken en dan nu de rest van het bedrijfsleven. Hoeveel
golven komen er nog?
BOS:
Je mag hopen dat je nu het diepste punt van de crisis binnen het
financiële systeem bereikt hebt.
VAN DEN BRINK:
Heeft u daar indicaties voor?
BOS:
Ja, een indicatie is dat banken elkaar weer meer geld beginnen te
lenen. En dat ook de prijs die ze elkaar daarvoor in rekening brengen
begint af te nemen. Dat betekent dat men elkaar meer vertrouwt. Dat
zou er dus op kunnen duiden dat het binnen het financiële systeem
langzaam weer iets beter gaat. Dat daar misschien de hardste bodem
bereikt is. Tegelijkertijd, als er volgende week ergens in Europa of
in Amerika weer een bank omvalt dan moet je maar weer afwachten of dan
niet alles terugvalt. Nou laten we hopen dat dat niet zo is, wij doen
er alles aan om het niet zo te laten zijn, andere Europese regeringen
ook, dus. Maar het zou dus zo kunnen zijn dat we binnen dat financiële
systeem het diepste punt hebben bereikt. Maar we zijn nog maar net
begonnen met de manier waarop de rest van de economie daar wat van
gaat merken. Dat begint nu met verwachtingen en voorspellingen door te
sijpelen. En ook in sommige industrieën zien we natuurlijk al
concreet, de auto-industrie in Frankrijk en Duitsland, de
auto-industrie ook in de Verenigde Staten, huizenmarkten her en der,
zie je dat het hapert. Ten opzichte van eerdere verwachtingen.
VAN DEN BRINK:
En u zegt, hoe lang dat verder gaat daar kan ik geen zinnig woord over
zeggen.
BOS:
Daar is echt geen zinnig woord over te zeggen. Het enige wat je
eigenlijk moet doen is vooral niet in paniek raken en paniek ook
vooral niet aanwakkeren, gewoon de dingen blijven doen die je aan het
doen was. En wij kunnen dat ook net wat makkelijker zeggen dan andere
landen omdat we een relatief sterke uitgangspositie hebben.
VAN DEN BRINK:
Want dat blijft u ook zeggen: ondanks die recessie die er aan lijkt te
komen, we staan er beter voor dan de rest.
BOS:
Nederland heeft een heel lage werkloosheid en 200.000 vacatures. Dus
als er bij ons een bedrijf dicht zou moeten is dat niet meteen een
ramp. Maar als je een economie hebt waar heel weinig vacatures zijn en
hoge werkloosheid, dan tikt het natuurlijk meteen aan als er ergens
een bedrijf omvalt.
VAN DEN BRINK:
U heeft vandaag weer gesproken over de beloningen van bestuurders bij
bedrijven waar de overheid iets mee te maken heeft. Onder andere de
Gasunie, Holland Casino, Bank voor Nederlandse Gemeenten. De toppers
bij die bedrijven mogen niet meer verdienen dan 350.000 euro. Waarom
mogen zij twee keer zoveel verdienen als de premier?
BOS:
Nou dat is ook niet zoals u het nu zegt. Wij hebben gezegd, er zijn
bedrijven waarbij de Nederlandse Staat aandeelhouder is. En dat zijn
bedrijven die zich op de markt bewegen, die moeten concurreren met
andere commerciële bedrijven. Nou dat zijn toch wel staatsdeelnemingen
en daar willen we wat te zeggen hebben over de beloningen en we vinden
dat er gematigd moet worden. Per bedrijf zullen we vaststellen wat het
maximum is. Dus dan heb je natuurlijk Holland Casino, Bank Nederlandse
Gemeenten, de Gasunie, Staatsloterij, dat type bedrijven. En dat kan
dan zijn vanwege de arbeidsmarkt waarin ze moeten concurreren, dat ze
meer moeten verdienen dan de minister-president. Maar dat moeten ze
dan ook eerst maar eens aantonen.
VAN DEN BRINK:
Ze mogen dan tot 350.000 euro verdienen?
BOS:
Nee, die 350.000, er is één concreet bedrijf waarvan wij denken
vanwege de markt waarop het zich begeeft, de Gasunie, dat het wel eens
in die buurt terecht zou kunnen komen.
VAN DEN BRINK:
Andere bedrijven komen daar niet boven?
BOS:
Per bedrijf komt er een maximum en mijn inschatting is dat het voor
het gros van de bedrijven een maximum zal zijn dat ver onder die
350.000 ligt. We hebben een voorzichtige berekening gedaan. Dat
betekent dat de bestuurders bij dit soort bedrijven tientallen
procenten minder zullen moeten gaan verdienen in de toekomst dan nu
het geval is.
VAN DEN BRINK:
En u verwacht geen problemen met het aantrekken van bestuurders?
BOS:
Nou ja, dat moeten we misschien ook maar eens gewoon proberen. Het is
een heel flauw argument aan het worden als je zegt dat er ergens
minder verdiend mag worden, dat er dan meteen gezegd wordt ja maar dan
kun je de beste mensen niet krijgen. Misschien moet je dan ook gewoon
maar eens kijken of het echt zo is. En dan blijken er misschien opeens
hele goede mensen ook wel voor een iets normaler salaris te kunnen
werken.
VAN DEN BRINK:
Het gekke is, met de aandelen Bos gaat het heel goed. U was gisteren
in de peilingen vijf zetels gestegen. Is het dan niet raar dat het
land zo in crisis is en dat u er als mens ineens heel goed uitkomt?
BOS:
Ja, ik probeer er zo min mogelijk mee bezig te zijn. Weet u ik heb de
afgelopen jaren natuurlijk meegemaakt in de peilingen dat je heel hoog
staat en dat je verschrikkelijk laag staat. En het enige wat dat met
me doet is dat ik het nu allemaal relativeer en me er niets van
probeer aan te trekken.
VAN DEN BRINK:
Wat u betreft kan die crisis niet lang genoeg duren zou je bijna
zeggen?
BOS:
Wat mij betreft kan hij niet snel genoeg voorbij zijn. Want het leidt
tot een enorme onzekerheid in de economie. Het leidt ook tot
somberheid bij mensen, omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn. En
het is mijn taak, samen met al mijn collega's in Europa om mensen toch
een beetje zekerheid en houvast te geven in dit soort moeilijke
tijden. En dat betekent vooral dat we moeten proberen om er zo snel
mogelijk een eind aan te maken.
VAN DEN BRINK:
Ik wens u een buitengewoon rustig weekend.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AK)
Ministerie van Algemene Zaken