ChristenUnie



Inbreng Ernst Cramer wijziging tracewet

vrijdag 24 oktober 2008 13:33

Inleiding en samenhang wetsvoorstellen

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van bovengenoemd wetsvoorstel dat beoogd een bestuurlijke lus te introduceren in ondermeer de Tracéwet. Daarmee wordt de mogelijkheid geschapen om gebreken tussentijds te herstellen, zodat allerlei projecten geen onnodige vertraging oplopen.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn daar voorstander van, maar zij vragen wel rekenschap te geven van de verhouding van het wetsvoorstel tot het voorontwerp Wet aanpassing bestuursprocesrecht en het initiatiefwetsvoorstel bestuurlijke lus (31352). Met name wat betreft de juridische vormgeving.

Hoewel de leden van de ChristenUnie-fractie begrip hebben voor het voorstel om vaart te zetten achter het realiseren van de bestuurlijke lus ten behoeve van ruimtelijke procedures vragen zij aan te geven hoeveel sneller deze specifieke regeling kan worden ingevoerd ten opzichte van de algemene regeling in de Wet aanpassing bestuursprocesrecht. Genoemde leden vragen wanneer de Kamer dit laatste voorstel dat al langere tijd is aangekondigd zal ontvangen. Daarnaast vragen genoemde leden wat de gewenste datum van inwerkingtreding van voorliggend wetsvoorstel is.

Artikel IV maakt het mogelijk om de artikelen die betrekking hebben op de bestuurlijke lus niet in werking te laten treden indien het initiatiefwetsvoorstel eerder door de Eerste Kamer wordt aangenomen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke onderdelen van het wetsvoorstel in dit geval wel blijven bestaan.

Naast de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is ook het wetsvoorstel Regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet) geamendeerd t.a.v. de bestuurlijke lus. Genoemde leden vragen in hoeverre de formuleringen in voorliggend wetsvoorstel en het initiatiefwetsvoorstel aansluiten bij de formuleringen in de Wabo en de Waterwet.

De voorgestelde regeling wijkt af van het bepaalde in de Wet milieubeheer. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de genoemde argumenten voor de afwijkingen ook voor de Wet milieubeheer gelden en zo nee, waarom niet. Indien deze argumenten wel gelden vragen genoemde leden of de regering het voornemen heeft ook met wijzigingen te komen op deze wet.

Gesteld wordt dat in veel gevallen er met een bestuurlijke lus geen winst zou zijn ten opzichte van de gewone gang van zaken, maar dat in sommige gevallen de mogelijkheid tot herstel van gebreken toch efficiënt kan zijn. Hierbij worden met het oog op dit wetsvoorstel voorbeelden genoemd op basis van de Tracéwet. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of deze overweging betekent dat de meer algemene procedure zoals voorgesteld in het initiatiefwetsvoorstel en in het voorontwerp Wet aanpassing bestuursprocesrecht ook onderworpen zal moeten worden aan een efficiency toets en dus niet algemeen zou moeten gelden.

Voor de Wro wordt het ook mogelijk gemaakt dat in bepaalde gevallen gebreken in de uitvoeringsbesluiten weggenomen kunnen worden. Genoemde leden vragen welke gevolgen deze keuze voor het voorontwerp Wet aanpassing bestuursrecht heeft. Betekent dit dat hier voor andere wetten ook een onderscheid gemaakt zal worden voor verschillende soorten uitvoeringsbesluiten?

Ondergeschikte aard

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke reikwijdte het begrip wijziging van ondergeschikte aard heeft. Wordt hierbij ook gezien op het belang van de wijziging voor de individuele belanghebbende of is de reikwijdte alleen afhankelijk van de verhouding van de omvang van wijziging tot de omvang van het gehele project?

Wijzigingsbesluit

Niet uitgesloten kan worden dat beroep wordt ingesteld door belanghebbenden die niet betrokken zijn bij de lopende procedure tegen het besluit tot wijziging van het Tracébesluit. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat dit betekent voor de termijnen dat er een onherroepelijk besluit kan liggen, voor de inrichting van de procedures en voor de beoogde tijdwinst van het wijzigingsbesluit.

Gedeputeerde staten

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre het wetsvoorstel in een oplossing voor de complicatie van de besluitvorming in het kader van de bestuurlijke lus bij een dubbele procedure voorziet als een besluit ook goedkeuring van gedeputeerde staten behoeft?

Omgekeerde lus

Genoemde leden vragen wat de reden is om de mogelijkheid van een omgekeerde lus zoals voorgesteld door de Raad van State niet te introduceren in dit wetsvoorstel. Via deze omgekeerde lus zou de Afdeling zelf kunnen voorzien in beslechting van geschilpunten waardoor het niet nodig is dat het bestuursorgaan een nieuw besluit neemt. Genoemde leden vragen hoe een dergelijke omgekeerde lus zich verhoudt tot de trias politica.

Besluit tot vernietiging

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen te reageren op een in de rechtsliteratuur gehanteerde stelling dat de introductie van de bestuurlijk lus mogelijk een ondermijning zou kunnen betekenen van het corrigerende en sanctionerende effect van een vernietiging. Zij vragen aan te geven of de regering dit effect eveneens verwacht, en op welke wijze dit zou kunnen worden voorkomen bij de uitvoering van voorliggend wetsvoorstel.

Belang van de burger

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in de onderbouwing van het wetsvoorstel veel aandacht wordt besteed aan het belang van snelle besluitvorming door het bestuursorgaan. Deze leden missen in de onderbouwing het perspectief van het belang van de burger. De leden van de ChristenUnie-fractie veronderstellen dat het niet de bedoeling is dat de bestuurlijke lus in alle gevallen er op gericht is om gebreken van het bestuursorgaan te herstellen, terwijl de burger geen mogelijkheid meer heeft om fouten zijnerzijds te herstellen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de proportionaliteit van de voorstellen nader te beargumenteren, nu de burger, die veelal meer belang heeft bij vernietiging van een uitspraak, in zijn belangen kan worden geschaad.

Termijnen

De leden van de ChristenUnie kunnen zich voorstellen dat de termijnen voor herstel van een gebrek aanzienlijk kunnen verschillen per situatie. Dit wordt met het voorstel overgelaten aan de Afdeling. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat hiervoor redelijke termijnen worden geacht. Deze leden vragen bovendien naar de praktische uitwerking van de mogelijkheid om de termijn te verlengen. Die mogelijkheid tot verlenging kan immers leiden tot vertragingstactiek.

Een wijzigingsbesluit dient uiterlijk tien dagen voor de zitting, die plaatsvindt ten behoeve van de beoordeling van het bestreden besluit te worden vastgesteld. Genoemde leden vragen welke redenen de regering heeft om het wetsvoorstel niet aan te vullen met een nadere regeling ten aanzien van de bekendmaking en inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit. Geldt de termijn van tien dagen zowel voor wijzigingen van ondergeschikte aard als voor grotere wijzigingen?

De termijn voor herstel van gebreken kan worden verlengd. Genoemde leden vragen of dit betekent dat door meerdere tussenuitspraken deze termijn meerdere keren kan worden verlengd.

Artikel III betreffende Artikel 8.4c Wro

Het voorgestelde artikel 8.4c Wro verklaart de procedure voor een wijzigingsbesluit en een tussenbesluit van overeenkomstige toepassing op het inpassingsplan. Genoemde leden vragen of in dit artikel niet expliciet gesproken dient te worden over de provincie en het rijk in plaats van de gemeenteraad.