TNO en Wageningen UR samen op zoek naar meer en betere alternatieven voor dierproeven

24 oktober 2008 - Op 24 oktober hebben TNO en Wageningen UR een 'Kenniscentrum Innovatieve Toxicologie' opgericht waarbinnen de beide instellingen intensief zullen gaan samenwerken op het gebied van alternatieven voor proefdieronderzoek. Het doel is om binnen het kenniscentrum methoden te ontwikkelen die het mogelijk maken om sneller een betrouwbare risico-evaluatie uit te voeren met gebruik van minder (belasting van) proefdieren.

Voordat producten, zoals medicijnen, industriële chemicaliën en voedingsmiddelen, op de markt gebracht mogen worden, moet de fabrikant eerst aantonen dat het product geen schadelijke effecten zal veroorzaken bij de mens of in het milieu. Dit kan worden aangetoond met behulp van bestaande gegevens of, bij afwezigheid daarvan, door het uitvoeren van wettelijk voorgeschreven toxicologisch onderzoek waaronder onderzoek met proefdieren.

Om het aantal proeven met dieren terug te dringen, zijn er alternatieven nodig die net zo goed of beter en liefst ook sneller kunnen aantonen dat een stof geen gevaar zal opleveren voor mens en milieu. Alvorens de resultaten die worden verkregen met dergelijke alternatieve methoden worden geaccepteerd door de autoriteiten, moeten ze zijn gevalideerd. De ontwikkeling van gevalideerde en geaccepteerde alternatieven kost tijd en vereist de juiste expertise.

Wageningen UR en TNO vinden dit onderzoek van groot belang en zetten graag hun experts in om de ontwikkeling van alternatieven en de validatie hiervan te versnellen. Dr. Ruud Woutersen (TNO), op 1 september 2008 benoemd tot buitengewoon hoogleraar Translationele toxicologie, en Prof. Dr. Ir. Ivonne Rietjens (Wageningen UR) zullen de het Kenniscentrum Innovatieve Toxicologie gaan leiden. Translationeel toxicologisch onderzoek draagt bij aan het verkrijgen van meer inzicht in de factoren die een rol spelen bij de extrapolatie van proefdier naar mens, door meer geïntegreerd gebruik te maken van de resultaten van in vivo en in vitro onderzoek en gegevens uit de klinische toxicologie.

Proefdierbeleid van TNO

TNO zet zich in voor een maatschappij met effectieve producten die niet schadelijk zijn voor mens en milieu, ontwikkeld met zo min mogelijk of zonder dierproeven. Om dit doel te bereiken is onderzoek nodig naar breed (internationaal) geaccepteerde methoden die als alternatief kunnen dienen voor de huidige proeven. * TNO voert alleen dierproeven uit indien dat voortvloeit uit wettelijke eisen of indien er geen betrouwbare alternatieven beschikbaar zijn; * TNO levert een actieve bijdrage aan het ontwikkelen en toepassen van alternatieven voor dierproeven (de drie V's: Vervanging, Verfijning en Vermindering); * TNO houdt zich hierbij - uiteraard - strikt aan de wettelijke regels en voorschriften.

In de omgang met proefdieren kent TNO grote waarde toe aan de intrinsieke waarde van proefdieren. Bij alle experimenten vindt dan ook een ethische toetsing plaats en staat een zorgvuldige behandeling van de dieren voorop. TNO neemt bovendien actief deel aan de maatschappelijke discussie over het gebruik van proefdieren. Dankzij haar vooraanstaande positie op veel onderzoeksterreinen is TNO goed op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van proefdiergebruik die tot een vermindering van het aantal dieren of tot een verbetering van hun levensomstandigheden bijdragen; TNO is erop gespitst om deze ontwikkelingen ook in het eigen handelen toe te passen