23 okt 2008
Numm er: 2008 003

Veiliger voedsel door snelle en goedkopere testen voor chemische contaminanten in de voedselketen. Dat is het belangrijkste doel van een nieuw Europees onderzoeksproject, getiteld CONffIDENCE. Het project wordt gecoördineerd door RIKILT â Instituut voor Voedselveiligheid, onderdeel van Wageningen UR.

De aanwezigheid van chemische contaminanten in de voedselketen is een belangrijke zorg voor Europese overheden, producenten en consumenten. Producenten en overheidsinstanties besteden veel geld aan de controle op de veiligheid van voedsel en diervoeding. Vaak worden hiervoor dure methoden gebruikt die slechts een specifieke contaminant kunnen opsporen. Er is dringend behoefte aan gevalideerde onderzoeksmethoden die eenvoudig, snel en goedkoop zijn en die zo veel mogelijk contaminanten tegelijkertijd meten.

Het CONffIDENCE project is opgezet om structurele oplossingen te bieden voor de monitoring op een groot aantal chemische contaminanten, zoals bestrijdingsmiddelen, slecht afbreekbare organische stoffen, diergeneesmiddelen waaronder antibiotica, zware metalen, gifstoffen uit schelpdieren en planten en mycotoxines. De bedoeling is om testen te ontwikkelen voor onder andere vis, schelpdieren en visvoer, op granen gebaseerd voedsel en diervoeding en groenten. Er wordt gebruik gemaakt van diverse nieuwe technologieën, zoals striptesten, vergelijkbaar met de zwangerschapstesten, en laboratoriummethoden waarmee veel producten in korte tijd kunnen worden geanalyseerd.

Na ontwikkeling worden de testen gebruikt om producten uit diverse Europese landen te onderzoeken op aanwezigheid van contaminanten. Hiermee krijgen de onderzoekers en de overheid een beter inzicht in de blootstelling van consumenten. Verder worden de testen ook ingezet om de overdracht van schadelijke contaminanten van diervoeder naar eieren en vlees te onderzoeken. Het is de bedoeling de testen bruikbaar te maken en beschikbaar te stellen voor het bedrijfsleven.Â

Het CONffIDENCE consortium bestaat uit 17 partners uit 10 Europese landen. Het project heeft een looptijd van 4 jaar en wordt financieel ondersteund door de Europese Gemeenschap en door nationale overheden. Vanuit Nederland nemen naast het RIKILT ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de diervoederproducent Nutreco deel aan het project.