Den Haag, 24 oktober 2008
Vragen van het lid Bouchibti (PvdA) aan de minister voor Jeugd en Gezin
met betrekking tot het achterblijven van Centra voor Jeugd en Gezin
1.
Kent u het bericht Centra voor Jeugd en Gezin nog dun gezaaid ? {Binnenlands Bestuur 15-20-2008, p. 11}
2.
Is het in het genoemde bericht gestelde Het schiet nog niet op met de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin correct, mede gezien het feit dat er volgens het genoemde artikel slechts 33 van de beoogde 50 centra zijn geopend? Zo ja, hoe komt dat en wat gaat u doen om dit te verbeteren? Zo nee, waarom niet?
3.
Deelt u de mening dat Centra voor Jeugd en Gezin in gemeenten klaarblijkelijk naar eigen inzicht worden op- en ingericht? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot de officiële criteria waaraan deze centra moeten voldoen? Zo nee, waarom niet?
4.
Hoeveel Centra voor Jeugd en Gezin zijn er daadwerkelijk op dit moment en in welke gemeenten? Hoeveel daarvan zijn ook operationeel? Hoe functioneren deze centra? Werken al deze centra samen met de Bureaus Jeugdzorg?
5.
Hoeveel Centra beschikken over een echt gebouw (&) waar ouders en kinderen naar binnen kunnen lopen ? Hoeveel centra bestaan nog slechts virtueel, dat wil zeggen beschikken over niet meer dan een telefoon en/of website? Worden de centra die slechts over een telefoon en/of website beschikken volledig gefinancierd?
6.
Is de doelstelling dat eind volgend jaar 125 gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin hebben en in 2011 alle gemeenten nog haalbaar? Zo ja, zijn daar extra inspanningen voor nodig en welke? Zo nee, wat zijn de doelstellingen dan wel
Partij van de Arbeid