Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
22 oktober 2008 HO&S/BS/66819 9 oktober 2008 2008Z04028/20809022
30
Onderwerp
Vragen over de NVAO
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Van der Vlies van uw Kamer inzake de
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2008Z04028
/2080902230.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 2/3
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Van der Vlies van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 8 oktober
2008, kenmerk 2008Z04028/2080902230).
1 Vraag: Bent u bekend met de brief van de NVAO aan de besturen van de Nederlandse
universiteiten en hogescholen waarin zij aangeeft niet binnen de wettelijke termijn aan haar
accreditatieverplichtingen te kunnen voldoen?1
Antwoord: Met de bedoelde brief ben ik bekend. De strekking van de brief is dat de NVAO
prioriteit wil geven aan de accreditaties met een termijn die op 31 december 2008 afloopt. Dat
heeft tot gevolg dat de behandeling van de ontvangen accreditatieaanvragen waarvan de termijn
vervalt op 31 december 2009 vertraging oploopt.
2 Vraag: Kunt u toelichten hoe de achterstanden in accreditatie bij de NVAO zijn ontstaan? Moet
uit deze achterstanden geconstateerd worden dat de capaciteit van de NVAO niet toereikend is
om stijgingen van het aantal aanvragen op te vangen?
Antwoord: De achterstanden komen voort uit:
· een zeer groot aantal te accrediteren universitaire opleidingen als gevolg van een
"stuwmeer" in de beoordeling van wo-opleidingen;
· een toenemend aantal nieuwe opleidingen (meer dan 150 in 2008) uit alle sectoren
van het hoger onderwijs;
· de voorbereidingen voor de volgende fase van het accreditatiestelsel, die een flink
beslag leggen op de capaciteit van de NVAO;
De capaciteit van de NVAO is in normale situaties toereikend om de accreditatieaanvragen
voor bestaande opleidingen af te handelen. Dit jaar is echter sprake van een forse piek in het
aantal aanvragen, onder meer omdat alle wo bachelor- en masteropleidingen voor 31
december 2008 accreditatie moeten hebben verworven. Daarnaast is het aanbod van te
beoordelen nieuwe opleidingen (150 in 2008) aanzienlijk groter dan bij de start was geschat
(nl. 60).
3 Vraag: Deelt u de mening dat het uitblijven van accreditatie in het bijzonder frustrerend werkt
voor lerarenopleidingen - die zich hebben ingespannen om aan de verplichtingen en afspraken te
voldoen - zeker gezien de prioriteit die aan deze opleidingen toekomt in het kader van Actieplan
Leerkracht?
Antwoord: Het overschrijden van de normale termijnen voor de besluitvorming met betrekking
tot accreditaties en toets nieuwe opleiding is in deze en alle andere gevallen frustrerend. In de
WHW is voorgeschreven dat de NVAO binnen drie maanden een beslissing neemt op een
1 Brief NVAO 25 september 2008.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 3/3
aanvraag voor accreditatie. De NVAO meldt dat op dit moment vier aanvragen voor accreditatie
van lerarenopleidingen wachten op behandeling. De PABO's zijn alle wettelijk tot en met 31
december 2009 geaccrediteerd. Aanvragen voor accreditatie van PABO's moeten voor 31
december 2008 bij de NVAO binnen zijn en worden volgens de planning van de NVAO vroeg in
het voorjaar van 2009 behandeld. Hoewel daardoor de termijn van drie maanden zal worden
overschreden, is er geen sprake van dat de accreditatie van deze opleidingen vervalt door het
verlopen van de termijn van zes jaar. Er is verder een aantal aanvragen voor nieuwe
lerarenopleidingen (masteropleidingen) ontvangen, die eveneens niet op korte termijn kunnen
worden afgehandeld.
4 Vraag: Welke mogelijkheden ziet u om de accreditatie van PABO's alsnog met voorrang te laten
plaatsvinden?
Antwoord: Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 5. Ik zie vooralsnog geen reden om de
lerarenopleidingen daarbij een bijzondere positie te geven.
5 Vraag: Hoe gaat u om met de gevolgen van het niet nakomen van de wettelijke termijnen inzake
accreditatie door de NVAO?
Antwoord: Ik heb de NVAO geïnformeerd over mijn standpunt dat overschrijden van de wettelijk
voorgeschreven termijnen niet acceptabel is. Voorts zal ik op korte termijn overleg voeren met
de NVAO om oplossingen te vinden voor dit probleem.
6 Vraag: Kunt u bevestigen dat de huidige achterstanden in beginsel een eenmalige gebeurtenis
vormen? Welke stappen onderneemt u om de kans op achterstanden in de toekomst te
minimaliseren?
Antwoord: Ja, zoals uit het antwoord op vraag 2 blijkt is de vertraging een gevolg van een
bijzondere samenloop van omstandigheden. De capaciteit voor accreditatie van bestaande
opleidingen is in principe voldoende. Ik ben met de NVAO in overleg om voor de toevloed van
aanvragen toets nieuwe opleidingen een oplossing te vinden. Anders dan de accreditaties van
bestaande opleidingen zijn de aanvragen toets nieuwe opleiding moeilijk te plannen en is het
aanbod de afgelopen tijd steeds hoger dan verwacht.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl