Persconferentie mobiliteitsaanpak
Toespraak | 22-10-2008 | Den Haag | Staatssecretaris Tineke Huizinga
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
De kracht, dames en heren, van de MobiliteitsAanpak zit in de som der
delen. We investeren in de weg, we investeren in het openbaar vervoer,
we investeren in vaarwegen en in fietspaden. Niet afzonderlijk, maar
in samenhang. Juist de samenhang voorkomt dat we vastlopen, dat we te
laat komen en dat we door al die verstoppingen het milieu veel
zwaarder belasten dan nodig is.
De eerste tijd ervaren de gebruikers het wellicht nog als plaatselijke
verbeteringen. Begrijpelijk. In de loop der jaren zal steeds beter
zichtbaar en vooral mérkbaar worden dat alle investeringen, alle
werkzaamheden bij elkaar leiden tot een krachtig geheel. Een geheel
dat ten goede komt aan de reiziger, aan het milieu en aan de
economie.
De minister heeft zojuist de investeringen in wegen, spoor en
mobiliteitsmanagement toegelicht. Ik breng voor u in kaart wat we doen
op het gebied van regionaal openbaar vervoer, de binnenvaart,
reisinformatie en de fiets. Nogmaals: zie het als facetten van het
totaal, waarmee Nederland comfortabel en duurzaam zijn bestemming
bereikt. Een totaal waarbij reizigers daadwerkelijk een keuze hebben
om van A naar B te komen.
Regionaal OV
Het regionaal openbaar vervoer biedt - al dan niet in aansluiting op
de trein - een goed alternatief voor de auto. We zijn bewust
selectief. Als ik het budget dat er is, laat uitvloeien over het hele
land, dan zal het verdampen. Daarom heb ik me geconcentreerd op de
plekken in het land waar het OV 't hardst nodig is en het meeste
oplevert - dat is in en rond de grote steden.
Samen met de regio's hebben we in totaal een miljard beschikbaar om de
capaciteit te vergroten, de frequentie te verhogen en te zorgen dat er
ontbrekende verbindingen aan de randen van de steden (zogenoemde
tangenten) komen. Met dat laatste ontsluiten we nieuwe woon- en
werkgebieden aan de stadsranden.
Op de kaart ziet u de elf regio's - van Groningen tot Limburg - waar
ik sámen met regionale bestuurders aan de slag ga.
· In het Noorden gaat het bijvoorbeeld om de bustangent van
Groningen-Zernike naar het Martiniziekenhuis, via het transferium
Hoogkerk. En om frequentieverhoging van de bus tussen Assen en
Groningen.
· In het Oosten van het land gaat het onder meer om uitbreiding van
het stadsnet in Zwolle en om de `Rijn-Waal-Sprinter' op de HOV-as
tussen Arnhem en Nijmegen.
· In het Zuiden werken we bijvoorbeeld aan de tram van Maastricht naar
Hasselt en aan frequentieverhoging op de verbinding Tilburg - Waalwijk
- Den Bosch. Ook werken we aan verbetering van het netwerk in Zeeland.
· In het Westen van het land gaat het onder andere om de tram tussen
Utrecht Centraal en de Uithof die er dan eindelijk komt. En om
verbetering van de westelijke tramlijnen in Amsterdam en van de
overvolle tramlijn 9 in Den Haag.
Voor het regionaal spoorvervoer hebben we 80 miljoen extra. We richten
ons op de vijf lijnen waarop het aantal reizigers het sterkst is
gegroeid en de capaciteit gaat knellen.
Ik noem als voorbeeld de lijnen Arnhem-Doetinchem en
Amersfoort-Ede/Wageningen. Deze lijnen lopen bovendien gedeeltelijk
langs filegevoelige wegen. Het spoor helpt daar de druk op de weg te
verminderen.
Reisinformatie en fiets
Reizigers zijn geen makke schapen en zéker geen kuddedieren. Ze willen
hun eigen plan trekken, ze willen een bewuste keuze maken. Daar zijn
twee dingen voor nodig:
· Ten eerste moet er wat te kiezen zijn. Het moge duidelijk zijn dat
we daar in een hoge versnelling aan werken.
· Ten tweede moet de reizigersinformatie up to date zijn.
De beste keuze verschilt van persoon tot persoon, van situatie tot
situatie en van uur tot uur. Het informatiesysteem dat mij voor ogen
staat drukt uit wat een reis kost in tijd, geld en belasting voor het
milieu.
Zo'n geavanceerd informatiesysteem is als de lijm die wegen, openbaar
vervoer, fiets- en vaarwegen met voldoende knooppunten, tot één sterk
geheel verbindt. De minister stipte het al aan: we hebben 30 miljoen
om zo'n systeem te realiseren.
Dan, heel belangrijk als we het hebben over reizen `van deur tot
deur': de fiets. Het is misschien wel een van de meest kenmerkende
vervoersoorten van ons land. De fiets is voor velen de beste oplossing
voor het korte stukje van en naar het station. Op mooie dagen trappen
we door tot de eindbestemming. Dat vergt goede fietspaden en prima
stallingen. Daar is 30 miljoen euro extra voor, bovenop de 20 miljoen
uit actieplan Groei op het Spoor.
Binnenvaart
Maatregelen
Voor de binnenvaart geldt in feite hetzelfde als voor de gemiddelde
reiziger: het komt aan op verbindingen, op keuze, op capaciteit en een
beetje tempo graag! Door de binnenvaart, de meest duurzame vorm van
goederentransport, te versterken, ontlasten we de weg. Dat betekent
voor de binnenvaart: op- en overslagmogelijkheden aan het water. Ik
investeer samen met de regio's in kades, loswallen, havenmondingen en
ontsluitende infrastructuur. Dat werk moet in 2013 zijn afgerond.
Bovendien versnellen we het achterstallig onderhoud aan de vaarwegen;
dat is in 2016 weggewerkt in plaats van 2020.
Ambitie voor 2028
Voor de binnenvaart werken we aan een degelijk en betrouwbaar
vaarwegennet. Met 24 uur per dag bediening van de sluizen en de
bruggen, waardoor de gemiddelde wachttijd daalt tot maximaal een half
uur. Het spreekt voor zich dat de gevolgen van de klimaatverandering
ook bij een oplossing voor de drukke vaarwegen een zware factor
vormen. De scheepvaart zal zich moeten voorbereiden op steeds vaker
voorkomend laagwater door op den duur over te schakelen op
lichtgewicht schepen.
Tot besluit
We laten Nederland niet vastlopen. We laten ons niet somber maken
omdat de drukte op de weg, het spoor en in het OV zijn toegenomen. Hoe
meer beweging en levendigheid, hoe beter in deze economisch kwetsbare
tijd. We investeren en we versnellen extra. Met elkaar zorgen we
ervoor dat Nederland vlot en veilig op de bestemming komt.
Ons doel is een robuust en samenhangend vervoerssysteem van hoge
kwaliteit. Een systeem waarin reizigers echte keuzes kunnen maken en
waarin de verschillende vormen van vervoer - auto, trein, bus, tram,
boot, fiets - uitstekend op elkaar aansluiten. Daaraan werken we
samen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat