persconferentie mobiliteitsaanpak
Toespraak | 22-10-2008 | Den Haag | Minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Inleiding
Gisterochtend.
· Een regenachtige dag;
· Een loshangende kabel in de Beneluxtunnel;
· Een kraanwagen met pech bij Lunetten;
· Uitgelopen wegwerkzaamheden bij Rijnsweerd.
Het resultaat: 568 kilometer file.En dat in de herfstvakantie. Dat
illustreert hoe urgent het is dat we werken aan een robuust
vervoerssysteem. We zien hoe kwetsbaar ons systeem is. Ook uit
internationale vergelijkingen blijkt dat ons wegennet zwaar wordt
belast en dat mensen weinig alternatieven hebben om van a naar b te
komen. Er moet dus wat gebeuren.
De staatssecretaris en ik beseffen heel goed dat de nodige elementen
uit de MobiliteitsAanpak op een of andere manier al in het nieuws zijn
geweest.
Toch is er aanleiding voor deze perspresentatie. Er is nieuws te
melden.
Nieuwe maatregelen voor 1,2 miljard euro. Ik kom daar zo op terug.
Naast dit nieuws willen we u het complete verhaal in z'n samenhang
meegeven en u in de gelegenheid stellen om ons hierop te bevragen. We
willen u laten zien hoe de genoemde 1,2 miljard passen in het totale
beeld. En we vertellen natuurlijk waaróm we zo'n groot bedrag extra
investeren.
Nieuws en samenhang, daar gaat het om de komende drie kwartier.
Urgentie
We hebben geen tijd te verliezen.
De prognoses uit de Nota Mobiliteit zijn ingehaald door de
werkelijkheid.
De tijd die we stilstaand of stapvoets rijdend op de weg doorbrengen,
was vorig jaar al hoger dan voor 2010 was voorzien. De reizigersstroom
in het openbaar vervoer en het goederenvervoer groeien ook harder dan
gedacht.
We moeten handelen. Praktisch, met visie en vooral met extra geld.
Alleen dan kunnen we het doel voor 2020 van de Nota Mobiliteit halen.
Alleen dan kunnen we voorkomen dat Nederland verder vastloopt op de
weg en in het openbaar vervoer.
Doel
Dit is het doel dat de staatssecretaris en mij voor ogen staat: een
stevig en samenhangend vervoerssysteem van hoge kwaliteit. Mobiliteit
is de loopolie van onze samenleving. In een tijd waarin de economie
onder druk staat is het extra belangrijk om de vaart te houden in het
zakelijke en sociale leven. Juist omdat Nederland een Europese
topregio moet zijn. Wij duwen niet, we trekken niet.
We willen niet mensen de auto uit, of het OV in. Geen keurslijf, wel
keuze.
Verkeer en Waterstaat zorgt voor een stevige basis zodat iedereen, of
het nou gaat om een forens, een vrachtwagenchauffeur of een oma met
kleinkinderen, vlot en veilig van deur tot deur komt.
Budget
Hoe doen we dat? U vindt het overzicht van het totale budget in de
persmap.
U ziet: met de MobiltiteitsAanpak is in totaal ruim 7 miljard euro
gemoeid.
Een flink aantal maatregelen en bedragen kent u al. Inderdaad, we
hebben de afgelopen tijd niet stilgezeten.
Nieuw is een bedrag van ruim 1,2 miljard. Dat is als volgt
opgebouwd:
· 878 miljoen voor de weg;
· 200 miljoen voor het regionaal OV;
· 80 miljoen voor het regionaal spoor;
· 40 miljoen extra voor uitvoering De Waal
· en 30 miljoen voor reizigersinformatie.
Let wel: dit is nieuw geld. Investeringen waarover we al eerder hebben
bericht zoals 4,5 miljard voor het spoor en 100 miljoen voor
mobiliteitsmanagement, blijven van kracht.
Bovendien presenteren we voor bestaand geld nieuwe maatregelen.
Eindbeeld
We hebben een investeringsagenda tot 2020 en ambitie voor 2028. Wat
staat ons uiteindelijk voor ogen? Een stevig geheel dat niet snel plat
gaat. Dus:
· Krachtige onderdelen: wegen, openbaar vervoer, fietsvoorzieningen en
vaarwegen - met goede overstappunten;
· Serieuze keuzemogelijkheden op basis van goede informatie over
reistijd, kosten en milieubelasting.
Om dat te bereiken staat ons veel, héél veel te doen. We pakken aan en
we pakken door. Er moet onder verantwoordelijkheid van VenW, maar
samen met andere overheden, veel werk worden verzet.
Tot 2020 werken we met 7 miljard aan:
· wegen, spoor en mobiliteitsmanagement; die licht ik toe;
· regionaal openbaar vervoer, binnenvaart en reisinformatie; daar gaat
de staatssecretaris nader op in.
Wegen; maatregelen tot 2020
We hebben in Nederland nog steeds wegen met 2 keer 2 rijstroken die in
de jaren zestig zijn aangelegd en waaraan sindsdien niets is gebeurd.
Ik noem stukken van de A1, de A2, de A4 en de A12. We hebben de
afgelopen decennia gewoon te weinig gebouwd.
Er is actie nodig.
· Dankzij de nieuwe Spoedwet Wegverbreding die bij de Tweede Kamer
ligt kunnen we nog deze kabinetsperiode besluiten over 30
spoedwet-projecten; een flink deel daarvan is hopelijk vóór 2012
klaar.
· Op de korte termijn verhelpen we de ergste problemen door slimmer
gebruik te maken van de bestaande capaciteit van wegen.
· We richten ons op zeven grotere wegenprojecten. Daarmee proberen we
zo goed mogelijk voor 2020 knelpunten op te lossen en maken we het
totale wegennetwerk steviger. Deze projecten zijn dus een goede stap
op weg naar het einddoel in 2028.
Het gaat om de volgende projecten:
1. de A4-corridor;
2. verbetering van regionale wegen rond Eindhoven;
3. opheffing `flessenhals' in de A12;
4. oplossing knooppunt Gouwe;
5. N35 Zwolle-Wierden;
6. A1 Apeldoorn;
7. verbeteringen op de Ruit Rotterdam.
· Verder investeren we in regionale knelpunten: de N18, de N57 en de
buitenring Parkstad.
Hierbij gaat het vooral om de verkeersveiligheid. Het werk daaraan
begint al deze kabinetsperiode.
Als we alle aanlegprojecten bij elkaar nemen, inclusief de projecten
die nu al in de begroting zijn opgenomen, dan krijgt u dit beeld.
Eind oktober bespreken we het hele pakket maatregelen met de regio's.
Daarna kunnen we in november de projecten met bouwlocaties
bekendmaken.
Wegen; ambitie voor 2028
Ik wil onze missie voor 2028 - een stevig en samenhangend
vervoerssysteem van de hoogste kwaliteit - voor de weg nader
specificeren. Waar dat zinvol is, ontvlechten we. Bijvoorbeeld door
regionaal van doorgaand verkeer te scheiden, of personen- van
goederenvervoer.
· We rijden in de spits op de hoofdverbindingsassen met 80 kilometer
per uur. De Nota Mobiliteit ging niet verder dan 66 kilometer per uur.
Meer ambitie dus. Ik wil benadrukken dat een betere doorstroming leidt
tot minder CO2- uitstoot en dus goed is voor het milieu.
Een constante snelheid van 80 kilometer per uur is beter dan in de
file staan (TNO).
· Om die 80 kilometer te halen, zijn in de Randstad minimaal 2 keer 4
rijstroken nodig op de belangrijkste verbindingen.
· N-wegen van Rijk en regio zijn belangrijk voor de bereikbaarheid en
voor de stevigheid van het totale wegennetwerk. Daar willen we meer in
investeren. Niet voor alle N-wegen gaat 100 kilometer per uur gelden.
Hooguit voor vijf Rijks-N-wegen (de N18, de N35, de N3, de N44 en de
N65) willen we, waar mogelijk en in overleg met de regio, kijken naar
een hogere ontwerpsnelheid.
Hogere snelheid is niet het doel, het gaat om kwaliteitsverhoging.
Het stedelijke wegennetwerk is de afgelopen decennia sterk gegroeid
door nieuwe woningbouwlocaties en nieuwe bedrijventerreinen. Het
provinciale en rijkswegennet moet mee kunnen groeien. Dat maakt deze
aanpak mogelijk.
Spoor
· Het actieplan om de groei op het spoor van 5 procent per jaar in
deze kabinetsperiode vast te houden is volop in uitvoering.
· Er is als bekend 4,5 miljard euro voor `spoorboekloos reizen': zes
intercity's per uur in de brede Randstad en de verbindingen naar
Arnhem, Nijmegen en Eindhoven, en `maatwerk' voor sprinters.
De ambitie voor 2028 gaat vèrder.
Het concept `spoorboekloos reizen' wordt uitgebreid:
· Met bij voorkeur zes sprinters per uur;
· Met frequentieverhoging op meer drukke lijnen.
Mobiliteitsmanagement
We hebben - ik noemde het al - 40 miljoen euro extra voor
mobiliteitsmanagement (commissie De Waal).
Het gaat daarbij onder meer om flexibele werktijden en collectief
vervoer tot aan de bedrijfspoort. Ik ben blij dat werkgevers en
werknemers gezamenlijk op zoek gaan naar manieren om files te
verminderen.
Reizigers zijn zich er steeds meer van bewust dat ze een keuze hebben.
Een keuze om buiten de spits om te reizen, om te telewerken of handig
gebruik te maken van het openbaar vervoer.
Anders Betalen voor Mobiliteit stimuleert extra om een bewuste keuze
te maken. Goede reizigersinformatie is onmisbaar voor wie een slimme
reis wil plannen, evenals overstappunten. En natuurlijk stellen we ook
kwaliteitseisen aan de bus, de tram, de metro en niet te vergeten aan
de fietspaden. Auto en OV staan niet los van elkaar. Het zijn opties
die naadloos op elkaar moeten aansluiten, zodat mensen voor elke reis
een goede afweging kunnen maken. Ik geef nu het woord aan de
staatssecretaris.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat