PERSBERICHT ALTERRA

Samenwerking Nederland-Maleisië om CO2-uitstoot te verminderen

Nederland en Maleisië hebben de handen ineengeslagen om de verwarring over de broeikasgasemissies van oliepalmteelt uit tropische veengebieden weg te nemen. Daarom hebben minister Cramer (VROM) en de Maleisische minister Chin (Plantation Industries and Commodities) het Joint Committee on Carbon Emissions ingesteld, dat in de komende jaren duidelijkheid moet verschaffen over dit onderwerp.

De teelt van oliepalmen op veen in Maleisië en Indonesië ligt al een poos onder vuur omdat er grote hoeveelheden CO2 vrijkomen wanneer veengronden voor de oliepalmenteelt worden ontwaterd en het veen daardoor oxideert. Een studie van Delft Hydraulics uit 2006 gaf aan dat de omvorming van veenbossen leidt tot een jaarlijkse CO2-uitstoot van 2000 miljoen ton, oftewel 8% van de wereldwijde CO2-uitstoot veroorzaakt door het verbranden van fossiele brandstoffen. De resultaten van dit alarmerende rapport worden echter door Maleisië in twijfel getrokken. Maleisië wijst op een wetenschappelijke publicatie die laat zien dat CO2-emissies uit een bosbodem juist hoger waren dan uit de bodem van een oliepalmplantage. In combinatie veroorzaakten deze publicaties verwarring over de koolstofbalans, en in het bijzonder over de effecten van het cultiveren van tropische venen.

Uit een nieuwe, onafhankelijke studie van Alterra (onderdeel van Wageningen UR), die op verzoek van beide ministers is uitgevoerd, blijkt nu dat het gehalte aan CO2 dat vrijkomt uit verschillende tropische venen sterk uiteen loopt, afhankelijk van verschillen in de waterhuishouding en het landgebruik. In een onverstoord veenbos groeit het veenpakket aan doordat in het natte en zure milieu organisch materiaal slecht wordt afgebroken. In de loop van de eeuwen zijn veenbossen daardoor belangrijke reservoirs van koolstof geworden. Die koolstof komt nu in korte tijd vrij door de ontwatering en omvorming tot oliepalmplantages. Bij een lage grondwaterstand treedt geen veenvorming meer op maar wordt het veen juist afgebroken doordat er zuurstof beschikbaar komt voor micro-organismen. Veel van de veenbossen in Maleisië en Indonesië zijn gedegradeerd en staan onder invloed van drainage, waardoor ze in sommige gevallen meer CO2 uitstoten dan ze in hun biomassa vastleggen.

Tot op de dag van vandaag is er nog weinig bekend van de volledige koolstofkringloop in tropische venen, omdat het meeste onderzoek zich heeft toegespitst op CO2-uitstoot uit de veenbodem alleen, zonder daarbij rekening te houden met de koolstofvastlegging door biomassa en andere wegen van koolstoftransport, zoals emissies van methaan (een ander broeikasgas) uit drainagekanalen of het uitspoelen van organisch materiaal dat elders oxideert.

Nederland en Maleisie hebben inmiddels overeenstemming op hoofdlijnen bereikt over een onderzoekprogramma dat door het Joint Committee on Carbon Emissions begeleid gaat worden. Deels zal dit onderzoek zich richten op het kwantificeren van de volledige koolstofkringloop, en deels op de vraag hoe plantages het beste worden beheerd zodat er zo weinig mogelijk broeikasgassen uit vrijkomen. De kennis die hiermee vergaard wordt, moet leiden tot oplossingen die de uitstoot van broeikasgassen uit tropische venen terugdringen.