Kwartaalcijfers pensioenfondsen: de reserves doen hun werk

23/10/2008 10:15

Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen

Den Haag, 23 oktober 2008 - De kwartaalcijfers waarmee de grote Nederlandse pensioenfondsen vandaag naar buiten komen, maken duidelijk dat ook de pensioenfondsen worden geraakt door de wereldwijde kredietcrisis. De cijfers bewijzen tegelijkertijd het nut van de reserves die de afgelopen jaren zijn opgebouwd.

Nederlands pensioenstelsel robuust

Het Nederlandse pensioenstelsel is robuust. Pensioenfondsen ontvangen premies en bouwen hiermee vermogen op, waarmee ze later de pensioenen betalen. Bovenop het vermogen dat nodig is voor de betaling van de pensioenen, hebben de pensioenfondsen reserves opgebouwd. Die reserves zijn bedoeld om economisch zware tijden goed door te kunnen komen, zoals nu het geval is. De Nederlandsche Bank houdt toezicht op zowel het pensioenstelsel als op de omvang van de reserves.

Interen op pensioenreserves

De cijfers van de pensioenfondsen over het derde kwartaal 2008 laten zien dat stevig is ingeteerd op de reserves. Pensioenfondsen zijn echter langetermijnbeleggers, met een horizon van vele tientallen jaren. De opgebouwde reserves in combinatie met de lange horizon zorgen ervoor dat de Nederlandse bedrijfstakbrede pensioenfondsen de huidige kredietcrisis het hoofd kunnen bieden. De pensioenen in Nederland zijn dan ook niet in gevaar.

Genoeg in kas

Er zit op dit moment ongeveer 600 miljard euro in de kassen van de gezamenlijke pensioenfondsen. Daarvan wordt jaarlijks 20 miljard euro aan uitkeringen besteed, terwijl de inkomende premies jaarlijks 25 miljard euro bedragen.

Afspraken op maat

Hoewel de Nederlandse pensioenfondsen de huidige malaise op de financiële markten goed kunnen doorstaan, moet een aantal fondsen de geslonken reserves weer op peil zien te krijgen. Ieder fonds waarvoor dit geldt, maakt daarover met De Nederlandsche Bank afspraken op maat.

Voor het herstel van de reserves hebben de fondsen 15 jaar de tijd. In sommige gevallen, waarbij de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen is gedaald tot 105% of lager, geldt een termijn van drie jaar om weer boven 105% uit te komen.

Geen overhaaste stappen

De Nederlandsche Bank en de Stichting van de Arbeid hebben de pensioenfondsen opgeroepen geen overhaaste stappen te nemen. Op dit moment nemen veel fondsen dan ook nog geen besluiten over eventuele gevolgen van de kwartaalcijfers, zoals het aanpassen van de pensioenen aan de inflatie en de hoogte van de premies.

Met de huidige beweeglijkheid op de financiële markten is sprake van sterk wisselende dagkoersen voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen. De eerste twee weken van oktober zakten de aandelenkoersen sterk verder weg. Ook daalde de rente, waardoor pensioenfondsen nog verder inteerden op hun reserves. Daarna zette een voorzichtig herstel in. De focus op de lange termijn maakt het voor pensioenfondsen niet zinvol onder deze omstandigheden beleidsconclusies te trekken.

Gevolgen voor de toeslag (indexatie)

Het is de verwachting dat een deel van de gepensioneerden in Nederland in 2009 geen of slechts een gedeeltelijke verhoging van de pensioenuitkering ter compensatie van de gestegen prijzen kan verwachten. Dit geldt ook voor het opgebouwde pensioen van werknemers.

Eerder is dit gebeurd in de jaren na de beurscrisis van 2001 en 2002. Toen de fondsen na een aantal jaren van herstel de reserves weer op peil hadden, hebben een groot deel van de gepensioneerden in 2007 een extra verhoging gekregen, om de eerder misgelopen verhogingen weer (deels) in te halen.

De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) is opgericht in 1985. Namens de 82 leden behartigt VB de pensioenbelangen van 4,7 miljoen deelnemers in bedrijfstakpensioenregelingen, ruim 1,2 miljoen gepensioneerden en 6,8 miljoen gewezen deelnemers. Nagenoeg alle bedrijfstakpensioenfondsen zijn bij VB aangesloten. De leden van VB vertegenwoordigen samen meer dan 75% van het aantal deelnemers in collectieve pensioenregelingen.








PNO media