Koraalriffen groeien ook in de diepe, koude oceaan
14 oktober 2008
Stel je voor dat je in de Atlantische Oceaan met een duikboot afdaalt
naar achthonderd meter diepte, waar het altijd ijskoud en pikdonker
is. De toppen van het heuvellandschap hier zijn bedekt met grote
koraalriffen. NIOZ-onderzoeker Furu Mienis deed onderzoek naar de
ontstaansgeschiedenis van deze onbekende koudwaterbroertjes van de
bekende tropische koralen. Mienis promoveert op 23 oktober aan de
Vrije Universiteit.
Furu Mienis onderzocht het ontstaan van kalkheuvels gedomineerd door
koudwaterkoraal op zeshonderd tot duizend meter diepte in de
Atlantische Oceaan. Deze riffen zijn te vinden langs de oostelijke,
continentale helling van Marokko tot Noorwegen, op de mid-oceanische
rug en op de westelijke, continentale helling langs de
Canadees-Amerikaane oostkust. Mienis onderzocht het gebied ten westen
van Ierland langs de randen van de Rockall Trog.
In haar onderzoek analyseerde Mienis omgevingsfactoren zoals
temperatuur, stroomsnelheid en stroomrichting van het zeewater. Die
factoren zijn bepalend voor de groei van koudwaterkoralen en de
heuvels. Deze omgevingsfactoren zijn gemeten met bodemlanders, die met
behulp van het NIOZ-oceaanonderzoekschip 'Pelagia' op de oceaanbodem
werden geplaatst en vervolgens een jaar later weer werden opgehaald.
Voedselsnelweg naar de diepzee
Koudwaterkoralen komen vooral voor rond de toppen van kalkheuvels in
gebieden waar de stroomsnelheid hoog is door sterke interne golven.
Deze worden veroorzaakt door de getijstroming en verhogen ter plekke
de turbulentie. Daardoor treedt een sterke verticale menging van het
oceaanwater op. Hierdoor ontstaat er als het ware een snelweg tussen
de voedselrijke, door de zon beschenen zone aan het zeeoppervlak en de
diepe, donkere lagen rond de 380 meter hoge toppen van de heuvels.
Algen en dierlijk plankton die in de bovenste lagen van de oceaan
groeien, vormen het voedsel van deze koudwaterkoralen. De koralen
Lophelia pertusa en Madrepora oculata zijn de belangrijkste soorten
langs de Europese continentale helling.
Kalkheuvels
Om het ontstaan en de opbouw van de kalkheuvels te kunnen begrijpen,
werden er vanaf onderzoeksschepen met een piston core tot 4,5 meter
lange sedimentkernen genomen die in dunne plakjes werden gesneden.
Deze zijn apart geanalyseerd; hoe dieper de laag, hoe ouder het
sediment. De onderzochte lagen waren tot 200.000 jaar oud. De kern
bevatte ook grote hiaten in de tijd, mogelijk veroorzaakt door sterke
veranderingen in zeestromingen. De kalkheuvelgroepen zijn gevormd in
de richting van de sterkste zeestroming en hun toppen bevinden zich
allemaal op gelijke hoogte. De heuvels blijken te zijn opgebouwd uit
kalk- en sedimentdeeltjes ingevangen tussen koraaltakjes. Deze
koudwaterkoraalriffen zijn dus niet ontstaan door lekkage van aardgas
uit de zeebodem. In de Golf van Mexico is dit mogelijk wel het geval.
Dat gebied wordt nu, op dit moment, door Furu Mienis, promotor Tjeerd
van Weering en NIOZ-collega Gerard Duineveld onder de loep genomen
vanaf het Amerikaanse onderzoeksschip 'Nancy Foster'.
Bedreigingen
Klimaatveranderingen hebben veel invloed gehad op de groei van koralen
en de ontwikkeling van de kalkheuvels. Tijdens ijstijden stopten de
koralen met groeien. De huidige opwarming van de aarde en de daarmee
gepaard gaande verzuring van de oceanen vormt ook een gevaar:
organismen kunnen in een zuurder wordende zee minder snel kalk
afzetten. Dit geldt zowel voor de koralen zelf als voor sommige
algensoorten die nu als voedsel dienen. Andere activiteiten op de
zeebodem die de koraalriffen zouden kunnen beschadigen, zijn de
off-shore industrie en de bodemvisserij. Een aantal Europese gebieden
met koudwaterkoraalriffen genieten gelukkig al een beschermde status.
Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de European Science Foundation
(ESF).
..............................
Meer informatie bij:
* drs. Furu Mienis (NIOZ)
* t.: +31(0)222 369 393, fmienis@nioz.nl
* promotie: 23 oktober, 13.45uur, VU Amsterdam
* promotor: prof. dr. Tjeerd van Weering (VU en NIOZ), co-promotor:
dr. Henko de Stigter (NIOZ)
* dr. Jan Boon, NIOZ communicatie & PR, t.: +31(0)222 369 466,
jan.boon@nioz.nl
Furu Mienis. 'Environmental Contraints on cold-water coral growth and
carbonate mound formation'. ISBN: 978-90-9023457-1.
Een foto van een koudwaterkoraalrif is op verzoek verkrijgbaar bij Jan
Boon.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek