In Nederland is de discrepantie tussen verhuiswensen en uiteindelijk verhuisgedrag groot. De meeste verhuisgeneigden slagen er niet in binnen twee jaar te verhuizen. Tegelijkertijd hebben tussen 2002 en 2005 veel meer verhuizingen plaatsgevonden dan op basis van het aantal urgente woningvragers mocht worden verwacht. Woningbehoefteonderzoeken geven slechts een beperkt inzicht in het toekomstige verhuisgedrag van mensen.
Auteur(s)Carola de Groot, Dorien Manting, Sanne Boschman Datum21 oktober 2008
ISBN978 90 78645 14 6
TaalNederlands
Aantal pagina's87
Verhuiswensen en verhuisgedrag in Nederland
In Nederland bestaat een grote discrepantie tussen de verhuiswensen die mensen uiten en hun uiteindelijke verhuisgedrag. Slechts vier op de tien aspirant-starters op de woningmarkt zijn binnen twee jaar verhuisd; van de aspirant-doorstromers is in de periode 2002-2005 zelfs nog geen een op de drie verhuisd. Wel variëren de verhuisgeneigdheid en de mate waarin verhuiswensen worden gerealiseerd per regio. Dat hangt samen met regionale verschillen in de bevolkingssamenstelling en de woningvoorraad. Vooral in de Noordvleugel van de Randstad doen zich problemen voor; Amsterdam blijkt voor aspirant-doorstromers de meest ontoegankelijke woningmarkt te zijn.
Tegelijkertijd blijkt dat uiteindelijk slechts 20 procent van degenen die in de periode 2002-2005 zijn verhuisd, ten tijde van het meest recente woningbehoefteonderzoek een urgente woningbehoefte had. Er hebben veel meer verhuizingen plaatsgevonden dan op basis van het aantal urgente woningvragers in 2002 mocht worden verwacht. Woningbehoefteonderzoeken geven dan ook slechts een beperkt inzicht in het toekomstige verhuisgedrag van mensen. Wordt de raming van de woningbehoefte gebaseerd op de huidige urgente woningvragen, dan wordt de feitelijke woningbehoefte onderschat.
pdf downloaden
Zie het origineel