abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
22 oktober 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGMO-2008/2543 -
Onderwerp
Kabinetsreactie Voorstel Taskforce Mobiliteitsmanagement
Geachte voorzitter,
Op 8 september 2008 heeft de heer De Waal het voorstel van de Taskforce
Mobiliteitsmanagement aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangeboden. Als alle
voorstellen worden uitgevoerd, dan verwacht de Taskforce een reductie van 5% van het
aantal autokilometers in de spits en de bijbehorende milieu-uitstoot te kunnen realiseren in
deelnemende regio's. De Taskforce heeft de ambitie dit landelijk te versterken door middel
van de aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid en een verbreding van de aanpak
naar andere stedelijke gebieden.
Samen werken aan bereikbaarheid
Zoals de Taskforce aangeeft in zijn brief hebben overheden, werkgevers en werknemers
ieder vanuit hun eigen rol een gezamenlijke verantwoordelijkheid en gezamenlijk belang
om de bereikbaarheid te verbeteren. Iedereen moet nu tegelijkertijd uit de startblokken
komen. Alleen dan kunnen we Nederland bereikbaar houden.
Een van de speerpunten van het kabinet is het besluitvormingsproces rond infrastructuur
voor 2010 te halveren (follow up commssie Elverding). Op 2 oktober 2008 hebben de
ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM het Actieplan Sneller en Beter
gepresenteerd. Dit actieplan is een routekaart met 22 stappen op weg naar een structurele
verbetering van wetgeving, inspraak en ambtelijke en bestuurlijke processen. De
routekaart loopt deels parallel aan de korte termijn doelstelling van de minister van
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGMO-2008/2543
Verkeer en Waterstaat om over 30 wegprojecten een besluit te nemen, een spade in de
grond te steken en een deel ervan op te leveren.
Tegelijkertijd wordt er geïnvesteerd in het openbaar vervoer per spoor. De kabinetsambitie
voor de korte termijn is een reizigersgroei van 5 procent in de trein per jaar. Daartoe wordt
komend jaar 100 mln besteed aan onder meer extra treinen en het vergroten van het
reisgemak door investeringen in de informatievoorziening en het fietsenstallingen op
stations. Voor de langere termijn wordt 4,5 mld ingezet voor het Programma
Hoogfrequent Spoorvervoer. Hierdoor wordt het mogelijk om op termijn in de Randstad
en op de belangrijkste corridors spoorboekloos te rijden. De Mobiliteitsaanpak die in
oktober 2008 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden bevat een extra impuls om
het mobiliteitssysteem voor de korte, middellange en lange termijn robuust en
toekomstvast te maken. In de Mobiliteitsaanpak staan de maatregelen die deze
kabinetsperiode en in de periode tot 2020 worden genomen plus een ambitie voor de
periode daarna tot 2040.
Kabinet ondersteunt voorstellen Taskforce
Het kabinet wil de Taskforce bedanken voor zijn inzet. De Taskforce heeft zijn
werkzaamheden met veel enthousiasme en voortvarendheid opgepakt. Dit geldt in het
bijzonder voor de werkgevers en overheden in de regio's Amsterdam, Arnhem -
Nijmegen, Eindhoven `s-Hertogenbosch, Haaglanden, Rotterdam en Utrecht. Zij hebben
de afgelopen maanden concrete afspraken met elkaar gemaakt om de bereikbaarheid in
hun regio's te verbeteren en de bijbehorende milieu-uitstoot te verminderen. Ook de
Stichting van de Arbeid heeft een bijdrage geleverd door in korte tijd met aanbevelingen
op het gebied van mobiliteitsmanagement te komen.
Het kabinet vertrouwt erop dat alle partijen zich ervoor zullen inzetten om de voorstellen
van de Taskforce tot een succes te maken zodat de ministeriële regeling op basis van de
Wet milieubeheer niet meer nodig is.
De Taskforce heeft aangeboden om zich hiervoor te blijven inzetten. Het kabinet maakt
graag van dit aanbod gebruik en trekt financiële middelen uit om de Taskforce daarbij te
ondersteunen. In de Mobiliteitsaanpak zal dit verder worden toegelicht.
Het kabinet is tevens bereid om met ingang van 1 januari 2009 als extra ondersteuning
een aantal fiscale maatregelen te treffen. Zo zal op advies van de Taskforce de
verhuiskostenregeling worden geoptimaliseerd en zal de regeling voor de onbelaste vaste
reiskostenvergoeding worden verruimd. Tevens zal het ter beschikking stellen van een
openbaarvervoerkaart aan iemand met een auto van de zaak die ook voor privé-
doeleinden ter beschikking staat niet langer consequenties hebben voor de fiscale
bijtelling.
---
VENW/DGMO-2008/2543
Nadere inhoudelijke toelichting
In het vervolg van deze brief wordt de inzet van het kabinet nader toegelicht. Het kabinet
reageert eerst in algemene zin op het voorstel van de Taskforce. Daarna gaat het kabinet
in op een aantal concrete voorstellen uit de brief van de Taskforce.
Aanleiding
Het kabinet heeft de sociale partners, decentrale overheden en de top van het
bedrijfsleven uitgenodigd om de Taskforce Mobiliteitsmanagement op te richten. VNO-
NCW en MKB-Nederland hebben in een gezamenlijke brief van 10 juli 2007 positief
hierop gereageerd.
In december 2007 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat de Taskforce
Mobiliteitsmanagement ingesteld. De opdracht van de Taskforce was om voor 1
september 2008 met concrete en niet-vrijblijvende voorstellen te komen om de
bereikbaarheid en leefbaarheid structureel te verbeteren. De focus van de voorstellen ligt
daarbij op mobiliteitsmanagement.
Aanleiding voor de instelling van de Taskforce was onder meer het advies
"Mobiliteitsmanagement"van de Sociaal Economische Raad (SER) uit 2006. De SER stelt in
zijn advies dat bij het bedrijfsleven een cultuuromslag vereist is inzake
mobiliteitsmanagement. De SER beveelt aan om op regionaal niveau verplichtende
afspraken te maken waarbij convenanten als een middel van groot belang worden gezien.
Ook het belang van positieve prikkels om werknemers te stimuleren aan
mobiliteitsmanagement te doen wordt genoemd. De rijksoverheid dient de kaders te
scheppen voor mobiliteitsmanagement en regionale afspraken daarover te ondersteunen.
In de kabinetsreactie op het advies van de SER onderschrijft het kabinet de bovenstaande
aanbevelingen. Bovendien benadrukt het kabinet dat het de voorkeur geeft aan
voorstellen voor het niet vrijblijvend regelen van mobiliteitsmanagement vanuit het
bedrijfsleven zelf. Dit in plaats van verplichtende maatregelen op grond van een
ministeriële regeling voor vervoersmanagement naar aanleiding van de motie van der
Ham/Dijksma (2004). Deze motie pleit voor een minder vrijblijvende aanpak van
vervoermanagement, onder te brengen bij de Wet milieubeheer.
Belang van mobiliteitsmanagement
Een goede bereikbaarheid is van belang voor een goed functionerende economie. De
laatste jaren staat de bereikbaarheid in toenemende mate onder druk. De
maatschappelijke kosten van de files zijn inmiddels opgelopen tot 3 miljard euro per jaar.1
Mobiliteitsmanagement biedt kansen om de bereikbaarheid te verbeteren. Er gelden dan
ook al verschillende fiscale faciliteiten hiervoor zoals de verhuiskostenregeling en de
reisaftrek voor het reizen met openbaar vervoer.
Zoals de Taskforce aangeeft levert mobiliteitsmanagement niet alleen een bijdrage aan de
verbetering van de bereikbaarheid op korte termijn. Mobiliteitsmanagement is tevens een
voorbereiding op een toekomst met de kilometerprijs: het biedt alternatieven voor het
1 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Mobiliteitsbalans 2008, Congestie in perspectief, 2008.
---
VENW/DGMO-2008/2543
gebruik van de auto in de spits en stimuleert dat mensen bewuste mobiliteitskeuzes
maken.
Mobiliteitsmanagement speelt bovendien een belangrijke rol als het gaat om het vergroten
van de arbeidsparticipatie en de arbeidsproductiviteit. Daarnaast kan
mobiliteitsmanagement een belangrijke bijdrage leveren aan een goede combinatie van
arbeid en zorg. De gezinsvriendelijkheid van werkgevers, regio's, steden en gemeenten
kan hierdoor toenemen en de tijdsdruk voor gezinnen af.
Tot slot is mobiliteitsmanagement van belang voor het verminderen van de milieubelasting
door het autoverkeer. Het gebruik van alternatieve vervoerswijzen, thuis- en telewerken
en het houden van video en/of teleconferenties zal naar verwachting leiden tot een daling
van de CO2-uitstoot en het afnemen van de emissies van luchtverontreinigende stoffen.
Uitstel ministeriële regeling
Het voorstel van de Taskforce bevat maatregelen in de sfeer van arbeidsvoorwaarden om
bewust reizen, flexibel werken2 en dichter bij het werk wonen te bevorderen. Deze zijn
gebaseerd op concept-aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid. Daarnaast zijn in zes
regio's afspraken gemaakt tussen werkgevers en decentrale overheden om de
bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio te verbeteren.
Nu is het de uitdaging om deze voorstellen en afspraken om te zetten in concrete
resultaten. Daarvoor is het van belang dat de concept-aanbeveling van de Stichting snel
wordt vastgesteld zodat de sociale partners daarmee aan de slag kunnen gaan. Dit
uiteraard in aanvulling op de eigen inspanningen van het kabinet om de congestie te
verminderen. Als het gaat om de regionale convenanten dan is het van belang om in de
zes regio's achterblijvers mee te krijgen en de aanpak van de Taskforce verder uit te rollen
naar andere stedelijke gebieden.
Het kabinet heeft er vertrouwen in dat dit gaat lukken en dat alle partijen zich ervoor
zullen inzetten om de voorstellen van de Taskforce tot een succes te maken. De
ministeriële regeling op basis van de Wet milieubeheer is dan niet meer nodig. Medio
2010 als de eerste monitoringsresultaten beschikbaar zijn, verwacht het kabinet daar meer
inzicht in te hebben. De Taskforce heeft hiertoe in samenwerking met het ministerie van
Verkeer en Waterstaat een programma voor monitoring en evaluatie opgesteld.
Voorstellen Taskforce
Arbeidsvoorwaarden
Als het gaat om arbeidsvoorwaarden noemt de Taskforce drie prioritaire thema's: bewust
reizen, flexibel werken en dichter bij het werk wonen.
Bewust reizen
De Taskforce ziet een belangrijke rol voor een persoonlijk mobiliteitsbudget om bewust
reizen te bevorderen. Om de toepassing van persoonlijke mobiliteitsbudgetten te
stimuleren, verzoekt de Taskforce het kabinet zodanige fiscale faciliteiten te creëren dat de
werknemer voor het woon-werkverkeer een vaste onbelaste vergoeding ontvangt die niet
beïnvloed wordt door zijn mobiliteitskeuze. Ook als de reis niet wordt gemaakt dient de
2 Flexibel werken wordt ook wel aangeduid als telewerken, thuiswerken en E-werken. Deze
werkvormen kenmerken zich door de mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken.
---
VENW/DGMO-2008/2543
onbelaste vergoeding te worden gehandhaafd. Zo ontstaat tevens een financiële prikkel
voor telewerken. De regeling dient maximaal flexibel te worden toegepast zodat een
werknemer elke dag opnieuw zijn afweging kan maken.
Het kabinet is het met de Taskforce eens dat het persoonlijk mobiliteitsbudget kansen
biedt als het gaat om het maken van bewuste mobiliteitskeuzes. Het is in dit verband goed
te vermelden dat de huidige fiscale behandeling van reiskostenvergoedingen al ruimte
biedt voor de wensen van de Taskforce. De dagelijkse maximale onbelaste
reiskostenvergoeding is slechts afhankelijk van de woon-werkafstand. Hierdoor ontstaat
een mobiliteitsbudget dat onafhankelijk is van de mobiliteitskeuze.
In 2007 zijn de mogelijkheden voor vaste reiskostenvergoedingen verruimd, waardoor ook
een onbelaste reiskostenvergoeding op thuiswerkdagen mogelijk is. Volgens de huidige
regeling is dit mogelijk indien de werknemer op minimaal 70% van het aantal werkdagen
naar zijn vaste arbeidsplaats reist. Het kabinet is bereid aan het voorstel van de Taskforce
tegemoet te komen door het percentage van 70% te verlagen naar 60%. Hierdoor wordt
het voor werknemers mogelijk tot twee hele dagen per week thuis te werken met behoud
van de onbelaste reiskostenvergoeding. Voor deeltijdwerkers kan de regeling naar rato
worden toegepast. Het budget dat hier voor nodig is, is gevonden door de
verhuiskostenregeling op advies van de Taskforce te optimaliseren.
Omdat de regeling voor vaste reiskostenvergoedingen nog geen grote bekendheid geniet,
kan de Taskforce een belangrijke rol spelen in de communicatie over deze regeling, zodat
deze regeling door een groter aantal werkgevers toegepast gaat worden.
De Taskforce heeft een aantal grote werkgevers bereid gevonden om pilots te houden met
het persoonlijk mobiliteitsbudget. Met deze pilots verkent de Taskforce verschillende
manieren om het persoonlijk mobiliteitsbudget in te zetten en aantrekkelijk te maken.
Daarbij kan onder meer gedacht worden aan het verminderen van de administratieve
lasten. Het kabinet ziet de uitkomsten van deze pilots met belangstelling tegemoet.
In het kader van het mobiliteitsbudget vraagt de Taskforce het kabinet naar de mogelijke
fiscale consequenties van de combinatie van een lease-auto met een
openbaarvervoerkaart en over de mogelijkheden de parkeerkosten van het parkeren van
een lease-auto bij P+R-terreinen te vergoeden.
Het kabinet vindt dat het ter beschikking stellen van een openbaarvervoerkaart aan
iemand met een auto van de zaak die ook voor privé-doeleinden ter beschikking staat niet
langer consequenties mag hebben voor de fiscale bijtelling. De Belastingdienst zal
werkgevers hier op korte termijn over informeren. Ook kunnen de parkeerkosten van het
parkeren van een leaseauto bij P+R-terreinen onbelast vergoed worden aan de
werknemer.
Flexibel werken
De Taskforce noemt in navolging van de Stichting van de Arbeid een aantal kansrijke
oplossingsrichtingen op het gebied van mobiliteitsmanagement en een scala aan mogelijke
maatregelen waaronder het stimuleren van anders of op andere tijden reizen, het optimaal
benutten van mogelijkheden tot telewerken, het anders indelen van werkpatronen, het
stimuleren van pilots en het koppelen van arbeidstijdenmanagement aan
---
VENW/DGMO-2008/2543
mobiliteitsmanagement waardoor het mogelijk wordt om werktijden te spreiden en werk en
privé beter te combineren.
De Taskforce geeft aan dat sociale partners deze onderwerpen actief zullen inbrengen in
de arbeidsvoorwaarden/CAO-overleggen als de concept-aanbeveling van de Stichting van
de Arbeid definitief is geworden. De Taskforce wil dit ondersteunen met diverse acties op
het gebied van communicatie en verwacht een stimulerende werking van de eerder
genoemde persoonlijke mobiliteitsbudgetten.
Het kabinet onderschrijft het belang van mobiliteitsmanagement en is dan ook verheugd
dat de sociale partners hebben afgesproken om dit thema op de agenda te zetten bij de
arbeidsvoorwaarden/CAO-overleggen om tot concrete afspraken te komen.
De Taskforce geeft het kabinet in overweging om eventuele belemmeringen voor
telewerken weg te nemen. De Taskforce doelt specifiek op de eisen voor de fiscale
telewerkregeling en het zelfstandigheidscriterium voor de fiscale werkruimteregeling.
De Taskforce zou graag zien dat de eis voor de telewerkregeling dat de werknemer
minimaal één hele dag per week thuis moet werken om in aanmerking te komen voor een
vergoeding voor de inrichting van een werkplek, vervangen wordt door een eis waarbij de
werknemer minimaal acht uur verdeeld over de week thuis moet werken. Het kabinet
staat positief tegenover de wens van de Taskforce om telewerken aantrekkelijker maken
en ziet hiertoe mogelijkheden in het persoonlijk mobiliteitsbudget. Door de eis dat de
werknemer op minimaal 70% van het aantal werkdagen naar zijn vaste arbeidsplaats
moet reizen te verlagen naar 60%, maakt het kabinet het mogelijk dat een werknemer tot
twee hele dagen per week kan thuiswerken met behoud van de onbelaste
reiskostenvergoeding. Hiervan wordt een stimulerende werking verwacht op telewerken.
Met het laten vervallen van het zelfstandigheidscriterium voor de werkruimteregeling zou
een einde gemaakt worden aan de in 2005 ingevoerde eenduidige fiscale behandeling van
de werkruimte voor ondernemers, resultaatgenieters, DGA's en werknemers in loondienst.
Het kabinet wil geen afstand doen van deze eenduidige behandeling. Met het
terugdraaien van het zelfstandigheidscriterium zou bovendien voor de Belastingdienst
opnieuw de situatie ontstaan dat niet te controleren valt of een deel van een woning
voldoende zakelijk wordt gebruikt om in aanmerking te komen voor de
werkruimteregeling. Daar komt bij dat het kabinet deze maatregel niet effectief acht,
omdat deze maatregel enkel van belang is voor de zeer kleine groep werknemers die
minimaal 70% van hun inkomen in of vanuit de werkruimte thuis behalen.
Volgens de Taskforce is een spreiding van werktijden en openingstijden van belang om
flexibel werken tot een succes te maken. Ook de spreiding van schooltijden biedt volgens
de Taskforce mogelijkheden. De Taskforce wil een conferentie organiseren om deze
thema's verder te verkennen en daarbij de samenwerking zoeken met de Taskforce
DeeltijdPlus, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van
Verkeer en Waterstaat en het programmaministerie voor Jeugd en Gezin.
Het kabinet juicht dit initiatief toe en stelt zich voor dat de genoemde thema's zijn in te
passen in de door de minister van Jeugd en Gezin in samenwerking met de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
aangekondigde conferentie voor gezinsvriendelijke werkgevers in het voorjaar van 2009.
---
VENW/DGMO-2008/2543
Ook komt flexibiliteit van arbeidstijd en- plaats aan de orde in dit najaar onder
verantwoordelijkheid van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te
verschijnen verkennende kabinetsnotitie over de flexibilisering van verlofregelingen en
arbeidstijden.
Dichter bij het werk wonen
De Taskforce constateert dat het grootste gedeelte van het woon-werkverkeer wordt
veroorzaakt door mensen die op meer dan 25 kilometer van hun werk wonen. Hier liggen
volgens de Taskforce kansen om het aantal autokilometers in de spits te verminderen.
Werkgevers en werknemers zouden moeten afspreken om voor dat soort verhuizingen
grotere kostenvergoedingen aan werknemers te verstrekken. De Taskforce stelt dan ook
voor de huidige fiscale verhuiskostenregeling zodanig aan te passen dat het mogelijk is om
aan mensen die op meer dan 25 kilometer van hun werk wonen en die dichter naar het
werk verhuizen een grotere onbelaste kostenvergoeding toe te kennen.
Het kabinet staat positief tegenover het voorstel van de Taskforce en is bereid de huidige
fiscale verhuiskostenregeling te optimaliseren door deze meer te richten op de meest
relevante verhuizingen zodat mensen die dat willen en die dat past in de gelegenheid
kunnen worden gesteld om van een dergelijke vergoeding gebruik te maken. De financiële
stimulans om te verhuizen kan vergroot worden voor werknemers die op meer dan 25
kilometer van hun werk wonen. Ook voor andere werknemers die verhuizen om een
zakelijke reden kan die stimulans vergroot worden. Tegelijk kan de onbelaste
verhuiskostenvergoeding afgeschaft worden voor werknemers die op minder dan 25
kilometer van het werk wonen indien zij verhuizen vanwege een niet zakelijke reden.
De Taskforce wil tevens een aantal proeven doen om via de matching van vacatures en
het ruilen van banen de woon-werkafstand te verkleinen. Het kabinet ziet de resultaten
van deze proeven met belangstelling tegemoet.
Regionale convenanten
De inspanningen van de zes voorbeeldregio's zijn een belangrijk onderdeel van het
voorstel van de Taskforce. In alle voorbeeldregio's hebben werkgevers en decentrale
overheden zich gecommitteerd aan een bereikbaarheidsdoelstelling in de vorm van een
convenant. Na de zes voorbeeldregio's wil de Taskforce ook tot afspraken komen tussen
werkgevers en decentrale overheden om de bereikbaarheid en leefbaarheid te verbeteren
in andere stedelijke gebieden.
Om ervoor te zorgen dat de voorstellen van de Taskforce navolging krijgen, zet de
Taskforce in op een breed communicatietraject. Door werkgevers en werknemers te
informeren over de mogelijkheden en kansen op het gebied van mobiliteitsmanagement
verwacht de Taskforce dat meer mensen zich bij de initiatieven van de Taskforce zullen
aansluiten. Parallel daaraan zullen sociale partners, als de aanbeveling van de Stichting van
de Arbeid is vastgesteld, hun onderhandelaars van alle informatie voorzien die nodig is om
mobiliteitsmanagement te agenderen op de arbeidsvoorwaarden/CAO-overleggen en tot
concrete afspraken daarover te komen.
---
VENW/DGMO-2008/2543
De Taskforce doet een beroep op het kabinet voor financiële ondersteuning van de
genoemde activiteiten en vraagt tevens om een verbreding van de aanpak van de
mobiliteitsprojecten van Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM) naar andere stedelijke
gebieden. Dit is volgens de Taskforce voor veel regio's een extra stimulans om met
mobiliteitsmanagement aan de slag te gaan.
Voor de mobiliteitsprojecten van ABvM is 100 mln beschikbaar voor de zes
voorbeeldregio's. Regio's die een Taskforce convenant hebben afgesloten kunnen in
aanmerking komen voor een bijdrage uit dit budget voor twee soorten projecten: proeven
met prijsprikkels en proeven met `value added services'. Deze projecten zijn er onder
andere op gericht om vooruitlopend op de invoering van de kilometerprijs de
bereikbaarheid rondom de grote steden te verbeteren en werken in die zin versterkend op
de initiatieven van de Taskforce Mobiliteitsmanagement.
Op basis van de voorliggende regionale convenanten kunnen, mits de aanbevelingen van
het expertteam van de Taskforce worden opgevolgd, de mobiliteitsprojecten ABvM nu
verder worden uitgewerkt en kunnen afspraken tussen rijk en regio worden gemaakt.
Deze afspraken worden vastgelegd in een uitvoeringsconvenant per mobiliteitsproject
ABvM. Het streven is om de eerste uitvoeringsconvenanten nog dit jaar te tekenen zodat
de projecten begin 2009 operabel zijn.
Het kabinet wil de Taskforce graag ondersteunen bij de uitvoering van zijn voorstellen en
de totstandkoming van nieuwe regionale convenanten en komt daarop terug in de
Mobiliteitsaanpak. In het kader van het Actieplan Spoor stelt het kabinet 12 mln
beschikbaar voor het doorlichten van mobiliteitsbeleid van circa 1000 werkgevers, het
verlenen van individuele reisadviezen aan ongeveer 100.000 werknemers en pilots met
een andere dagindeling.
Voorbeeldfunctie Rijk
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft namens de sector
Rijk het Taskforce convenant in de regio Haaglanden ondertekend. Daarin geeft BZK aan
welke acties het Rijk nu al onderneemt op het gebied van mobiliteitsmanagement. Alle
werknemers van het Rijk kunnen bijvoorbeeld van hun werkgever een openbaar vervoer
kaart krijgen voor het woon-werkverkeer. Verder is op 1 juli 2008 een nieuwe regeling3
voor het woon-werkverkeer voor rijkspersoneel in werking getreden waardoor een betere
balans ontstaat tussen vergoedingen voor het gebruik van openbaar en fiets enerzijds en
vergoedingen voor autogebruik anderzijds.
In het convenant kondigt BZK tevens aan dat de sector Rijk de komende maanden
aanvullende acties op het gebied van mobiliteitsmanagement zal formuleren. Er lijken
vooral mogelijkheden te zijn om telewerken en flexibele werktijden te vergroten, het
openbaar vervoer gebruik door het rijkspersoneel is immers al erg hoog.
Ook in andere regio's zijn rijksdiensten soms convenantpartij, bijvoorbeeld in Arnhem-
Nijmegen waar Rijkswaterstaat als regionale werkgever het convenant mede ondertekent.
3 Circulaire Nieuwe voorziening voor het woon- werkverkeer, 2008.
---
VENW/DGMO-2008/2543
Vervolg
Het voorstel van de Taskforce bevat goede initiatieven die navolging verdienen. Het
kabinet zal samen met de partijen vertegenwoordigd in de Taskforce dan ook de
uitvoering hiervan voortvarend ter hand nemen. Gezien het belang van het voorstel wil
het kabinet graag nadere afspraken hierover maken tijdens een eerstvolgend
overleg.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga- Heringa
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER,
dr. Jacqueline Cramer
DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
mr. drs. J.C. de Jager
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat