Woonbond
21-10-2008
Vier grote steden vragen 6,7 miljard
Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam willen de komende tien jaar
6,7 miljard euro extra van het kabinet om in de grote steden problemen
aan te pakken, nieuwe woningen te bouwen, oude te renoveren en de
economie in wijken op gang te helpen. Zij maken zich vooral zorgen
over een aantal geldstromen dat na volgend jaar opdroogt. Zo dreigt
het budget voor het Grote Stedenbeleid met ingang van 2010 drastisch
te worden verlaagd. Terwijl er geld bíj zou moeten komen, volgens de
steden.
Het Grotestedenbeleid is bedoeld om de problemen in 31 grote steden
(G31) aan te pakken. De afgelopen jaren bedroeg het budget jaarlijks
meer dan 900 miljoen euro. In 2010 daalt dit naar 370 miljoen, en in
2012 is voor de problemen in de steden nog 180 miljoen over.
Minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie zei zich in het
kabinet sterk te willen maken voor extra geld. Tegelijk waarschuwde ze
dat de uitkomst van die discussie onzeker is. De financiële crisis
sijpelt door naar de reële economie en brengt veel onzekerheden met
zich mee. (De Volkskrant, 21 oktober). Volgens Vogelaar zit er
bovendien een groot gat tussen de ambities van de wethouders en de
bedragen waar de meerjarenramingen van het kabinet voorlopig rekening
mee houden wel een half miljard per jaar in de eerste vijf jaar.
Het probleem is dat hier bij de start van het kabinet niet goed over
nagedacht is, aldus Vogelaar. Toen kon iedereen ook al zien dat
geldstromen als de GSB-gelden (Grotestedenbeleid) en ISV-gelden
(Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) na 2009 zouden ophouden.
Maar er is niet geregeld wat er daarna moest gebeuren. Nu moeten we
tussentijds iets regelen. Dat is nooit de beste uitgangspositie.
De vier grote steden stellen dat het kabinet van ze verwacht dat ze de
komende tien jaar onder meer 150 duizend nieuwe woningen bouwen.
Daarnaast moeten ten minste 45 duizend woningen van corporaties en 57
duizend particuliere woningen worden gerenoveerd. Volgens de vier
grote steden is de 2,5 miljard euro die de woningcorporaties de
komende tien jaar in de veertig Vogelaarwijken investeren onvoldoende.
Zij wijzen erop dat de aanpak van die buurten slechts een onderdeel is
van de maatregelen die moeten worden genomen om de tweedeling tussen
arm en rijk te verkleinen.