Ingezonden persbericht


PERSBERICHT Maandag 13-10-2008

Nieuw: Het Architectenboek VI

Toparchitecten over het spanningsveld tussen traditie en vernieuwing

Is de hedendaagse architectuur schizofreen? Deze vraag vormt de inzet van het zojuist verschenen Architectenboek van uitgeverij Inside Information. In dit zesde deel van de jaarlijks verschijnende uitgave laten vooraanstaande architecten als Rem Koolhaas, Rob Krier, Liesbeth van der Pol en Bob van Reeth hun licht schijnen over de vraag in hoeverre de begrippen 'traditie' en 'vernieuwing' tegenpolen zijn.

Het lijkt soms alsof de hedendaagse architectuur te kampen heeft met een bipolaire stoornis. Enerzijds ontwerpen internationale toparchitecten de meest fantastische innovatieve gebouwen met ultravormelijke gevels, anderzijds viert het neotraditionalisme de laatste jaren nadrukkelijk hoogtij; neotraditionalistische architecten spelen opzichtig leentjebuur bij vroeg twintigste eeuwse baksteenarchitecten en draaien hun hand niet om voor quasi-authentieke vestingstadjes en dito 'jaren dertig'-wijken. Henk-Jan Hoekjen, auteur van Het Architectenboek, zag in deze situatie aanleiding om de verondersteld gespleten persoonlijkheid van de bouwkunst op de sofa te nodigen en aan een diepgaand gewetensonderzoek te onderwerpen.

Experimenteerzucht
In een zevental interviews laten uiteenlopende architecten hun gedachten gaan over de 'toestand in de bouwkunst'. Ferme uitspraken worden daarbij niet geschuwd. Zo laat de Amsterdamse architect Sjoerd Soeters in het aan hem gewijde hoofdstuk geen twijfel bestaan over zijn diepgevoelde afkeer van alles wat naar architecturaal modernisme en ongefundeerde experimenteerzucht riekt. Hij vindt hierin bijval van de veelvuldig in Nederland actieve Luxemburgse neo-traditionalist Ron Krier, die met een overduidelijke verwijzing naar de succesvolle 'Superdutch'-generatie onomwonden stelt dat een nieuw ontwerp nooit mag ontstaan vanuit 'de drang tot persoonlijke profilering van de architect, hoe belangrijk hij of zij ook is'.

Aan de andere zijde van het spectrum roeren zich architecten als Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol en de voormalige Vlaamse Bouwmeester Bob van Reeth, die beiden beklemtonen dat stijlepigonisme geen oplossing biedt voor hedendaagse problemen. Ook de Delftse (interieur)architect Diederik Fokkema laat zich niet onbetuigd in de discussie. Hij blijkt een voorliefde voor modernistische 'strakke' interieurs te koppelen aan een hartsgrondige afkeer van 'signature-architecten', bouwmeesters die keer op keer hetzelfde vormelijke kunstje vertonen. Van dat laatste kan superster Rem Koolhaas niet beticht worden. Koolhaas heeft zich in de loop der jaren immers doen kennen als een enigmatische en visionaire persoonlijkheid. Ook in het aan hem gewijde hoofdstuk in Het Architectenboek VI staat weer een serie tot nadenken stemmende uitspraken van Koolhaas opgetekend. Zo laat de Rotterdamse architect weten weinig waarde te hechten aan historische architecturale artefacten: 'Een stad is een vlakte die op de meest efficiënte wijze wordt bewoond door mensen en processen en in de meeste gevallen is de aanwezigheid van geschiedenis alleen maar een remmende factor'. Holistische schoonheid
Naast de vaak polemiserende bijdragen van de genoemde architecten zijn in het Architectenboek VI een aantal meer beschouwende hoofdstukken te vinden. De Duitse hoogleraar Michael Braungart - grondlegger van de Cradle to Cradle-filosofie - roept architecten op om de vernieuwing van hun ontwerpen niet langer alleen in de vorm van de gevel te zoeken. Volgens Braungart zou een sterkere focus op duurzame materialen en ontwerpstrategieën kunnen leiden tot de 'holistische schoonheid' die nodig is om van ware 'vooruitgang' in de architectuur te kunnen spreken. Architectenboek-auteur Henk-Jan Hoekjen onderzoekt in een drietal essays de historische fundamenten van de twee onderscheiden architectuurstromingen en beslist op basis van zijn historische analyse welke van de beide stromingen nu eigenlijk het meest begaan is met de toekomst van de architectuur. Ook in deze meer beschouwelijke stukken worden de geit en de kool overigens niet gespaard. Zo constateert de auteur dat het neotraditionalisme zich zo nu en dan in de eigen voet schiet en dat het hedendaagse avant gardisme in de bouwkunst trekken vertoont van 'architecturaal terrorisme'.

Indringende blik
Het tweetalige Architectenboek VI (Nederlands/Engels) is niet alleen een leesboek. Evenals in voorgaande edities valt er in het volledig gerestylde zesde deel van Het Architectenboek erg veel te zien. De veelal chargerende posities in de interviews en essays worden aanschouwelijk gemaakt met een schat aan fotomateriaal van opmerkelijke traditionele en/of innovatieve gebouwen. Hierbij is er ruimte voor exterieur én interieur van de besproken ontwerpen. Al met al biedt het Architectenboek VI de lezer een indringende blik in het wezen van de hedendaagse architectuur. Het Architectenboek VI wordt officieel gepresenteerd tijdens de biënnale Interieur 08, die van 17 tot en met 26 oktober wordt gehouden in het Belgische Kortrijk. Op maandag 20 oktober wordt het symbolische eerste exemplaar van de publicatie uitgereikt aan Michael Braungart, die ter gelegenheid van de Belgische designbeurs een lezing zal houden over duurzaam ontwerpen.

Het Architectenboek VI
Henk-Jan Hoekjen
Inside Information
Nederlands/Engelstalig
160 pagina's
ISBN: 978 90 807608 6 8



Ingezonden persbericht