ChristenUnie


Voordewind in Indonesië: Nabestaanden bloedbad willen excuses

maandag 20 oktober 2008 15:27 Tweede Kamerlid Joël Voordewind was tijdens het herfstreces in Indonesië. Dit is het vierde en laatste deel van zijn reisweblog. Op de laatste reisdag had Voordewind, samen met collega-kamerleden van SP en PvdA, een gesprek met nabestaanden en een overlevende van het door Nederlandse militairen aangerichte bloedbad in Rawagedeh in 1947. De afspraak behoorde officieel niet tot agenda van de Kamercommissie en de meerderheid wilde ook geen gesprek hebben over het bloedbad. "De nabestaanden in Indonesië willen niet alleen schadevergoeding, maar vooral ook een excuus van de Nederlandse regering."

Samen met kamerleden Van Bommel (SP) en Waalkens (PvdA) sprak ik zondagmiddag, vlak voor ons vertrek, nog met twee levende weduwen en één overlevende van de executies door het Nederlandse leger. De man met wie we spraken werd eveneens geëxecuteerd, maar overleefde de aanslag. Volgens de nabestaanden hebben Nederlandse militairen op de regenachtige ochtend van 7 december 1947 met machinegeweren en mortieren 431 jongens en mannen gedood. Dit deden zij nadat ze vergeefs hadden gezocht naar een Indonesische verzetsstrijder.

Excuus
Dit drama voltrok zich in het Javaanse dorpje Rawagedeh, anderhalf uur rijden ten oosten van Jakarta. Negen weduwen en een overlevende van de militaire actie hebben voor hun civielrechtelijke procedure de Amsterdamse advocaat Pulles ingeschakeld. De nabestaanden in Indonesië willen niet alleen schadevergoeding, maar vooral ook een excuus van de Nederlandse regering. Pulles, werkzaam bij het kantoor dat ook optreedt voor de weduwen van Srebrenica, heeft in september de minister-president en de ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Defensie aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het gewelddadige optreden door Nederlandse militairen.

De meerderheid van de delegatie wilde de nabestaanden niet te woord te staan. Harry van Bommel en ik wel en later schoof alsnog ook de PvdA aan. Ik wilde los van de uitkomst van de juridisch claim, ook mijn medeleven betuigen aan de nabestaanden en de overlevende. We ontvingen vele delegatie hier in Jakarta, van de papua's tot de molukken, dus waarom dan deze mensen niet?

De zwakbegaafde Nederlandse Sibel Yalvac zit nu al vijf jaar in de Indonesische gevangenis voor drugssmokkel. De ChristenUnie pleit voor haar vrijlating, want ze is misleid door een handelaar. (Op de foto v.l.n.r.: Joël Voordewind, Harry van Bommel, Sibel Yalvac en uiterst rechts Harm-Evert Waalkens )

Drugssmokkel
De laatste twee dagen hebben we een vrouwengevangenis bezocht. Hier zaten vierhonderdvijftig vrouwen gevangen voor met name drugssmokkel en diefstal, waaronder de zwakbegaafde Nederlandse Sibel Yalvac. Ze is in 2003 veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor drugssmokkel. Ze is zwakbegaafd en is misleid door een handelaar. Ze werd dit weekend in haar cel bezocht door de complete Kamercommissie Buitenlandse Zaken. Samen met Harry van Bommel (SP) en Harm-Evert Waalkens (PvdA) sprak ik haar persoonlijk. De jonge vrouw is er zeer slecht. Ze weegt nog maar 46 kilo en heeft maagproblemen. De ChristenUnie wil samen met de SP dat minister Verhagen van Buitenlandse Zaken meer druk op Indonesië uitvoert om de vrouw vrij te krijgen. Een eerder gratieverzoek leverde twee jaar geleden niets op.

Er is in Indonesië nog veel stedelijke armoede. Hier in Jakarta wonen mensen bijvoorbeeld in krotten langs het spoor.

Gemengde gevoelens
Na vijftien uur vliegen keerde ik vandaag met gemengde gevoelens terug van ons werkbezoek aan Indonesië. Het is een mooi land met veel economisch potentieel, maar ook met veel problemen. Ik noem de spanningen tussen moslims en christenen, de armoede in steden, de bedreigingen van mensenrechtenactivisten.

Op het gebied van democratisering zet het land weliswaar grote stappen vooruit met de decentralisatie en regionale autonomiewetten, maar door de sterke lokale organisatie van bestuur is inmiddels in vier districten de streng islamitische Shariawetgeving deels ingevoerd.

De laatste drie jaar 108 kerken gesloten op West-Java (met name in Bandung). Dat verontrust mij. Des te meer ben ik ervan overtuigd dat we goed moeten blijven samenwerken met Indonesië om bij te dragen aan grotere tolerantie, die godsdienstvrijheid in de grondwet garandeert en om bij te dragen aan verdere armoedebestrijding. Maar ook op economisch gebied liggen er grote kansen voor betere samenwerking. Nederland zou voor Indonesië als toegangspoort voor Europa kunnen fungeren en omgekeerd kan Indonesië voor Nederland een springplak naar Zuid-Oost-Azie zijn.

(Dit deel is, in tegenstelling tot deel 1 t/m 3, niet in het Reformatorisch Dagblad verschenen)