Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Experiment met Japanse oesters

20 oktober 2008 - kamerstuk

Directie Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

9 oktober 2008
2008Z04050 Viss. 2008/5321 20 oktober 2008

2008D09299 onderwerp bijlagen periment rapen Japanse oesters Ex

Geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van de in uw brief van 9 oktober jl. genoemde aandachtspunten over het rapen van Japanse oesters als experiment van duurzame visserij, kan ik u het volgende melden.

Met betrekking tot de opzet en vormgeving van het experiment, kan ik meedelen dat er wel degelijk een consultatie c.q. overleg heeft plaatsgevonden. In februari 2006 heeft het Innovatieplatform Aquacultuur een workshop georganiseerd over de uitvoering van dit experiment. Hiervoor zijn geïnteresseerde ondernemers/vissers uitgenodigd. In de work- shop werd ook de gelegenheid geboden om ideeën over de invulling van het experiment te ventileren. De uitkomsten van deze workshop zijn in het experiment opgenomen.

De opzet van het experiment is kleinschalig (in dit geval maximaal 15 personen). De reden hiervoor is om mogelijk negatieve effecten die kunnen optreden zoveel mogelijk te beperken. Dat is ook aanleiding geweest te kiezen voor een werkwijze waarbij uitsluitend ruimte wordt geboden aan de vergunninghouder zelf. Het is niet toegestaan dat helpers of knechten bij het rapen worden ingeschakeld, omdat hiermee de omvang van het experiment onbedoeld en ongewenst wordt vergroot. Ook vanuit controle- technische overwegingen is een dergelijke situatie niet gewenst. Het tijdstip van rapen - alleen overdag - is in de regelgeving (Uitvoeringsregeling visserij van 19 september 2008) verankerd. Mocht uit de ingediende plannen blijken dat dit onoverkomelijke problemen bij de uitvoering van alle ingediende experimenten zal opleveren, dan ben ik bereid deze voorwaarde te heroverwegen. In dit verband merk ik op

dat een externe beoordelingscommissie wordt ingesteld om mij van advies te dienen omtrent de ingediende voorstellen. Voor het mogelijk verlenen van een ontheffing van die voorwaarde, zal ik mij mede baseren op het advies van deze commissie.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 20 oktober 2008 Viss. 2008/5321 2

Met betrekking tot het aantal locaties van de activiteiten, heb ik er expliciet voor gekozen om dit beperkt te houden. De reden hiervoor is mijn wens om een versnippering van het rapen te voorkomen. Dit moet het ook mogelijk maken om het begeleidend (ecologisch) onderzoek en de handhaving c.q. controle op de activiteiten op een efficiënte wijze te kunnen organiseren.
Mocht uit alle ingediende plannen blijken dat vanuit de economische invalshoek rapen uitsluitend op meerdere locaties lonend blijkt te zijn, dan ben ik bereid mijn keuze te heroverwegen. Ook met betrekking tot dit aspect, zal ik mijn besluit baseren op het advies van de externe beoordelingscommissie.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --