Nederlands Vaccinatie Instituut
Pneumokokkenvaccin slaat aan
zondag, 19 oktober 2008
Op 1 april 2006 is het pneumokokkenvaccin ingevoerd in het RVP.
Hierdoor is het aantal hersenvliesontstekingen veroorzaakt door de
pneumokokkenbacterie onder nul- tot tweejarigen met zeventig procent
gedaald, zo blijkt uit de gegevens van het Nederlands
Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis in het AMC. De
volgende stap is een goed pneumokokkenvaccin voor ouderen.
'Er is lange tijd over gediscussieerd of het huidige
pneumokokkenvaccin wel ingevoerd moest worden', vertelt Arie van der
Ende, hoofd van het landelijk Referentielaboratorium. 'Dat komt omdat
de dekkingsgraad niet honderd procent is, wat wil zeggen dat het niet
alle kinderen beschermt tegen hersenvliesontsteking.'
Suikerkapsel
De beperkte dekkingsgraad heeft te maken met de manier waarop vaccins
tegen de veroorzakers van meningitis vervaardigd worden. Om mensen
immuun te maken voor de besmettelijke ziekte, worden er suikerketens
in gestopt uit het kapsel dat de bacterie omhult. Een effectief vaccin
kan maar een beperkt aantal van deze ketens herbergen. Voor twee
andere bacteriën die hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken (de
meningokok en Haemophilus influenzae type B (Hib)) volstaat deze
methode. Zo is er sinds 1993 een vaccin tegen Hib dat de suikerketen
bevat van het type B kapsel, dat zo'n 95 procent van alle
Haemophilus-besmettingen voor zijn rekening neemt. En vanaf 2002 is er
ook een inenting tegen de meningokok, type C, verreweg de meest
voorkomende soort in Europa.
Bij de pneumokok ligt dat anders. Daarvan zou je maar liefst negentig
suikerketens moeten gebruiken om de hele bevolking te vrijwaren van
meningitis. Van der Ende: 'Het huidige vaccin bevat er zeven. Wij
hebben vóór de introductie ervan gekeken welke suikerketens in
bepaalde leeftijdsgroepen het meest voorkomen. Daar kwam uit dat het
vaccin bij nul- tot tweejarigen een dekkingsgraad heeft van zeventig
tot tachtig procent. Bij ouderen is dat percentage een stuk lager,
terwijl pneumokokkenbesmettingen juist bij zestigplussers voorkomen,
en niet alleen meningitis maar ook longontsteking veroorzaken.'
Groepsimmuniteit
Geen cijfers om over naar huis te schrijven.Gezondheidsraad was
destijds wel enthousiast over de toevoeging van de prik aan het
nationale vaccinatieprogramma, maar de vaccinatie was niet
'kosteneffectief' volgens de geldende criteria. Wat uiteindelijk de
doorslag gaf, is een fenomeen dat groepsimmuniteit wordt genoemd. Door
een bepaalde groep te vaccineren worden uiteindelijk ook niet-ingeënte
personen beschermd, omdat de kans vrijwel nihil is dat zij de bacterie
tegenkomen.
Kinderen krijgen nu vóór hun eerste jaar vier prikken. Het
Referentielaboratorium volgde de afgelopen twee jaar hoe het de
zuigelingen verging. Ze zagen bij nul- tot éénjarigen (die nog niet
helemaal beschermd zijn) al een afname van hersenvliesontsteking met
vijftig procent. Bij nul- tot tweejarigen was dat zelfs zeventig
procent. 'Een daling die we niet zagen bij niet-ingeënte personen of
in andere leeftijdsgroepen', vertelt Van der Ende. Dus het duurt nog
wel even voordat er sprake is van groepsimmuniteit? 'Meningokokken C
verdween heel snel uit de bevolking, maar bij de pneumokok zie je dat
nog niet. Elk jaar worden er zo'n 180.000 kinderen geboren en ingeënt.
Dat is geen groot aantal op een bevolking van zestien miljoen.'
Ouderen
Er wordt nu gekeken of er een vaccin gemaakt kan worden voor de
belangrijke groep ouderen. Zij raken doorgaans door een ander type
pneumokok besmet, dus ze hebben niet zo veel baat bij de huidige
inenting. Het Referentielaboratorium werkt mee aan een Utrechts
onderzoek naar een ouderenvaccin waarin dertien suikerketens zitten.
Daarnaast is er een vaccin in ontwikkeling dat niet uit suikerketens
bestaat, maar uit eiwitten aan de buitenkant van de pneumokok.
Wellicht komt daar een inenting uit voort die bescherming biedt tegen
veel meer verschillende types.
Bron:
AMC Magazine, oktober 2008