17 oktober 2008
De SER heeft vanochtend in een openbare vergadering de internationale
kredietcrisis besproken.
Henk Brouwer, directeur van de Nederlandsche Bank, constateerde dat de
eerste problemen op de financiële markten vorig jaar in Amerika
ontstonden. We moeten er rekening mee houden dat het einde van de
crisis nog niet in zicht is. Europa heeft hierop goed gereageerd, vond
hij. De autoriteiten hebben ingegrepen om de belangen van spaarders én
de stabiliteit van het financiële stelsel veilig te stellen.
Afstemming in Europees verband is van groot belang voor een gelijk
speelveld en om te voorkomen dat de marktwerking in Europa te veel
wordt verstoord. Maatregelen in dat verband zijn de herziening van de
depositiegarantiestelsels in Europa, de uitgifte van
overheidsgaranties op financieringsinstrumenten door banken,
versterking van de solvabiliteit van de banken en verzekeraars en
bevordering van de liquiditeit.
Een apart probleem is dat de dekkingsgraad van pensioenfondsen door de
daling van beurskoersen en de rentes onder druk komt te staan. Brouwer
meldde dat de Nederlandsche Bank de pensioenfondsen heeft gewaarschuwd
geen overhaaste beslissingen te nemen. Ook moeten ze niet besluiten
het beleggingsbeleid aan te passen, want dat zou zelfs averechts
kunnen werken, wat de kansen op herstel verkleint.
De kredietcrisis heeft inmiddels ook zichtbare effecten op de reële
economie. Een teruglopende export door de problemen op de huizenmarkt
in Amerika, vertraagde consumptie door de schok op de aandelenbeurzen
en een moeizamere kredietverlening aan bedrijven en particulieren door
de herstructurering van de financiële sector. Brouwer zei dan ook te
verwachten dat nulgroei voor 2009 het hoogst haalbare zal zijn. Ook
voor 2010 kan een zeer lage groei niet worden uitgesloten, dacht hij.
Belangrijk is dat we vooral niet in paniek raken. Dat betekent dat de
overheid, maar ook de sociale partners, eerst en vooral voor rust en
stabiliteit moeten zorgen.
De crisis in de jaren dertig was, volgens Brouwer, van een geheel
andere aard dan de huidige. Er was geen noodloket voor de banken en
geen depositogarantiestelsel, waardoor klanten bij geringste twijfel
massaal geld gingen opnemen bij hun bank. Dat gaf kettingreacties,
waardoor veel banken failliet gingen. Bovendien reageerden de
industrielanden met protectionistische handelsmaatregelen, zoals hoge
importtarieven. Dat bleek geen goede strategie. Op basis van de
huidige maatregelen verwacht Brouwer dat de economische terugval
minder groot zal zijn.
CPB-directeur Coen Teulings benadrukte dat het nog te vroeg is om de
schade op te nemen, omdat we nog middenin de ontwikkelingen zitten. We
hebben met dagelijkse fluctuaties te maken. Het Centraal Planbureau
zal daarom pas begin december met een nieuwe raming komen. Hij
benadrukte dat het positieve effect van de dalende grondstoffen- en
energieprijzen niet onderschat moeten worden als ondersteuning van de
koopkracht. Vergeleken met andere Europese landen heeft Nederland een
gunstige uitgangspositie. Onze overheidsfinanciën zijn goed op orde,
we hebben een lage werkloosheid en de groei van het bruto nationaal
product is hoger dan in andere EU-landen. Dat is het gevolg van het
succesvolle en breed gedragen sociaal-economische beleid van de
afgelopen 25 jaar. Teulings onderstreepte dat het van belang is dat
markten hun werk kunnen doen en hij waarschuwde tegen protectionisme.
FNV-voorzitter Agnes Jongerius gaf aan dat de vakbeweging graag mee
wil helpen met het `blussen van de brand', maar dat zij daartoe niet
over de specifieke deskundigheid en instrumenten beschikken. Wel heeft
de vakbeweging samen met de werkgevers in het najaarsoverleg met het
kabinet afspraken gemaakt over koopkrachtbehoud. Ook hebben sociale
partners afgelopen week een aanbeveling aan de pensioenfondsen gedaan
over het beleid in turbulente tijden.
Jongerius bepleitte het opstellen van een `deltaplan' voor de
financiële markten. Dat deltaplan moet zorgen voor transparantie in de
financiële sector en het scheiden van het persoonlijke en het
bedrijfsbelang. Ook moeten er regels komen voor het belonen van
bankiers naar hun functioneren op de lange termijn en een beter
toezicht op nieuwe financiële producten. Zo'n nieuw financieel product
zou volgens haar vooraf getoetst moeten worden door de financiële
autoriteit. Verscherpt toezicht is bovenal nodig.
Ook wilde ze dat durfkapitalisten worden aangepakt, die goedlopende
bedrijven naar de ondergang brengen. Volgens haar kunnen we leren uit
de crisis dat we niet alles aan de markt moeten overlaten en dat we de
coördinatie in Europa moeten versterken: "Privaat is goed, publiek is
soms beter."
VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes was heel tevreden over het
optreden van het kabinet. Het heeft op korte termijn de brand geblust.
Zeer te spreken was hij ook over het recordtempo van een week waarin
het kabinet een wettelijk verbod op short selling door het parlement
heeft gejast. Een fundamentele crisis van de échte economie is hiermee
voorkomen. Het is volgens hem van groot belang te voorkomen dat de
financiële crisis verder overslaat naar de echte economie. Wat dat
laatste betreft krijgt hij gemengde berichten uit de verschillende
sectoren. In de bouw- en de automobielsector kunnen problemen ontstaan
als de financiering moeizaam wordt. Als de banken echter blijven
meewerken aan normale investeringen en kredietverleningen hoeft dit
echter niet te gebeuren. VNO-NCW heeft hiertoe al een oproep gedaan
aan de banken.
Hij bepleitte een time-out om ons te bezinnen over hoe we nu verder
moeten gaan. Hij waarschuwde om andere problemen aan te grijpen om de
crisis te verklaren, zoals het klimaat. We moeten niet overal meteen
op willen reageren en bijvoorbeeld maar meteen de hele governance (het
ondernemingsbestuur) aanpakken. Hij was het wat dat betreft dan ook
niet eens met Jongerius: "Al die systemen die de FNV ter discussie
stelt, hebben ook hun goede kanten. Maar het is wel goed om erover te
praten."
MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans vond dat niet ons hele
financiële systeem op de helling moet. Wel moeten de excessen worden
aangepakt die de crisis hebben veroorzaakt. Ook moeten we rustig
nadenken over hoe we in de toekomst nieuwe uitwassen kunnen voorkomen.
Verder benadrukte hij het belang voor het midden- en kleinbedrijf dat
banken bereid blijven geld aan elkaar en aan de bedrijven uit te
lenen.
Ook CNV-voorzitter René Paas erkende dat het kabinet veel en het goede
heeft gedaan om de gevolgen van de kredietcrisis te beperken. "Het
kabinet heeft alles uit de kast gehaald om consumenten en banken te
ondersteunen. Maar pensioenfondsen verdienen net zo goed steun. Uit
reacties van leden proef ik de zorgen over de pensioenen. Gaan de
premies nu omhoog? Krijg ik een lager pensioen in 2009? Hun vertrouwen
wordt op de proef gesteld. Het zijn terechte vragen."
Hij herinnerde het kabinet aan het centrale punt in het
Najaarsoverleg: tenminste koopkrachtbehoud voor alle groepen. "Het
kabinet is er toen van uitgegaan dat ook de pensioenen in 2009 iets
hoger zouden zijn. Ik vind het redelijk om het kabinet aan die
afspraak te houden. Al was het maar om de onrust niet nog verder aan
te wakkeren."
LTO-Nederland-voorzitter Albert-Jan Maat vond het vooral belangrijk
dat de burger weer vertrouwen krijgt. Gek vond hij het dat terwijl de
landbouw überhaupt geen giftige producten op de markt mag brengen, dit
in de financiële sector de afgelopen jaren aan de lopende band deed.
Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen, vroeg hij
zich af.
FNV-Bondgenoten-voorzitter Henk van der Kolk vroeg om een herbezinning
op de markteconomie, op wat voor samenleving we willen zijn. Hij
merkte op dat geen enkel systeem ideaal is en dat er daarom altijd een
countervailing power nodig is, zoals een sterke toezichthouder. Ook
bepleitte hij door te gaan met de duurzaamheidsagenda, ook in
internationaal perspectief.
Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland, constateerde dat de
overheid primair de spaarders helpt. Maar veel mensen zijn direct of
indirect afhankelijk van risicovol beleggen, bijvoorbeeld via hun
pensioenfonds. Worden zij ook geholpen? Ook vond hij dat er meer
geïnvesteerd moet worden in stadsvernieuwing en de infrastructuur,
vanwege het multiplier-effect.
Het kroonlid Ferdinand Grapperhaus vond dat de financiële crisis
aanleiding geeft voor nieuwe regelgeving op het gebied van het
ondernemingsbestuur. Hij bepleitte een wettelijke verplichting voor
bedrijven tot het instellen van een raad van commissarissen. Ook
zouden er strengere wettelijke normen moeten komen voor de
taakinvulling door de commissarissen, evenals strengere toetsnormen
bij transacties die de solvabiliteit van bedrijven ernstig kunnen
bedreigen. Deze regels zouden moeten zorgen voor meer vastigheid en
voor een betere beloningssystematiek op de langere termijn.
Het kroonlid Louise O. Fresco vroeg vooral aandacht voor enkele
mondiale problemen die mogelijk ondergesneeuwd raken door de
kredietcrisis. Ze noemde in dit kader de onderhandelingen van de WTO,
de uitwerking van het Kyoto-protocol en de positie van de allerarmste
landen.
Boele Staal (voorzitter Nederlandse Vereniging van Banken) bestreed
dat de kredietverlening door de banken zou zijn afgenomen. Maar in
sommige sectoren, zoals het vastgoed, is men wat voorzichtiger
geworden, constateerde hij. Ook de bankwereld denkt volgens hem na
over hoe dingen beter kunnen worden en over wat men kan leren van de
crisis.
Afsluitend zei SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan dat hij een groot
vertrouwen heeft in de uitgangspositie van Nederland en in het
ingezette beleid. Hij vond dat er adequaat en snel was gereageerd op
de crisis. Ook vond hij dat we ons `zodra het stof is neergedaald',
moeten herbezinnen op spelregels voor een adequaat risicomanagement.
Hij constateerde dat er een brede overeenstemming is over wat we niet
moeten doen (protectionisme) en over voortzetting van de ontwikkeling
naar duurzame globalisering.
---
Sociaal-Economische Raad