17-10-2008
VVD stelt wederzijdse erkenning autokeuring aan de kaak
De laatste jaren heeft VVD- Europarlementariƫr Jeanine Hennis-
Plasschaert veel klachten van Nederlanders ontvangen over de
verschillende wijze waarop de EU-lidstaten omgaan met de wederzijdse
erkenning van autokeuringen en kentekenbewijzen. Reden voor Jeanine
Hennis- Plasschaert om dit probleem voor te leggen aan de Europese
Commissie.
Schriftelijke vragen Jeanine Hennis-Plasschaert aan de Europese
Commissie
Conform de richtlijnen 1996/96/EG en 1999/37/EG zou men mogen
verwachten dat keuringen en kentekenbewijzen wederzijds erkend
(moeten) worden. De praktijk laat echter zien dat we nog een lange weg
te gaan hebben. Voorbeelden:
A. Lidstaat X geeft een kentekenbewijs of keuringsbewijs af zonder
duidelijke vermelding van wat er wel en niet is onderzocht. Als dan
vervolgens ook de status in het register onvoldoende of niet
inzichtelijk is, is het helemaal problematisch. Meer specifieke
voorbeelden hiervan zijn (1) het afgeven van seriematige
kentekenbewijzen, terwijl er sprake zou zijn van individuele
goedkeuring (zgn. U-bocht voor USA/Japan voertuigen), (2) het afgeven
van een vijfdaags exportkenteken zonder enige vorm van keuring en (3)
het afgeven van een kentekenbewijs 'nuer fuer export' met allerhande
codetaal onder bijzonderheden terwijl er in feite wordt bedoeld: niet
geschikt voor de EU.
B. Lidstaat X weigert een kentekenbewijs of keuringsbewijs van
lidstaat Z. Zonder goede reden worden nadere voorwaarden gesteld.
Voorbeelden hiervan zijn (1) het alsnog eisen van een
homologatieverklaring, (2) het eisen dat bij ombouwkits merk en type
aangepast worden en (3) het eisen van aanvullende verklaringen bij een
keuringsrapport.
Gevolg hiervan is dat EU-onderdanen vaak niet weten waar ze aan toe
zijn, veel problemen ondervinden als zij (tijdelijk) verblijven in een
andere lidstaat en zelfs gesommeerd worden om naar de 'eigen' lidstaat
af te reizen voor een keuring omdat zij anders het risico lopen om
bekeurd te worden. Ik ontvang dan ook met enige regelmaat verhitte
klachten vanuit de Europese samenleving.
Is de Commissie het met mij eens dat deze situatie op z'n zachtst
gezegd onwenselijk is. Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de plannen
(incl. tijdpad) van de Commissie om deze problematiek op korte termijn
definitief te lossen?
VVD