Ministerie van Verkeer en Waterstaat
abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
16 oktober 2008
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGMo-2008/2921 2008ZO2129/2008D03982
Onderwerp
Eerste voortgangsrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM)
Geachte voorzitter,
In het kader van de Regeling Grote Projecten heb ik u op 30 mei 2008 de
Basisrapportage Uitwerkingsfase Anders Betalen voor Mobiliteit aangeboden. Deze
basisrapportage is gebaseerd op het kabinetsbesluit van 30 november 2007.
Hierbij bied ik u de Voortgangsrapportage over de verslagperiode 1 december 2007
30 juni 2008 aan. In deze brief ga ik ook kort in op recente ontwikkelingen en geef ik
een doorkijk op de komende periode.
De Voortgangsrapportage (VGR) heeft als doel u te informeren over de voortgang van
alle aspecten van het project op hoofdlijnen. In mijn brief van 30 september
jongstleden heb ik een aantal thema's extra toegelicht om u optimaal geïnformeerd te
houden.
Ik heb u in mei 2008 toegezegd bij de overgang in de uitvoeringsfase wederom een
(geactualiseerde) basisrapportage te sturen. In uw brief van 12 september vraagt u
zich af in hoeverre een nieuwe basisrapportage noodzakelijk is. Doel van een
geactualiseerde versie van de basisrapportage voor de uitvoeringsfase is de uitwerking
van het project ten behoeve van de uitvoeringsfase te beschrijven. Nu ik de conclusie
kan trekken dat de huidige Basisrapportage voldoet aan de fase waarin het project
zich bevindt, deel ik uw conclusie dat er geen noodzaak is om de huidige
Basisrapportage te actualiseren.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Telefoon 070 - 351 6171
Postbus 20901 2500 EX Den Haag Fax 070 - 351 7895
Bezoekadres : Plesmanweg 1-6, Den Haag Internet www.verkeerenwaterstaat.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 of bus 22 vanaf station CS of met tramlijn 9 vanaf station HS
VENW/DGMo-2008/2921
Naar verwachting zal eind 2009 het Uitvoeringsbesluit worden genomen, waarna u
een geactualiseerde Basisrapportage tegemoet kunt zien. Vooralsnog kunt u de
volgende Voortgangsrapportage over het tweede half jaar van 2008 in maart 2009
verwachten.
Hoofdpunten Voortgangsrapportage I
In de verslagperiode is een aantal belangrijke mijlpalen behaald en beslissingen
genomen. Hoewel ik hierbij een straf tempo heb aangehouden, stond en staat de
zorgvuldigheid altijd voorop. Het betreft immers een stelselherziening waarmee alle
automobilisten te maken zullen krijgen, en waarmee een belangrijk deel van de
belastinginkomsten gemoeid is. Hieronder noem ik kort de hoofdpunten uit het eerste
halfjaar van 2008:
· Op 30 november 2007 heeft het Kabinet de keuze gemaakt om in één keer
een landelijke kilometerprijs in te voeren gedifferentieerd naar tijd, plaats en
milieukenmerken. Om te komen tot een eerlijker systeem van betalen naar
gebruik zullen de vaste autobelastingen stapsgewijs worden afgeschaft.
· Vrachtauto's zullen in 2011 uitgerust worden met het nieuwe systeem en
personenauto's zullen in tranches tussen 2012 en 2016 naar het nieuwe stelsel
overgaan.
· Het Kabinet heeft afspraken gemaakt over de fiscale aspecten en de financiële
inpassing van het nieuwe stelsel. Voor personenauto's zullen de BPM en de
MRB inclusief opcenten tot 2018 in stappen worden afgebouwd tot nul. De
BZM voor vrachtauto's en de MRB tot het Europees afgesproken
minimumbedrag worden ook afgebouwd.
· De Wet Kilometerprijs, inclusief de memorie van toelichting is opgesteld. De
eerste versie van het wetsvoorstel is verzonden voor adviezen.
· De projectorganisatie is opgezet om het kilometerprijssysteem organisatorisch
en technisch uit te werken, inclusief de wijze waarop dit gerealiseerd gaat
worden.
· Het kabinet heeft het organisatiemodel van de kilometerprijs op hoofdlijnen
vastgesteld. Er is gekozen voor een hoofdspoor gericht op het creëren van een
markt met meerdere private dienstverleners die diverse taken van de
uitvoering van de kilometerprijs op zich nemen. Om een tijdige invoering te
garanderen is er ook een "garantiespoor" met gecertificeerde
registratievoorzieningen. Deze sturen zonder tussenkomst van dienstverleners
de voor de inning van de kilometerprijs benodigde gegevens door aan een
inningsbureau onder publiek beheer.
· De eerste contouren van het technische systeem zijn uitgewerkt aan de hand
van de verschillende eisen die voor de vele belanghebbenden belangrijk zijn.
(Later dienen deze eisen steeds concreter te worden om de opdracht tot
realisatie van het systeem uitvoerbaar te maken.)
· Tevens zijn, wederom parallel gezien de krappe planning, de voorbereidingen
getroffen om bepaalde onderdelen onder te brengen in een nader te
ontwikkelen certificeringsstelsel of aan te besteden. De neerslag hiervan kunt
u terugvinden in het Implementatieplan.
---
VENW/DGMo-2008/2921
· Eind juni heb ik u het Implementatieplan als bijlage bij het Partieel
Uitvoeringsbesluit toegestuurd. Hiermee is een eerste richtinggevende keuze
vastgelegd met betrekking tot een verdere uitwerking van het
kilometerprijssysteem en het begin van de uitvoeringsfase.
· Als laatste heeft een review plaatsgevonden. Dit betreft een Gateway 2
Verwerving- c.q. veranderstrategiereview, bedoeld om te beoordelen of het
project AbvM gereed is voor de volgende fase. De review is gehouden in de
periode van 23 mei tot en met 28 mei.
Ontwikkelingen na de peildatum
Na de verslagperiode heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die ik u hierbij
meld.
Audits
Zoals ik hierboven heb aangegeven is in het kader van het Partieel Uitvoeringsbesluit
een Gateway Review (mei 2008) uitgevoerd ter beoordeling of het project ABvM
gereed is voor de volgende fase. Daarnaast zijn door Deloitte en Gartner/Horvat
second opinions gegeven op de scope, planning en kostenraming. De rapportages en
de bijbehorende managementreacties zijn niet als bijlage in de Voortgangsrapportage
opgenomen, maar worden aan de Griffie ter inzage beschikbaar gesteld vanwege de
vertrouwelijkheid van de informatie rond ramingen en het risicoregister.
1. Gateway Review
Gelet op de voortgang, het nog te trekken voordeel uit de audits en waar nodig
verbeteringen aan te brengen, is het van belang om te realiseren dat zowel de
Gateway Review als de audits gedaan zijn op nog niet voltooide documenten. De
Gateway Review en de audits hebben een verschillende focus en alleen de Gateway
Review is opgenomen in de Voortgangsrapportage, omdat deze is afgerond voordat
het Partieel Uitvoeringsbesluit is genomen. De audits vonden plaats na het Partieel
Uitvoeringsbesluit.
Ik wil de aanbevelingen en reacties hier gezamenlijk presenteren, zodat er een totaal
beeld ontstaat van de aanbevelingen en mijn reactie daarop. De conclusie van de
Gateway Review, geformuleerd nog tijdens de voorbereiding van het Partieel
Uitvoeringsbesluit, luidde dat het project nog niet klaar was voor de volgende fase.
Naar het oordeel van het reviewteam was het concept dat in de uitvoeringsfase zal
moeten worden getest nog onvoldoende uitgekristalliseerd. Op basis van een
inventarisatie van de punten die bijsturing vereisten werd door het reviewteam
geadviseerd te zorgen voor een besluit over het concept, voordat met de
Grootschalige praktijktest (GPT) zou worden begonnen. In de opzet van de GPT
diende daartoe een fasering te worden toegepast.
Ik heb u naar aanleiding hiervan aangekondigd dit najaar met een nadere uitwerking
te komen van het marktmodel. De concrete vraag die daarbij aan de orde is, is in
hoeverre inning en dwanginvordering uitgevoerd kunnen worden door private
dienstverleners binnen het domein van het MSP model en de uitgangspunten voor het
publieke domein, waarmee het concept scherper gesteld kan worden.
---
VENW/DGMo-2008/2921
Tevens heeft het reviewteam mij geadviseerd de interface tussen marktpartijen en
publieke uitvoeringsorganisaties met prioriteit scherp te definiëren als essentieel
onderdeel van het procesontwerp en de organisatiearchitectuur. Ik kan u melden dat
in de opzet van de testen expliciet rekening gehouden wordt met het "prototypen"
van On Board Equipment ("de kastjes") tijdens de aanbestedingsprocedure.
Het laatste advies van het reviewteam dat ik u hier wil melden is dat het van belang is
te zorgen voor een planning die zodanig realistisch is dat deze als sturingsinstrument
kan worden gebruikt. Ik deel dit beeld.
In de aanbiedingsbrief voor het Partieel Uitvoeringsbesluit is toegezegd dat in het
najaar een brief aan de Tweede Kamer volgt over genoemde punten, zodat het
concept dat in de uitvoeringsfase moet worden getest helder is voordat de
concurrentiegerichte dialoog van de aanbesteding start.
2. Audit Deloitte
In het kader van het Partieel Uitvoeringsbesluit voor het project ABvM (zoals
vastgelegd in de brief aan de Kamer van 27 juni jl) is adviesbureau Deloitte gevraagd
om een zogeheten second opinion te geven op basisreferenties scope, tijd, geld en
risico's. De conclusie van deze second opinion luidt dat de basisreferenties tot en met
eind juni hebben gediend voor het samenstellen van het Implementatieplan dat is
aangehecht bij de brief ten behoeve van het Partieel Uitvoeringsbesluit kilometerprijs
van 27 juni 2008. Daarnaast fungeerden zij als instrumentarium voor
projectbeheersing binnen het cluster Projectbeheersing van het project ABvM. De set
van basisreferenties was volgens Deloitte qua robuustheid en betrouwbaarheid in
overeenstemming met deze doelen. De basisreferenties zouden echter niet voldoende
betrouwbaar en robuust zijn voor een optimale dialoog met marktpartijen in de
voorliggende tenderprocedure voor de vijf tijdkritische percelen zoals die staan
benoemd in het implementatieplan. Aanbevelingen zijn gedaan om deze
betrouwbaarheid en robuustheid op het gewenste niveau te krijgen. Deze heb ik ter
harte genomen.
Deloitte stelde verder dat de achitectuur op hoofdlijnen weliswaar consistent was met
eisen, maar door het ontbreken van integrale Architectuur onvoldoende geverifieerd
kon worden of gedefinieerde aanbestedingspercelen goed gekozen zijn. Ik was van
plan de architectuur op het vereiste niveau te krijgen parallel aan de pre-selectiefase
van de aanbesteding. Ik heb er, mede naar aanleiding van de aanbevelingen van
Deloitte, inmiddels voor gekozen de architectuurbeschrijving op het juiste niveau klaar
te hebben voor de aankondiging van de aanbesteding. Dit betekent dat de
aankondiging van de aanbesteding tien weken is uitgesteld. Hierover heb ik u in mijn
brief van 5 september, over de start van de aanbesteding, geïnformeerd.
3. Audit Gartner/Horvat
In de aanloop naar het Partieel Uitvoeringsbesluit voor het project ABvM (zoals
vastgelegd in de brief aan de Kamer van 27 juni jongstleden) hebben ook de bureaus
Gartner/Horvat gezamenlijk een second opinion gegeven op de basisreferenties.
De second opinion van Gartner/Horvat concludeert dat "er een gerede kans is dat het
systeem binnen de gestelde endogene scope doet wat het moet doen, mits ik
---
VENW/DGMo-2008/2921
aandacht besteedt aan de wijze waarop nieuwe tariefstellingen over de OBE's worden
gedistribueerd en de wijze waarop deelnemers hun factuur kunnen verifiëren".
Ten aanzien van de distributie van nieuwe tariefstellingen is daarom de huidige
uitwerking van een tarieven distributiesysteem gebaseerd op "proven technology"
zoals gebruikt wordt in het Duitse LKW-Maut systeem die haalbaar lijkt voor de
schaalgrootte (nation wide) van het in Nederland beoogde kilometerprijssysteem met
smart-OBE. Temeer daar dit systeem gelijkenis vertoont met het bestaande systeem in
LKW-Maut.
Voor de verificatie van de factuur kan de gebruiker in de voorbeelduitwerking de
gedetailleerde verplaatsingsgegevens, die in de smart-OBE zijn opgeslagen,
raadplegen op een gebruikersvriendelijke wijze.
Tevens wijst Gartner/Horvat op mogelijke exogene risico's en beveelt ter beheersing
van deze risico's aan om te zorgen dat de architectuur voldoende flexibiliteit in zich
heeft om ook de belangrijkste exogene invloeden op te kunnen vangen. Daarnaast
zou gekozen dienen te worden voor een kort-cyclische incrementele aanpak voor
zowel het ontwerp als de realisatie. Gartner/Horvat omschrijft een incrementele
aanpak als een werkwijze die gebaseerd is op intensief overleg met alle betrokken
gremia en het gebruik van de concurrentiegerichte dialoog om de eerste details van de
requirements samen met de leveranciers uit te werken.
Ik onderschrijf het belang om voldoende aandacht te besteden aan deze onderwerpen.
Tijdens de concurrentiegerichte dialogen met de marktpartijen zullen mogelijke
alternatieven door de marktpartijen worden aangedragen en kunnen uiteindelijk
oplossingen worden gekozen die het vertrouwen hebben van alle betrokken partijen.
Ik onderschrijf verder de noodzaak van flexibiliteit in de kilometerprijssysteem
architectuur om exogene ontwikkelingen te kunnen accommoderen. Flexibiliteit is en
wordt expliciet mee gewogen in ontwerpkeuzes, tezamen met andere ontwerpkeuze
criteria zoals bijvoorbeeld gebruikersvriendelijkheid, fraudegevoeligheid,
betrouwbaarheid, privacy, veiligheid, kosten en risico's. Echter wel tegen een
achtergrond van gemaakt keuzes in het kader van het Partieel Uitvoeringsbesluit.
Daarnaast is voor een voorspoedige uitvoering binnen de planning een stabiele scope
een belangrijke voorwaarde.
Tot slot wordt het belang van een incrementele aanpak onderschreven en toegepast.
Concreet zullen in de komende fase met marktpartijen dialogen worden aangegaan in
het kader van de certificering en de aanbesteding, waarin ontwerpen en prototypes
worden ontwikkeld en getoetst.
Vervolgens wordt met een aantal marktpartijen een gezamenlijk ontwikkel- en
testtraject ingegaan waarin de requirements die logisch gezien bij elkaar horen (in
zogenaamde percelen) incrementeel worden uitgewerkt in een ontwerp en daarna in
een werkend systeem dat vervolgens zal worden getest. Ook zullen in de komende
fase met marktpartijen proeven worden uitgevoerd met verschillende
kilometerprijsystemen in het kader van de mobiliteitsprojecten.
---
VENW/DGMo-2008/2921
Tenslotte maken alle drie de rapporten opmerkingen aangaande de projectbeheersing.
Deze worden door mij herkend. In het afgelopen jaar ben ik bezig geweest om de
basis voor de projectbeheersing neer te zetten. Aan de hand van de aanbevelingen uit
de Gateway Review en de audits zal ik hier verder op voortbouwen en in een
volgende voortgangsrapportage daarover de stand van zaken geven. Uiteraard zal
onafhankelijk worden getoetst of afdoende maatregelen zijn genomen.
Raming en inpassing projectkosten
Uit het verbeterde risicobestand blijkt dat de totale raming van de kilometerprijs
vermindert met 120 miljoen. Dit is enerzijds het effect van het wegvallen van
motorfietsen en vrijgestelde groepen, waardoor een daling in de raming is opgetreden.
Anderzijds is door een verder uitgewerkte risico-analyse de post onvoorzien
opgehoogd. Per saldo stijgen daardoor de investeringskosten met 240 miljoen en
dalen de exploitatiekosten met 360 miljoen. De exploitatiekosten als percentage van
de opbrengst van de kilometerprijs is gedaald van 8,9% naar 7,8% van de
opbrengsten.
Zoals in de VGR is genoemd zijn de budgettaire gevolgen van de uitvoering van ABvM
tot een bedrag van 2,45 mrd gereserveerd binnen het Infrastructuurfonds op artikel
17.04. In de periode tot en met 2013 betreft dit de onderstaande bedragen:
2009: 140 mln
2010: 175 mln
2011: 220 mln
2012: 150 mln
2013: 210 mln.
Het resterende bedrag ( 1.555 mln) is in de periode 2014 t/m 2020 ingepast.
Tevens is in de begroting van het Infrastructuurfonds aangegeven dat nog beoordeeld
moet worden in hoeverre de uitgaven naar voren in de tijd moeten worden gehaald.
De verwerking van deze uitkomst (mede naar aanleiding van het uitvoeringsbesluit)
zal in de volgende begrotingsvoorbereiding plaatsvinden.
Marktordening
In het kader van het Partieel Uitvoeringsbesluit Anders Betalen voor Mobiliteit heeft
het kabinet op 27 juni 2008 het organisatiemodel op hoofdlijnen vastgesteld.1 Ik heb
gekozen voor een hoofdspoor van een markt voor meerdere gecertificeerde
dienstverleners, zodat gebruik wordt gemaakt van blijvende concurrentie tussen
marktpartijen met het oog op de kosten van het kilometerprijssysteem. Naast dit
hoofdspoor werk ik als terugvaloptie aan een garantiespoor van een onder publieke
regie functionerende dedicated back-office in combinatie met gecertificeerde
voertuigapparatuur.
Consequentie van dit besluit is derhalve dat binnen het systeem van de kilometerprijs
rekening moet worden gehouden met een takenpakket onder publieke regie. De taken
1 Kamerstuk 31305, nr. 52, Brief minister VW aan de Tweede Kamer over het Partieel Uitvoeringsbesluit Anders
Betalen voor Mobiliteit, 27 juni 2008.
---
VENW/DGMo-2008/2921
onder publieke regie zullen in omvang afnemen, zodra de markt deze taken voldoende
aanbiedt. Ook in het hoofdspoor zijn echter taken die publiek worden uitgevoerd,
zoals het vaststellen van de tarieven en de handhaving. Momenteel wordt nog
getoetst bij de marktpartijen of en wanneer de taken inning en dwanginvordering
door marktpartijen uitgevoerd kunnen worden. Met deze aanvulling op de hoofdlijnen
van het organisatiemodel wordt het organisatiemodel definitief vastgesteld. Ik zal uw
Kamer dit jaar hierover informeren.
International Advisory Board
Zoals aangekondigd in ons overleg op 2 en 3 juli jongstleden wil ik een International
Advisory Board oprichten. Deze adviesgroep bestaat uit gezaghebbende deskundigen
die praktijkervaring hebben opgedaan met beprijzingsprojecten in het buitenland. Ik
vraag hen om ABvM vanuit hun ervaring te wijzen op kansen en risico's, het project te
verankeren in hun internationale (kennis)netwerken, te beoordelen of ABvM
voldoende is aangesloten op buitenlandse systemen en internationale ontwikkelingen,
en te reflecteren op de hoofdkeuzes van het project. Ik heb de heer Dr. Neumann uit
Duitsland bereid gevonden om het voorzitterschap van de International Advisory
Board op zich te nemen. Hij heeft als adviseur van de Duitse overheid een schat aan
ervaring met de invoering van de Duitse Maut. In overleg met hem worden de overige
adviseurs aangezocht, die bij voorkeur ervaring hebben met projecten in de ons
omringende landen.
Mobiliteitsprojecten
Op 1 juli heb ik u per brief2 over de visie op de aanpak van de mobiliteitsprojecten
geïnformeerd, waarna ik deze op 2 en 3 juli met u heb besproken.
Ik kan u melden dat in de zomermaanden de zes voorbeeld regio's van de Taskforce
Mobiliteitsmanagement intensief aan de slag zijn gegaan met de uitwerking van de
mobiliteitsprojecten en dat deze uiteindelijk zijn verankerd in regionale convenanten.
Dat de regio's voorvarend aan de slag zijn gegaan blijkt wel uit de vlotte start van het
project spitsmijden 2a, waar op 10 september officieel is begonnen met het werven
van de deelnemers.
Omgeving
Na een zomerperiode waarin een flinke uitwerkingslag heeft plaatsgevonden zijn de
contacten met zowel de maatschappelijke organisaties als de markt opnieuw
geïntensiveerd. De omgeving is essentieel voor het succes van het hele project zeker in
de fase waarbij het kilometerprijssysteem steeds concreter wordt. De
(vertegenwoordiging van) de maatschappelijke organisatie hebben kennis vanuit de
verschillende belangen en zijn de basis voor maatschappelijk draagvlak. Onder andere
de Procesgroep, de Klankbordgroep, de Brede Samenwerkinggroep en het Nationaal
Mobiliteitsberaad zijn dan ook bij elkaar gekomen om terug te blikken en te praten
over onderwerpen als het wetsvoorstel Kilometerprijs, de mobiliteitsprojecten, de
aanbesteding en het certificeringstraject. De markt wordt niet alleen geïnformeerd,
2 Kamerstuk 31305, nr. 53, Brief minister VW aan de Tweede Kamer over de visie op de aanpak van de
mobiliteitsprojecten, 1 juli 2008
---
VENW/DGMo-2008/2921
maar door middel van rondetafels ook benut om zijn specifieke kennis en kunde. De
markt is in een Connektsessie bijgepraat over het Partieel Uitvoeringsbesluit van 27
juni 2008, het aanbestedingstraject en wat te wachten staat de komende periode.
Verder is er een Connektsessie geweest waarbij de markt met de regio heeft
gesproken over de mobiliteitsprojecten. In het kader van het PPC addendum3 hebben
eind september twee rondetafels met de marktpartijen plaatsgevonden over de
uitwerking van de taken van inning en dwanginvordering. De resultaten en
informatie-uitwisseling van deze rondetafels zijn als zeer waardevol ervaren en worden
meegenomen in de besluitvorming.
Organisatie Anders Betalen voor Mobiliteit
In de zomermaanden is door PricewaterhouseCoopers de huidige ambtelijk organisatie
van ABvM bezien in het licht van de overgang naar de volgende fase. Momenteel
wordt bekeken welke wijzigingen noodzakelijk zijn om gesteld te staan voor de
volgende fase.
Doorkijk laatste kwartaal 2008
Zoals ik al vaker met u heb gedeeld werk ik met een ambitieuze planning en is nog
veel werk te verzetten. Ik wil u hier alvast inzicht geven in een aantal concrete stappen
die ik de komende maanden ga zetten.
· Dit najaar starten de certificeringstrajecten voor private serviceproviders en de
registratievoorzieningen. Ook geef ik het startschot voor de aanbesteding van
de onderdelen van het kilometerprijssysteem die, mede in verband met de
Grootschalige Praktijktest, tijdkritisch zijn. Ik zal beroep doen op het
bedrijfsleven om mij aan te geven wat de beste manier is om het systeem van
de kilometerprijs in Nederland te introduceren. Ik hou daarbij de regie om te
kunnen zorgen voor gelijke kansen voor het aanbiedend bedrijfsleven. Dit
biedt mij de beste kans op een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit.
· Ik draag zorg voor de uitvoering van de motie van Van der Ham/Duyvendak
inzake de verwachte milieueffecten van de kilometerprijs4. Naar aanleiding van
deze motie zal ik in de considerans en memorie van toelichting van de wet
verwijzen naar de doelstellingen in de Nota Mobiliteit, Schoon en Zuinig en
het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Daarnaast worden
verschillende mogelijke scenario's voor milieudifferentiatie in de kilometerprijs,
zowel in tarief als grondslag, en de daarbij behorende milieueffecten verkend.
· Parallel aan de adviesprocedure van de Raad van State en de Europese
notificatie start de ontwerpfase voor de onderliggende regelgeving van de
Wet Kilometerprijs.
· Met betrekking tot de mobiliteitsprojecten is de planning om nog voor het
eind van het jaar uitvoeringsconvenanten tussen rijk en de betreffende regio's
te sluiten om de concrete projecten uit te kunnen voeren. De verwachting is
dat vanaf april/mei 2009 meerdere mobiliteitsprojecten operabel zijn. In de
stadsregio Rotterdam start in september/oktober de aanbesteding van het
3 Pricewaterhouse Coopers voert dit uit in opdracht van het project ABvM
4 Kamerstuk 31305, nr. 59, motie Van der Ham/Duyvendak over een voorstel voor een gekwantificeerd
milieudoel
---
VENW/DGMo-2008/2921
beprijzingsproject op de A15. Parallel daaraan wordt het uitvoeringsconvenant
tussen rijk en regio voorbereid. In Amsterdam zal naar verwachting in
oktober/november de aanbesteding van het mobiliteitsproject starten. Ook
hier wordt het uitvoeringsconvenant voorbereid. In Utrecht zal naar
verwachting het beprijzingsproject op de A2 worden gegund.
· Ten aanzien van de provinciale opcenten kan ik u melden dat de minister van
BZK voor het eind van 2008 uw Kamer schriftelijk zal informeren over het
provinciale belasting gebied.
· Afstemming en samenwerking met zowel de maatschappelijke organisaties, de
markt en de overheden zijn essentieel voor de voortgang van het project. De
Klankbordgroep en de Procesgroep blijven als graadmeter voor de
verschillende belangen en als bruggenbouwer betrokken. De Brede
Samenwerkinggroep gaat zich naast de inhoud de komende tijd ook richten op
de toekomst van het project.
· Ik ga in gesprek met de andere overheden over de ingroei van het spitstarief
tijdens de implementatie van de kilometerprijs en om de toekomstige
spitslocaties te bepalen.
· Kortom, mijn streven is erop gericht om samen met maatschappelijke
organisaties, de overheden en de marktpartijen Nederland optimaal voor te
bereiden op het `kilometerprijsklaar' maken van het verkeerssysteem en last
but not least de gebruiker te betrekken, te informeren en voor te bereiden
zodat een soepele invoering wordt geborgd.
Met vriendelijke groet,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Camiel Eurlings
---