DNA-verwantschapsonderzoek bij aanpak criminaliteit
Nieuwsbericht | 16-10-2008
Minister Hirsch Ballin wil het zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek
gebruiken bij de aanpak van criminaliteit. Het gaat in het strafrecht
om een nieuw type DNA-onderzoek dat kan uitwijzen of een bloedverwant
van de persoon van wie het DNA door politie en justitie is onderzocht,
de mogelijke dader is van een misdrijf. Dit blijkt uit een
wetsvoorstel dat vandaag voor advies naar verschillende instanties is
gestuurd.
Verwantschapsonderzoek is al bekend van bijvoorbeeld de vaststelling
van ouderschap en gezinshereniging in asielprocedures, maar kan ook
van betekenis zijn voor de opheldering van strafbare feiten. In de
praktijk bestaat er een dringende behoefte om verwantschapsonderzoek
toe te passen.
Als het klassieke DNA-onderzoek geen resultaten heeft, kan onder
omstandigheden met behulp van verwantschapsonderzoek de identiteit van
een verdachte alsnog worden vastgesteld of kan een mogelijke verdachte
worden uitgesloten.
Toepassing van verwantschapsonderzoek is alleen mogelijk onder
bepaalde voorwaarden. Zo wordt er voorgesteld om actieve bevraging van
de DNA-databank pas in te zetten als ultimum remedium voor de
oplossing van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.
Het wetsvoorstel maakt het ook mogelijk dat DNA-onderzoek naar
uiterlijk waarneembare persoonskenmerken wordt uitgebreid tot het
overleden slachtoffer van een misdrijf waarvan de identiteit onbekend
is. Tot nu toe kon dat alleen bij een onbekende verdachte.
Meer informatie
* Wetsvoorstel DNA-verwantschapsonderzoek16-10-2008 | pdf-document,
Zie het origineel
39 KB
* Memorie van Toelichting DNA-Verwantschapsonderzoek16-10-2008 |
pdf-document, 0.17 MB
* Nieuw DNA-onderzoek versterkt aanpak misdaad