16 okt 2008 />
Onderdeel: Wageningen UR

Wageningen UR heeft een studie uitgevoerd naar de economische impact van twee scenarioâs van de nieuwe EU Gewasbeschermingsverordening voor Nederland: het âEP-cut-offâ scenario (de Parlementspositie na eerste lezing) en het âEC-CMR/EDâ scenario (het Gemeenschappelijk Standpunt van Commissie en Raad).
Uit de studie blijkt dat er in het EP-cut-off scenario, door het grote aantal te vervallen middelen bij roos, chrysant, komkommer, spruitkool, zaaiuien, tulp en sierheesters, fysieke opbrengstdervingen van 50 tot 100 % te verwachten zijn. Dit maakt deze teelten in Nederland onrendabel en heeft extreme gevolgen voor de productie en internationale handel in deze gewassen.
Hoewel het aantal stoffen dat binnen EC-CMR/ED scenario vervalt veel geringer is, heeft dit voor de meeste teelten toch een behoorlijke economische impact.

In het voorstel van de Raad van ministers en de Europese Commissie voor een nieuwe
Gewasbeschermingsverordening worden de criteria voor goedkeuring van stoffen niet langer alleen op risico gebaseerd. Andere criteria spelen ook een rol in de toelating, zoals intrinsieke carcinogene, mutagene, reprotoxische (CMR) en hormoonverstorende (ED: Endocriene disruptie) stofeigenschappen. Het Europees Parlement heeft in het najaar van 2007 een positie ingenomen waarbij veel meer actieve stoffen in de EU gaan verdwijnen.

In opdracht van LTO Nederland en gefinancierd door Productschap Tuinbouw en Productschap Akkerbouw is een studie uitgevoerd naar de economische impact van twee scenarioâs van de nieuwe EU Gewasbeschermingsverordening voor Nederland: het âEP-cut-offâ scenario (de Parlementspositie na eerste lezing) en het âEC-CMR/EDâ scenario (het Gemeenschappelijk Standpunt van Commissie en Raad). Het onderzoek betreft de gewassen: consumptieaardappelen, pootaardappelen, zaaiui, wintertarwe, suikerbieten, spruitkool, chrysant, roos, tomaat, komkommer, tulp, sierheesters en appel.

EP-cut-off scenario
Uit de studie blijkt dat er door het grote aantal te vervallen middelen bij roos, chrysant, komkommer,
spruitkool, zaaiuien, tulp en sierheesters fysieke opbrengstdervingen van 50 tot 100 % te verwachten zijn. Zowel voor deze gewassen als voor suikerbieten is de saldoderving meer dan 50 %. Dit maakt deze teelten in Nederland onrendabel en heeft extreme gevolgen voor de productie en internationale handel in deze gewassen.

Voor pootaardappelen, consumptieaardappelen, wintertarwe, tomaat en appel is de geschatte opbrengstderving 15 tot 32 %. De gewassaldi van deze gewassen nemen sterk af, waardoor de rendabiliteit zwaar onder druk komt. Van het verminderde gewassaldo kunnen de vaste kosten niet of
nauwelijks meer betaald worden.
Verder vallen er bij dit scenario dusdanig veel stoffen weg dat voor verschillende gewassen problemen met resistentievorming tegen verschillende ziekten, plagen en/of onkruiden kunnen optreden, waardoor deze moeilijk of niet meer te bestrijden zijn. Andere lange-termijn-effecten zijn veronkruiding, een toenemende aaltjespopulatie en een toename van ziekten en plagen waartegen vroeger toegelaten middelen een nevenwerking hadden. Deze langere termijn effecten zijn binnen deze studie niet becijferd, maar kunnen ook grote impact hebben.

EC-CMR/ED Scenario
Hoewel het aantal stoffen dat binnen dit scenario vervalt veel geringer is dan in het EP-scenario heeft dit voor de meeste teelten toch een behoorlijke economische impact.

Sierheesters, tulp, zaaiuien, roos en chrysant ondervinden zoveel schade als gevolg van een gebrek aan bestrijdingsmogelijkheden dat de teelt verliesgevend of economisch niet meer aantrekkelijk wordt. Van het afgenomen gewassaldo kunnen de vaste kosten niet of nauwelijks meer betaald worden. Ook voor pootaardappelen, consumptieaardappelen, suikerbieten, spruitkool, komkommer, tomaat en appel is er opbrengstderving en wordt de teelt economisch minder aantrekkelijk. Alleen de rendabiliteit van wintertarwe wordt nauwelijks negatief beïnvloed, hoewel er ook voor deze teelt een paar stoffen wegvallen. Ook bij dit scenario kunnen langere termijn effecten als toenemende resistentiedruk en
toenemende aaltjespopulaties grote impact hebben.
* Het volledige rapport verschijnt eind oktober 2008: "Impact EU-Gewasbeschermingsverordening - Economische impact van de voorgestelde cut-off criteria voor een aantal Nederlandse gewassen"

---

Contact
Piet Spoorenberg
Onderzoeker PPO AGV
piet.spoorenberg@wur.nl