Kamerbrief inzake het verslag over het 'High Leve Event on the Millennium
Development Goals d.d. 25 september 2008 te New York
15-10-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan
over het `High Level Event on the Millennium Development Goals' dat op
25 september plaatsvond in New York.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Verslag van het `High Level Event on the Millennium Development Goals'
Op 25 september vond in New York het `High Level Event on the
Millennium Development Goals' (MDG top) plaats. Nederland werd bij de
top vertegenwoordigd door minister-president en de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking.
De MDG top viel in de week van de opening van de AVVN en werd vooraf
gegaan door een speciale bijeenkomst op hoog niveau over de
ontwikkelingsbehoeften van Afrika, alsmede door diverse thematische
bijeenkomsten die door één of meerdere lidstaten gezamenlijk werden
georganiseerd. Het doel van de MDG top was om op het hoogste politieke
niveau te praten over de stand van zaken bij het behalen van de
doelen; vast te stellen waar successen zijn geboekt, op welke doelen
de achterstand het grootst is, en te bepalen welke concrete acties
nodig zijn om de doelen te bereiken (incl. welke financiële middelen
daartoe nodig zijn). De Millenniumtop is in die opzet geslaagd; de top
bood de gelegenheid om politiek leiders van zowel donor- als
ontvangende landen op het hoogste niveau aan te spreken op hun
verantwoordelijkheid om werkelijk voortgang met de MDGs te maken. Om
de discussie te bevorderen, had de SG daags voor de top een rapport
uitgebracht (`The Millennium Development Goals Report 2008') waarin de
stand van zaken werd gepresenteerd. Daarin wordt het beeld bevestigd
dat er grote verschillen zijn tussen regio's en de afzonderlijke
doelen. Volgens de SGVN, Ban Ki-moon, die stelde dat de voortgang niet
snel genoeg gaat en er nog veel uitdagingen bestaan, is vooral dáár
veel bereikt, waar politieke leiding is getoond. De SGVN verbond
hieraan een oproep aan donoren om meer te geven voor duurzame
ontwikkeling en de doelstelling van 0,7 % van het BNI voor ODA te
halen.
De top was opgedeeld in drie zgn. `ronde tafels', waar behalve
staatshoofden en regeringsleiders ook zakenlui en filantropen als
sprekers optraden. Vanuit het oogpunt van het aanspreken van politiek
leiders op hun verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelen,
acht de Nederlandse regering de aanwezigheid in New York van bekende
personen uit de wereld van de media of entertainment van grote waarde:
muzieksterren als Bono (U2) en Bob Geldof (initiatiefnemer van
LiveAid) waren actief betrokken bij de discussies, zowel in de zaal
als `in de wandelgangen'. Bono uitte ongezouten kritiek op een aantal
Westerse landen vanwege de niet nagekomen beloftes over de hoogte van
hun ontwikkelingshulp.
Minister-president Balkenende sprak bij de ronde tafel over armoede en
honger. Hij deed een oproep aan donorlanden, ontvangende landen, de
private sector en ngo's, om gezamenlijk de inspanningen voor het
bereiken van de millenniumdoelen te intensiveren. Hij vestigde daarbij
ook de aandacht op het stellen van de juiste prioriteiten door
ontwikkelingslanden (goed bestuur, corruptiebestrijding) maar ook op
het belang van harmonisatie van hulp door donorlanden teneinde de
effectiviteit te vergroten (een verwijzing naar de recente conferentie
in Accra). Overigens ging de minister-president ook in zijn speech
voor de AVVN in op de noodzaak van het behalen van de millenniumdoelen
in 2015.
Kroonprins Willem-Alexander, in zijn hoedanigheid van voorzitter van
de `Advisory Board' van de SGVN over water en sanitatie, was één van
de twee inleiders bij de ronde tafel over gezondheid en onderwijs. In
zijn toespraak onderstreepte hij dat water, sanitaire voorzieningen en
hygiëne van het grootste belang zijn voor alle millenniumdoelen, dus
niet alleen MDG 7. Hij noemde sanitatie cruciaal voor het terugdringen
van moeder- en kindsterfte, en het verbeteren van gezondheid en
onderwijs, vooral voor vrouwen.
Bij de afsluiting van de top somde de SGVN op welke financiële
toezeggingen de lidstaten hadden gedaan. In totaal gaat het om een
bedrag van circa 16 miljard usd. Dat is substantieel, in aanmerking
genomen dat de week waarin de top plaatsvond in het teken stond van de
financiële crisis. Hoewel de problemen in de bankenwereld niet als
zodanig op de agenda stonden, doken deze natuurlijk regelmatig in de
discussies op. De appreciaties van lidstaten over de gevolgen van de
financiële instabiliteit voor de reële economische groei lopen nog
uiteen, maar duidelijk is wel dat deze als een zwaard van Damocles
boven de millenniumdoelen hangt. Desondanks werd tijdens de top het
belang onderstreept dat de MDG's adequaat en voorspelbaar moeten
worden gefinancierd. De aanwending van de financiële toezeggingen zal
waarschijnlijk terugkomen tijdens de Doha-conferentie over `financing
for development', eind november.
De top heeft ervoor gezorgd dat de gezondsheidsdoelen (MDG's 4 en 5,
waar de achterstand in het algemeen het grootst is) boven aan de
VN-agenda zijn gezet. De SGVN en de voorzitter van de AVVN, Miguel
d'Escoto, hebben hier beiden in hun afsluitende woorden aandacht aan
besteed. Meer in het bijzonder kondigde voorzitter d'Escoto aan dat er
in 2009 een debat van hoog niveau over gezondheid (`global health')
zal worden georganiseerd. Voor de `Global Campaign on Health' is een
fors bedrag toegezegd (tot 2015 is 30 miljard usd nodig), alsook voor
de bestrijding van kindersterfte (de behoefte is 12 miljard usd tot
2015 voor 21 miljoen kraamverzorgers) en onderwijs (12,5 miljard usd).
De verhoogde aandacht voor de gezondheidssector blijkt ook uit de
oprichting van een internationale taakgroep, voorgezeten door de
Britse premier Gordon Brown en Wereldbankpresident Robert Zoellick,
met 8 prominente leden die zich gaat richten op innovatieve
financiering van de gezondheidszorg. De taakgroep neemt als
uitgangspunt de doelen van de `Global Campaign for the Health MDGs',
hetgeen impliceert dat meer geld nodig is om de gezondheidsdoelen te
halen. Volgens premier Brown, de stuwende kracht achter deze
taakgroep, moet de 30 miljard usd die nodig is om de
gezondheidsdoelstelling voor 2015 te behalen, vooral op innovatieve
manieren worden gevonden, zoals via niet-traditionele partners. Hoewel
nog weinig bekend is over de aanpak van de taakgroep, ligt het in de
lijn der verwachtingen dat hierover tijdens de Doha-bijeenkomst in
november over `financing for development, meer bekend zal worden.
Gekeken wordt op welke wijze Nederland een inhoudelijke bijdrage aan
de taakgroep kan leveren.
Nederland is tevreden dat de gezondheidsdoelen in New York speciale
aandacht hebben gekregen; dit sluit immers goed aan bij de prioriteit
die Nederland in zijn OS-beleid geeft aan het vraagstuk van moeder- en
kindersterfte, de positie van vrouwen en de (sexuele en reproductieve)
rechten van vrouwen. In New York heb ik de jaarlijkse bijdrage van
58,5 miljoen euro aan UNFPA voor de komende vier jaar aangekondigd,
voor het terugdringen van moedersterfte door verbeterde zorg bij
zwangerschappen en beschikbaarheid van anticonceptiemiddelen.
Overigens verschaft het lidmaatschap van minister-president Balkenende
van het `Network of global leaders for MDGs 4 and 5' Nederland nog een
andere mogelijkheid om speciale aandacht te vragen voor deze
problematiek: dit kwam bijvoorbeeld tot uiting in een gezamenlijk
artikel van de minister-president en enkele andere politiek leiders,
gepubliceerd in het Engelstalige medische tijdschrift `The Lancet'.
Ook op het gebied van water en sanitatie zijn concrete resultaten
geboekt. Nederland was één van de organisatoren, samen met Japan,
Tadjikistan en Duitsland, van een side event over dit onderwerp. MP
Balkenende hield in zijn toespraak een pleidooi voor één jaarlijks
rapport over de voortgang op het gebied van water en sanitatie, één
jaarlijkse review bijeenkomst en de ontwikkeling van een fast-track
financieringsinstrument. Hij noemde ook het Nederlandse streven om in
2015 50 miljoen mensen van schoon drinkwater en sanitaire
voorzieningen te voorzien. Tijdens het side event zijn afspraken
gemaakt over een actiekader om beter zicht te krijgen op de resultaten
die wereldwijd worden geboekt - en daarmee dus ook op de landen die de
grootste achterstand oplopen. Verder is Nederland met het VK
overeengekomen om voor de 20 landen die het meest achterlopen speciale
actieplannen te ontwikkelen en te financieren.
Een ander tastbaar resultaat van de MDG top is het voorstel van de
SGVN om in 2010 een top te organiseren om de voortgang op de
millenniumdoelen formeel te evalueren. In zijn afsluitende toespraak
voegde de SGVN hieraan nog toe dat MDG 8 (meer eerlijke handel,
schuldverlichting en hulp) effectief moet worden gemonitord en dat
daarvoor een apart kader moet worden ontwikkeld. Hij gaf hiermee
gehoor aan een oproep die eerder door de G-77 was gedaan.
Nederland was behalve mede-organisator van het side event over water
en sanitatie ook betrokken bij een flink aantal andere side events,
waaronder één over de financiering in ontwikkelingslanden van
maatregelen t.b.v. klimaatadaptatie, een bijeenkomst over
moedersterfte en een aparte themabijeenkomst over inclusieve
financiële sectoren; bij deze laatste bijeenkomst, onder Nederlands
voorzitterschap, trad Prinses Máxima op als één van de belangrijkste
sprekers en panelleden.
Nederland heeft tijdens de hele MDG top bovendien ruim aandacht
besteed aan het versterken van de samenwerking met het bedrijfsleven
als een belangrijke bijdrage aan het behalen van millenniumdoelen. In
diverse fora zijn de Nederlandse ervaringen met publiek-private
partnerschappen (Schoklandakkoorden) gedeeld met andere landen en
internationale partners. Door de contacten die in New York zijn
gelegd, zal deze kennis na de top verder kunnen worden verspreid -
waarbij Nederland ook zelf nieuwe ervaringen zal kunnen opdoen.
In het kader van de MDG top heeft Nederland, in lijn met de
prioriteiten in het Nederlandse OS-beleid, het onderwerp fragiele
staten op de agenda gezet; een speciale bijeenkomst over Somalië met
enkele gelijkgezinde landen en partners leverde nieuwe ideeën en
inzichten op. De belangrijkste conclusie die tijdens het overleg is
getrokken, is dat het bieden van extra steun voor de humanitaire
organisaties actief in Somalië van cruciaal belang is. Een veiliger
werkomgeving zou deze organisaties grotere bewegingsvrijheid bieden en
hen dus in staat stellen effectiever te opereren. Omdat het akkoord
van Djibouti de beste kans op vrede biedt, moet de internationale
gemeenschap hier zijn volledige steun aan geven. Hopelijk heeft het
overleg in New York hier aan bijgedragen en zal de bijeenkomst in Doha
een nieuwe gelegenheid bieden om dit overleg te vervolgen.
Behalve met betrekking tot Somalië, heeft Nederland in New York ook
het initiatief genomen tot separaat overleg over andere conflicten of
vraagstukken. De constante Nederlandse hulpinspanning van 0,8 procent
plaatst Nederland in een positie om dat met succes te doen; het stelt
ons land in de gelegenheid om in discussies met andere gelijkgezinde
landen het voortouw te nemen. De organisatie van het side event over
water en sanitatie en het gezamenlijk optrekken met enkele andere
landen over de gezondheidsdoelen vormen hiervan ook een illustratie,
maar andere voorbeelden zijn discussiebijeenkomsten over Zimbabwe en
One UN. Het smeden van nieuwe coalities met gelijkgezinden, niet
alleen in `Noord' maar ook in `Zuid', lijkt veelal de beste aanpak van
specifieke problemen. Dit geldt zeker in de context van veranderende
machtsverhoudingen in de wereld die de achtergrond vormen waartegen de
MDG top zich afspeelde.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken