INLIA
Werkgroep tegen de Legesverhogingen 15/10/2008
Naar aanleiding van de enorme verhoging in 2002 van de legeskosten
(die betaald moeten worden om een aanvraag voor een reguliere
verblijfsvergunning te kunnen indienen) heeft een groot aantal
vluchtelingen en migrantenorganisaties een werkgroep gevormd. Deze
Werkgroep tegen de Legesverhogingen, waarin ook INLIA participeert,
heeft in 2003 een civiele procedure aangespannen tegen de Staat over
de forse legesverhogingen in de afgelopen jaren (met wel 300 tot
1150%!).
Helaas is de procedure onlangs tot in het hoger beroep op de
belangrijkste punten afgewezen. De legesverhogingen zijn volgens het
Gerechtshof in Den Haag (uitspraak d.d. 22 mei 2008) alleen in strijd
met het Associatieverdrag tussen de EU en Turkije. Dit betekent dat de
legesverhogingen voor vreemdelingen afkomstig uit Turkije onrechtmatig
zijn verklaard. Voor het overige zijn de legesverhogingen volgens het
Gerechtshof niet in strijd met internationale bepalingen. Naar
verwachting zal er momenteel dan ook weinig veranderen in de hoogte
van de leges die geheven worden bij een aanvraag voor een reguliere
verblijfsvergunning. De Staat is o.a. op het punt van de strijdigheid
van de legesverhogingen met het Associatieverdrag tussen de EU en
Turkije in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.
De Europese Commissie heeft overigens vorige week een rapport
uitgebracht over de implementatie van de Gezinsherenigingsrichtlijn.
De Europese Commissie is daarin buitengewoon kritisch over het
gezinsherenigingsbeleid van Nederland en dan met name over de hoge
leges die Nederland in dit kader vraagt. Ter vergelijking: de bedragen
liggen in de EU gemiddeld tussen 50 en 150; enkele landen vragen een
symbolisch bedrag voor administratiekosten, maar in Nederland kost een
aanvraag in het kader van gezinshereniging 1.368 (opgebouwd uit
aanvraag machtiging voorlopig verblijf 830, inburgeringsexamen 350 en
verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd 188). Hoewel de
EC-richtlijn de hoogte van de te bepalen bedragen niet vaststelt, laat
de Commissie wel merken dat lidstaten legesbedragen niet dusdanig
zouden moeten vaststellen dat de uitvoering van de richtlijn inzake
het recht op gezinshereniging wordt ondermijnd.
Zie voor meer informatie ook de website van de werkgroep:
www.legesomlaag.nl.