Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Q-koorts


15 oktober 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op vragen over Q-koorts. Half oktober kan er voldoende vaccin geleverd worden om 40.000 dieren te vaccineren. De overheid zal de kosten van het vaccin voor haar rekening nemen.

Meer informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE


10 september 2008 08-LNV-107 VD. 2008/1932 15 oktober 2008 Q-koorts

Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake Q-koorts.

* hoeveel mensen zijn naar verwachting besmet met de bacterie Coxiella burnetti die de Q-koorts kan veroorzaken en waarop is die verwachting gebaseerd?
* hoeveel mensen hebben tot nu toe ziekteverschijnselen ondervonden (dus hoeveel ziektegevallen zijn geregistreerd) en wat is de ernst van deze ziektegevallen? Sinds 1 januari 2008 zijn er (tot 18 september 2008) 927 humane gevallen van Q-koorts gemeld bij de GGD in Nederland, waarvan 885 bevestigde gevallen en 42 waarschijnlijke gevallen. Naar verwachting is het aantal besmette mensen groter omdat niet iedereen die met Q-koorts besmet is, naar de huisarts gaat. De meeste besmettingen verlopen zonder symptomen, of als een milde griep, maar een besmetting kan ook leiden tot een longontsteking, waarvoor soms een ziekenhuisopname noodzakelijk is. Gedetailleerde achtergrondinformatie is nog niet beschikbaar over alle humane gevallen, maar het is wel duidelijk dat het percentage bevestigde gevallen waarbij ziekenhuisopname noodzakelijk is, aanzienlijk lager is dan in 2007. Er loopt onderzoek naar de achtergronden van dit verschil tussen 2007 en 2008. Een mogelijke verklaring is dat door betere bekendheid bij artsen en publiek er dit jaar, ook bij milde ziektegevallen, onderzoek wordt gedaan naar een Q-koortsinfectie.

* op welke wijze worden kwetsbare groepen (ouderen, zwangeren en kinderen) op dit moment beschermd tegen de Q-koorts bacterie?
Mensen worden vooral geïnfecteerd met Q-koorts door het inademen van besmet fijnstof. De bacterie komt vrij bij de vroeggeboortes die het veroorzaakt bij (vooral) geiten. Door verwaaiing kan de bacterie in de lucht komen. Met name door het voorkomen van uitstoot en verspreiding van de bacterie bij dieren kan de ziekte bij mensen worden voorkomen. Daarom zijn er ter voorkoming van besmetting van de mens maatregelen genomen in de veehouderij (aangifteplicht q-koorts, uitrijdverbod mest besmette bedrijven). Zorgverleners in de regio Noord-Brabant zijn goed op de hoogte van de situatie waardoor besmettingen met Q-koorts sneller herkend worden.

* wat betekent de constatering dat naast geiten en schapen de helft van de koeien antistoffen heeft tegen de bacterie die Q-koorts veroorzaakt? We weten dat naast geiten ook veel andere diersoorten gevoelig zijn voor de ziekte. Zo blijken ook veel runderen antistoffen tegen Q-koorts te hebben. Het is nog niet bekend wat de exacte rol van de verschillende diersoorten is in de verspreiding van Q-koorts. Maar het lijkt erop dat bij abortussen en vroeggeboortes bij runderen aanzienlijk minder van de Q-koortsbacterie vrijkomt dan bij geiten. Ik heb onderzoek ingesteld om de epidemiologie bij dieren verder in kaart te brengen.

* wat is het huidige verspreidingsgebied van de Q-koorts en in hoeverre vindt uitbreiding plaats?
De Q-koortsbacterie is in heel Nederland bij dieren aanwezig. De gevallen op geitenbedrijven en de humane gevallen concentreren zich in Zuid-Nederland. Q-koorts is geen nieuwe dierziekte. Q-koorts is de afgelopen decennia niet intensief gemonitord. Het is daarom niet mogelijk om vast te stellen of de ziekte zich heeft uitgebreid.
Onderstaande kaart geeft de incidentie van het aantal humane gevallen: het aantal bij de GGD gemelde gevallen van 1 januari 2008 tot en met 3 september 2008 per
10.000 inwoners per 4-positie postcode gebied. Het aantal gemelde patiënten lijkt de laatste weken af te nemen.

* is het ingestelde verbod op het uitrijden van mest een effectieve maatregel tegen de verspreiding van de Q-koorts en waaruit blijkt dat? Deze vraag is op dit moment niet duidelijk te beantwoorden. De meldingsplicht voor Q-koorts en het verbod op het uitrijden van mest voor besmette bedrijven zijn ingesteld op het moment dat veel veehouders al mest hadden uitgereden. Ook is niet te achterhalen hoeveel humane gevallen er geweest zouden zijn wanneer niet een meldingsplicht en een uitrijverbod waren ingesteld. Deskundigen hebben aangegeven dat mest hoogstwaarschijnlijk een belangrijke rol speelt in de verspreiding van Q-koorts van dieren naar mensen.

* welke andere maatregelen worden ingezet om de verspreiding van Q-koorts tegen te gaan en in hoeverre wordt de effectiviteit van de maatregelen bepaald? De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft een folder met hygiëneadviezen voor houders van kleine herkauwers uitgebracht. Hierin worden adviezen gegeven om verspreiding van smetstof te beperken en om besmetting van risicogroepen (kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand) te voorkomen. De Franse farmaceut CEVA heeft een vaccin tegen Q-koorts ontwikkeld. Dit vaccin is echter nog niet geregistreerd. In Frankrijk wordt al enige tijd met dit vaccin gevaccineerd. Het Bureau Diergeneesmiddelen heeft op basis van de beschikbare informatie over de veiligheid en effectiviteit, een positief advies uitgebracht over de mogelijkheid om een vrijstelling te verlenen voor dit vaccin. Ik zal daarom een vrijstelling verlenen. De farmaceut CEVA heeft aangegeven dat er half oktober 80.000 doses vaccin geleverd kunnen worden. Hiermee kunnen 40.000 dieren worden gevaccineerd. Er kan dus maar een beperkt aantal dieren worden gevaccineerd.
Ik zal deze beperkte hoeveelheid vaccin beschikbaar stellen voor melkgeiten en melkschapen in het gebied met straal van 45 kilometer rond Uden. Dit is het centrum van het gebied waar dit jaar de meeste mensen ziek zijn geworden van de Q-koortsbacterie. Alleen niet drachtige dieren kunnen worden gevaccineerd. Vaccinatie tegen Q-koorts gebeurt op vrijwillige basis.
Om vaccinatie te stimuleren, zal de overheid de kosten van het vaccin voor deze vaccinatieronde voor haar rekening nemen. De kosten van de dierenarts komen voor rekening van de veehouder.

* is vaccinatie tegen Q-koorts mogelijk en zo ja, op welke termijn kan vaccinatie in Nederland worden ingezet en welke obstakels dienen hiervoor te worden overwonnen?
Voor wat betreft vaccinatie bij geiten en schapen, verwijs ik naar het antwoord bij de vorige vraag.
Een humaan vaccin wordt alleen gebruikt in Australië waar enkele hoog risico beroepsgroepen gevaccineerd worden tegen Q-koorts. Het vaccin is niet geregistreerd in Nederland en toepassing ligt ook niet voor de hand, omdat de uitbraak in Nederland niet beperkt is tot duidelijk afgrensbare beroepsgroepen. Ook zijn er risico's verbonden aan het gebruik van het humane vaccin. Het vaccin kan alleen worden gebruikt bij mensen die nog niet eerder in contact gekomen zijn met de Q-koorts bacterie. Bloedonderzoek naar antistoffen tegen de coxiellabacterie en een huidtest noodzakelijk vóór het vaccin mag worden toegediend.

* welke maatregelen worden in andere landen genomen om de verspreiding van Qkoorts tegen te gaan en in hoeverre zijn deze maatregelen toepasbaar in Nederland? Nergens ter wereld is eerder een uitbraak van Q-koorts bij mensen van vergelijkbare grootte gezien. Q-koorts bij mensen werd tot nu toe met name gezien als een beroepsziekte (veehouders, dierenartsen, slachthuispersoneel). In Australië wordt een humaan vaccin ingezet voor risicoberoepsgroepen (zie antwoord op vorige vraag). In Frankrijk bestaat een vrijwillig vaccinatieprogramma voor gevoelige dieren. Hiervoor wordt hetzelfde vaccin ingezet als in Nederland gebruikt gaat worden.
* wat zijn de verwachtingen van deskundigen over de verspreiding en de ontwikkeling van het aantal Q-koorts ziektegevallen voor het komende jaar en waarop zijn deze verwachtingen gebaseerd?
Het aantal ziektegevallen bij de mens is met name afhankelijk van de werking van de genomen maatregelen in de veehouderij (meldingsplicht, maatregelen mest, hygiëneadviezen en vaccinatie). Aangenomen moet worden dat de bacterie wijdverspreid is in de omgeving en dat nieuwe infecties nog steeds op kunnen treden.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Voedselkwaliteit
en Diergezondheid
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100