Voedingcentrum
Minder genvoeding te koop
Nog maar weinig producten in de winkel bevatten genetisch
gemodificeerde organismen. Dat blijkt uit een tweejarig Europees
onderzoek mede uitgevoerd door de Technische Universiteit Delft. Wat
is genvoeding eigenlijk? En waar kun je op letten in de winkel?
Genetische modificatie wordt ook wel aangeduid als âmoderne
biotechnologieâ of âgentechnologieâ. Tegenstanders spreken ook wel van
âgenetische manipulatieâ. Zij zijn kritisch over de effecten op
gezondheid en milieu. Tegenwoordig staat het publieke debat in Europa
op een laag pitje. Wel hebben consumenten veel ethische vragen over
genvoeding.
Hoe werkt het?
Bij genetische modificatie worden de erfelijke eigenschappen van
bacteriën, gisten, schimmels, planten en dieren aangepast. Het gaat
om een eiwit of enzym in het organisme. Een gen van een dier of plant
kan gebruikt worden in een ander dier of plant. Erfelijke
eigenschappen kunnen worden toegevoegd of juist uitgeschakeld.
Door deze technologie is het mogelijk om gewassen te telen die minder
kwetsbaar zijn voor plagen en ziekten. Of die resistent zijn tegen
bestrijdingsmiddelen. Ook kunnen er planten worden ontwikkeld die
beter bestand zijn tegen moeilijke omstandigheden, zoals droogte of
kou. Voorstanders denken dat de technologie zorgt voor een hogere
opbrengst.
Is het veilig?
Een belangrijke vraag die bij veel mensen opkomt is: is het eten van
genetisch gemodificeerd voedsel veilig? Het antwoord hierop is ja. In
principe gaat het lichaam niet anders om met genetisch gemodificeerd
voedsel dan met âgewoonâ voedsel.
Om deze risicoâs uit te sluiten, worden al deze aspecten onderzocht.
Bijvoorbeeld of de nieuw gebruikte eiwitten een allergische reactie
oproepen en of de samenstelling van het product niet substantieel
veranderd is. Niet alle veranderingen van genetische modificatie zijn
voorspelbaar, omdat het een relatief nieuwe techniek is.
En hoe zit het met het milieu?
Genetisch gemodificeerde gewassen kunnen verwante planten die in de
buurt staan bestuiven en andersom. Daardoor is het moeilijk om
niet-genetisch gemodificeerde gewassen, zoals wilde planten in de
natuur, âzuiverâ te houden. Er zijn genetisch gemodificeerde gewassen,
zoals soja en maïs, die resistent zijn gemaakt tegen een bepaald
bestrijdingsmiddel. Het middel kan daardoor beter worden gebruikt om
onkruid te bestrijden. Het is mogelijk dat het onkruid er daardoor ook
resistent voor wordt. Voor dit onkruid zijn dan weer andere
bestrijdingsmiddelen nodig.
Waar moet je op letten?
Als je wilt weten of er gentechnologie is gebruikt, ben je aangewezen
op de informatie op het etiket. Fabrikanten zijn namelijk verplicht
dit op het etiket te zetten. Dat geldt voor alle producten die in
Europa worden verkocht, óók als ze zijn geïmporteerd.
In de praktijk kom je ze weinig tegen, omdat er in Nederland nog maar
18 producten te koop zijn met dit etiket. Veel fabrikanten hebben
alternatieven gezocht. In plaats van maïszetmeel zijn ze bijvoorbeeld
tarwezetmeel gaan gebruiken. En in plaats van sojaolie gebruiken ze
bijvoorbeeld zonnebloem- en raapolie.
Zie ook:
* Genetische modificatie
* Wat is het?
* Is het veilig?
* Hoe weet je of het is toegepast?