Gevoeligheid voor tuberculose genetisch bepaald
Op het X-chromosoom ligt een gen dat de kans op tuberculose
beïnvloedt. Dit verklaart een deel van het verschil in
gevoeligheid tussen mannen en vrouwen en tussen verschillende
bevolkingsgroepen, zo schrijven onderzoekers van het Leids
Universitair Medisch Centrum (LUMC), de Radboud Universiteit
Nijmegen en instituten in Singapore en Indonesië in het
online-tijdschrift PLoS Genetics van 10 oktober.
De kans op longtuberculose wordt mede bepaald door welke
variant van het gen toll-like receptor 8 (TLR8) iemand bezit.
Net als de andere toll-like receptoren is TLR8 waarschijnlijk
betrokken bij de herkenning van ziekteverwekkers en activering
van het afweersysteem. De exacte rol van het gen is echter nog
niet bekend.
Afbeelding: De tuberculosebacil
Vaker mannen
Interessant is dat het nu gevonden gen op het X-chromosoom
ligt. Vrouwen hebben twee X-chromosomen, mannen slechts één.
Vrouwen hebben hierdoor twee keer zoveel kans als mannen om een
goed functionerende versie van het gen te hebben. Dit verklaart
mogelijk waarom tuberculose (TBC) vaker mannen treft dan
vrouwen.
Voor zowel mannen als vrouwen bleek het risico op
longtuberculose af te hangen van welke variant(en) van TLR8 ze
hadden. Onderzoeker prof.dr. Tom Ottenhoff van het LUMC:
`Mannen met de meest risicoverhogende versie van het gen hadden
tot dubbel zo vaak TBC als gemiddeld. Een andere variant van
dit gen bleek mannen juist tegen TBC te beschermen: dragers
liepen slechts de helft van het normale risico om TBC te
krijgen. Bij vrouwen zagen we dezelfde trend.' Wat het
onderzoek extra sterk maakt is dat in een tweede, in dit geval
Russische populatie, de relatie tussen TLR8 en TBC bevestigd
werd.
Afbeelding: Prof.dr. Tom Ottenhoff van het LUMC: `Mannen met de
meest risicoverhogende versie van het gen hadden tot dubbel zo
vaak TBC als gemiddeld.'
Volkeren verschillen
De onderzoekers bekeken niet al het DNA van hun proefpersonen,
maar selecteerden 18 genen waarvan bekend is dat ze betrokken
zijn bij de aangeboren afweer. Van deze genen bestaan
verschillende varianten. Van ruim 750 Indonesiërs werden deze
genen onder de loep genomen. De helft van de proefpersonen had
longtuberculose, een veelvoorkomende en besmettelijke vorm van
TBC. `Zij hadden duidelijk andere varianten van TLR8 dan de
andere helft van de proefpersonen, die wel besmet maar niet
ziek waren', aldus Ottenhoff. `Daarnaast bleek dat de expressie
van het TLR8-eiwit verhoogd was tijdens ziekte en tijdens een
infectie nagebootst in celkweken in het laboratorium. Dat wijst
er ook op dat het gen een rol speelt bij TBC-besmettingen.'
Voor de overige 17 onderzochte genen vonden de onderzoekers
geen duidelijk verband.
De nu gevonden variatie in TLR8 verklaart voor een deel waarom
de tuberculosebacterie de ene persoon wel ziek maakt en de
ander niet. De verscheidenheid van TLR8 zou ook kunnen
verklaren waarom volkeren verschillen in hun gevoeligheid voor
TBC. `Bepaalde stammen van Indianen bleken bijvoorbeeld heel
gevoelig voor TBC', vertelt Ottenhoff. `Mogelijk komt de
gevoeligmakende variant van TLR8 bij hen meer voor dan bij
anderen.'
Meer genen
Slechts 5 tot 10 procent van de mensen krijgt TBC na besmetting
met de tuberculosebacterie Mycobacterium tuberculosis. Daarom
werd al langer vermoed dat er genetische verschillen tussen
mensen bestaan die de gevoeligheid voor TBC bepalen. `Het nu
gevonden gen verklaart een deel van deze gevoeligheid, maar er
zijn zeker nog veel meer genen die in samenspel de kans op TBC
beïnvloeden. Verder onderzoek zal dat moeten aantonen', aldus
Ottenhoff.
(15 oktober 2008/LUMC)
15/10/2008
Universiteit Leiden