Nationale Ombudsman
Den Haag, 14 oktober 2008
PRIJS VOOR HANDHAVEN OPENBARE ORDE TE HOOG IN ROTTERDAM
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, veroordeelt de massale
aanhouding van omstanders na de wedstrijd Feyenoord-Ajax in april
2006. De Rotterdamse wens om hard op te treden heeft geleid tot de
onevenwichtige keuze om 800 mensen op strafrechtelijke grond aan te
houden. De arrestanten zijn behandeld op een manier die ernstig onder
de maat is: zij zijn met plastic strips geboeid, hebben urenlang in
bussen en ruimtes moeten wachten zonder toiletten, water of eten.
Vervolgens zijn deze 800 mensen nooit geïnformeerd dat zij niet
vervolgd worden.
Op 23 april 2006 speelt Feyenoord tegen Ajax in de Kuip tijdens een
play off-wedstrijd. Een grote groep supporters, waaronder enkele
tientallen stenengooiers, staat ook een uur na de wedstrijd nog op het
viaduct bij het stadion. De supporters moeten van het viaduct over het
spoor af zodat de Ajax-supporters, die nog in het stadion zitten,
terug kunnen naar hun treinen. Binnen de zgn. driehoek, bestaande uit
de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de korpschef, wordt
daarom besloten om alle supporters op het viaduct strafrechtelijk aan
te houden. De politie houdt ook bij een sportkantine in de buurt een
grote groep supporters aan. In totaal gaat het om 800 arrestanten, die
allemaal worden opgepakt en afgevoerd. Het onderzoek van de Nationale
ombudsman betreft bijna 90 klachten over het optreden van de politie
en het openbaar ministerie.
Keuze voor aanhouding onevenwichtig
Het supportersgeweld op 23 april 2006 blijft beperkt. De Nationale
ombudsman juicht het toe dat de openbare is gehandhaafd. Maar,
oordeelt hij, de prijs die voor het handhaven van de openbare orde
betaald moet worden is te fors. 800 mensen worden aangehouden voor
strafbare feiten waarvoor zij later niet worden vervolgd. De Nationale
ombudsman heeft kritiek op de keuze van de driehoek om alle mensen op
het viaduct en de meeste mensen in de sportkantine van DHZ op
strafrechtelijke gronden aan te houden. Het gevolg van die keuze is
dat de 800 aangehouden mensen mee moeten naar deels geïmproviseerde
politieposten om voorgeleid te worden en waar van iedereen een foto
wordt gemaakt en een korte verklaring wordt opgenomen. De afhandeling
van deze grote groep mensen heeft geleid tot ernstige problemen, die
veel impact hebben gehad op de betrokken mensen. Voor het overgrote
deel van de arrestanten is dit waarschijnlijk de eerste keer geweest
dat zij met de politie in aanraking zijn gekomen.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de driehoek in alle
redelijkheid een meer evenwichtige keuze had kunnen maken, met minder
impact voor de supporters. Hij denkt daarbij aan het zgn. bestuurlijk
ophouden of een methode waarbij de supporters geleidelijk
'wegdruppelen'. Daarnaast oordeelt hij het onbehoorlijk dat door de
gekozen harde aanpak honderden 'goeden' hebben moeten lijden onder een
kleine groep van slechts tientallen 'kwaden'. Toen bleek dat het
aantal arrestanten veel groter was dan verwacht, had terugkoppeling
naar de driehoek moeten plaatsvinden. De treinen met Ajax-supporters
waren toen al vertrokken en er was alle reden voor heroverweging of de
massa-arrestaties wel doorgezet moesten worden.
Door de gebrekkige communicatie kon het gebeuren dat de leden van de
driehoek de volgende ochtend nog in de veronderstelling verkeerden dat
het om niet meer dan 200 arrestanten ging.
Afhandeling erbarmelijk
Eenmaal aangehouden, worden de mensen met bussen vervoerd naar drie
verschillende locaties en opgesloten. De omstandigheden waaronder dit
gebeurt zijn erbarmelijk, concludeert de ombudsman. Het transport
verloopt moeizaam: veel mensen moeten uren in de bussen wachten,
terwijl ze geboeid zijn met plastic strips (tie rips), zonder
aanwezigheid van toiletten en drinken. Vervolgens worden de mensen
onder meer in een parkeergarage vastgehouden waar ook geen toiletten
zijn, geen mogelijkheid om fatsoenlijk te zitten en zonder eten en
drinken. De totale afhandeling duurde in de ergste gevallen 9 uur. De
Nationale ombudsman vindt dat hiermee de Rotterdamse autoriteiten de
grenzen van het toelaatbare fors hebben overschreden. Zeker gezien de
geringe ernst van het feit waarvoor de mensen werden aangehouden (niet
weggaan). De Nationale ombudsman betreurt het verder dat zowel de
politie als het Openbaar Ministerie hebben nagelaten om de betrokkenen
te informeren dat zij uiteindelijk niet vervolgd zouden worden.
Effect onderzoek
Het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft waardevolle informatie
opgeleverd en daarmee veel vragen van supporters beantwoord. Bovendien
bevat het rapport, naast de lessen die politie en justitie al uit de
ervaringen hadden getrokken, concrete aanbevelingen voor de toekomst.
Bijvoorbeeld dat niet zonder meer naar het strafrecht wordt gegrepen
bij openbare ordeproblemen bij voetbalwedstrijden en de noodzaak van
goede communicatie en terugkoppeling om tussentijds bij te kunnen
sturen.
Door het onderzoek is verder aan het licht gekomen dat door allerlei
communicatiestoornissen de politie niet heeft 'gevorderd' voorafgaand
aan de aanhouding. Dit terwijl het negeren van de vordering reden was
voor de aanhouding. Ook is gebleken dat een groot gedeelte van de
aangehouden personen nog steeds in onzekerheid verkeert over wat er
met hun zaak gaat gebeuren. De ombudsman heeft er met instemming
kennis van genomen dat het Openbaar Ministerie de betrokkenen alsnog
zal informeren.
Noot voor de redactie,
Nationale Ombudsman