Federale regering Belgie
Verklaring van de regering over haar algemeen beleid
De crisis aanpakken, zekerheid en vertrouwen geven
Mijnheer de Voorzitter,
Dames en Heren,
We beleven stormachtige tijden. De grootste financiële crisis van de
jongste honderd jaar. Haar omvang en draagwijdte zijn zonder
voorgaande. Zij treft de hele wereldeconomie. In tal van landen
daveren financiële instellingen op hun grondvesten. Ook ons land bleef
er niet gespaard van. De geglobaliseerde economie toont haar
kwetsbaarheid.
De gevolgen van de financiële crisis laten zich voelen op de rest van
de economie. De groei valt terug, bedrijven kondigen drastische
herstructureringen aan, mensen dreigen hun job te verliezen, de
koopkracht komt nog meer onder druk. Ook de overheidsfinanciën
ondervinden een negatieve weerslag.
De mensen zijn ongerust. Zij vrezen voor hun inkomen en voor hun
toekomst. In deze context moeten wij hen weer zekerheid, weer
vertrouwen geven. Door snel en krachtdadig op te treden. Door in deze
woelige tijden een veilig baken en - indien nodig - de laatste
reddingsboei te zijn. Daarom heeft de federale regering er de voorbije
weken alles aan gedaan om onze financiële instellingen veilig te
stellen. Het belang van de gewone rekeninghouders en de kleine
spaarders, de werkgelegenheid in de sector en de kleine aandeelhouders
stonden en staan voorop. De bevolking moet worden beschermd voor de
gevolgen van bepaalde avonturen en excessen in de financiële sector.
Met aandrang doe ik een oproep voor meer ethisch besef bij bepaalde
bankiers, bestuurders en managers. Dringende maatregelen zijn nodig om
het vertrouwen in het systeem te herstellen en het beter te reguleren.
Het merendeel van de financiële instellingen is Europees vertakt,
sommige zelfs mondiaal. De problemen zijn gelijklopend in heel Europa.
Meer samenwerking tussen lidstaten is noodzakelijk. In de voorbije
weken werden nationale maatregelen in verspreide slagorde genomen. Er
is een internationaal probleem, maar er is geen internationale
instantie om het aan te pakken. Wij hebben een dringend antwoord
geboden op acute noden, en wij hebben dat in nauwe samenwerking met
onze buurlanden gedaan. Onze aanpak wordt nu Europees gevolgd. Op de
Europese Top van morgen en overmorgen zal ik dan ook, net zoals zondag
in Parijs, met overtuiging een Europees beleid ter zake bepleiten.
Maar intussen nemen wij zelf de nodige maatregelen en hebben wij een
wetsontwerp ingediend tot instelling van een Staatswaarborg om het
vertrouwen te herstellen. Wij vragen het Parlement om dat wetsontwerp
vandaag nog goed te keuren.
Sta me toe hier ook een woord te zeggen over de penibele situatie van
duizenden Belgische klanten van de Luxemburgse Kaupthing-bank. Ik heb
er samen met minister Reynders bij de Luxemburgse premier Juncker op
aangedrongen dat Luxemburg het bedrag van de deposito's dat wordt
gewaarborgd minstens optrekt tot 50.000 euro zoals vorige week op
Europees niveau is afgesproken. Morgenvroeg heb ik trouwens, samen met
een delegatie van Kaupthing-klanten, een afspraak met de Luxemburgse
eerste minister om de situatie van Kaupthing te bespreken.
Er zijn belangrijke hervormingen nodig om de zwakheden van de
financiële markten en de reguleringsmechanismen te verhelpen. Om
geloofwaardige en duurzame maatregelen te nemen, mogen we evenwel niet
overhaast en ondoordacht te werk gaan.
Rating agentschappen moeten verantwoording geven en bepaalde
financiële technieken en instrumenten moeten beter worden
gereglementeerd.
Europa moet hierin een voortrekkersrol spelen. België pleit voor de
oprichting van een onafhankelijke Europese regulator. In samenwerking
met de Europese Centrale Bank kan die de werking van de nationale
regulatoren optimaliseren. De oprichting van een Europees
Interventiefonds dat systemische banken die internationaal opereren
moet kunnen financieren in geval van solvabiliteitsproblemen, moet
worden onderzocht.
De financiële crisis heeft ook gevolgen voor de KMO's, de grote
ondernemingen en de particulieren. Zij krijgen te kampen met een
gebrek aan of schaarste van liquiditeiten op de markten. Beslissingen
van de eurogroep om het vertrouwen in de interbancaire markten te
vergroten, zijn in dat opzicht essentieel. Aan de Europese
Investeringsbank werd gevraagd om vanaf 2009 een funding-programma ten
bedrage van 30 miljard euro te verhogen. Deze stappen zullen op heel
korte termijn worden aangevuld met andere maatregelen, en dit zowel op
nationaal als op Europees niveau.
Ten slotte zou het Bazel II-comité de impact en de eventuele lacunes
van het regelgevende kader opnieuw moeten evalueren. Ook zullen
bepaalde boekhoudkundige regels moeten worden herzien wegens hun
impact op de stabiliteit van de banken in crisissituaties. In dat
opzicht moeten de zogenaamde marked to market regels opnieuw worden
onderzocht.
Dat deze initiatieven in een internationaal kader moeten gebeuren,
hoeft uiteraard niet te beletten dat er ook op nationaal niveau snel
maatregelen worden genomen. Drie maatregelen dringen zich op:
* ten eerste, een hogere transparantie van de beloningen in het
kader van een betere corporate governance van ondernemingen. De
regering zal het systeem van de gouden handdruk reglementeren om
bepaalde ontsporingen te vermijden.
* ten tweede, een balans opmaken van het onlangs hervormde toezicht
op de financiële sector en de financiële diensten door de CBFA en
de NBB, en de interne controle versterken.
* ten slotte zetten wij de inspanningen voort voor een doeltreffende
informatie en bescherming van de spaarders, zowel wat betreft
financiële producten als verzekeringsproducten.
Mijnheer de Voorzitter,
Dames en heren,
De regering stelt u vandaag de hoofdlijnen van een geloofwaardig en
krachtig sociaaleconomisch beleid voor. Zij doet, in uiterst moeilijke
budgettaire omstandigheden, grote inspanningen om de koopkracht van de
mensen en het concurrentievermogen van de bedrijven te ondersteunen.
We willen niet dat dit leidt tot het opbouwen van grote deficits en
budgettaire lasten voor de toekomst: als een goede huisvader vermijden
wij dat de overheidsfinanciën ontsporen.
De economische groeivertraging laat zich plots en bruusk voelen. De
groeivooruitzichten zijn gehalveerd in een jaar tijd. Het planbureau
voorspelt 1,2%, en sommige internationale instellingen gaan er zelfs
van uit dat de groei volgend jaar volledig stilvalt. Dat staat in
schril contrast met een gemiddelde groei van 2,3% over de afgelopen 10
jaar. Tien jaar waarin het saldo gemiddeld met 0,1% per jaar
verbeterde. Het realiseren van een begrotingsevenwicht, tegen de
achtergrond van een uitzonderlijk zwakke conjunctuur, is dan ook geen
evidentie.
Hoewel onze economie grondig door elkaar wordt geschud, houdt de
regering het begrotingsbeleid op koers. We dienen een begroting in
evenwicht in. Dat is - ik herhaal het - in de huidige omstandigheden,
met de financiële crisis en een dreigende economische recessie,
helemaal niet evident. We zijn een van de weinige Europese landen met
een evenwichtsbegroting.
De begroting legt de basis van een structureel begrotingsoverschot,
zodat wij onze schuldratio in de toekomst verder kunnen terugdringen.
Wij kunnen in deze tijden van onzekerheid de broeksriem niet nóg
forser aantrekken. Dat zou het consumentenvertrouwen en de
concurrentiekracht van de ondernemingen nog verder aantasten.
Wij hebben meer dan ooit nood aan een betrouwbare en doelmatige
overheid om op te treden, om te omkaderen en om vertrouwen en
zekerheid te geven. Internationale benchmarking zal ons in staat
stellen om de werking van de overheidsdiensten te optimaliseren. Om
onze personeelsuitgaven beter te beheersen en in te zetten.
Doorgedreven informatisering leidt tot efficiëntiewinsten en een
vermindering van de administratieve lasten.
In deze moeilijke, onzekere tijd gaan wij de fiscale en parafiscale
druk niet verhogen. Wel roepen we alle overheden in dit land, ook de
gemeenschappen en gewesten en de lokale besturen, op om bij te dragen
aan de gezondmaking van de overheidsfinanciën.
De moeilijke begrotingssituatie is geen excuus om geen oog te hebben
voor de noden van de bevolking. De forse stijging van de energie- en
voedselprijzen. De druk daardoor op het gezinsbudget. De job van
mensen die in gevaar komt.
Ons antwoord is duidelijk. We ondersteunen met deze begroting verder
de koopkracht. Door ons economisch draagvlak en de concurrentiekracht
van onze bedrijven te versterken. Gezonde ondernemingen creëren immers
jobs, en meer jobs betekent meer koopkracht. Door het
werkgelegenheidsbeleid te versterken. Maar ook door een steun te geven
aan wie het moeilijker heeft. We richten onze inspanningen vooral op
de lage en middeninkomens.
95% van onze ondernemingen is een KMO. Wij hebben een pakket van 37
maatregelen uitgewerkt om hen de kans te geven hun groeimogelijkheden
ten volle te benutten. Dit concreet plan heeft als doel nieuwe
ondernemingen op te richten en verder te ontwikkelen, tegemoet te
komen aan de gerechtvaardigde veiligheidsnoden van ondernemers en de
relatie tussen de overheid en de KMO's te verbeteren, ook wat betreft
de arbeidsmarkt. Het plan wil ook diegenen die hun lot in eigen handen
nemen, een sociaal statuut aanbieden dat in verhouding staat tot de
risico's die zij nemen.
We moeten onze kenniseconomie verder versterken met bijzondere
aandacht voor de digitale kloof. Meer dan ooit moet de samenwerking
van alle betrokkenen - overheden, bedrijven, wetenschappelijke
instellingen - daartoe worden aangezwengeld. Daarom blaast de regering
het "Forum Onderzoek en Innovatie" nieuw leven in. Wij roepen de
sociale partners op om werk te maken van het engagement 1,9% van de
loonsom te investeren in opleiding.
Vrije en eerlijke concurrentie is cruciaal voor onze economie. Een
correcte en transparante werking van de markt waarborgt de beste
prijzen en beschermt de consument. De regering zal een wetsontwerp
indienen dat de omkadering van de handelspraktijken moderniseert, met
een evenwichtige aanpak tussen de bescherming van de consument, de
economische ontwikkeling van de sector en de zelfstandige handel.
Prijsafspraken en misbruiken van machtspositie moeten streng worden
aangepakt met krachtige mededingingsorganen en een
prijzenobservatorium. De regering zal voor het einde van het jaar
voorstellen uitwerken voor een tijdige en correcte omzetting van de
derde Postrichtlijn. We houden daarbij rekening met de geografische
dekking, de verdeelfrequentie en de arbeidsvoorwaarden van het
personeel. Bovendien waarborgen wij gelijke spelregels voor alle
huidige en toekomstige operatoren. Maatregelen worden genomen om de
werkgelegenheid te beschermen. De Post zal aangewezen worden als
universele dienstverlener vanaf 2011. De financiering van deze
universele dienst zal door de overheid worden gegarandeerd hetzij met
redelijke bijdragen vanwege de operatoren, hetzij met staatsmiddelen,
hetzij met een combinatie van beide. Ook het BIPT wordt versterkt.
Traditioneel volgt de evolutie van de werkloosheid de economische
situatie met een vertraging van enkele kwartalen. We moeten jobs
beveiligen door de werkzoekenden te ondersteunen, door te investeren
in innovatie en opleiding, en door onze concurrentiekracht te
versterken. Daarom treden voor het einde van het jaar in het kader
van een strategie voor de werkgelegenheid nieuwe maatregelen in
werking, met drie doelstellingen: meer mensen aan het werk door een
betere activering, verlaging van de lasten op arbeid en verbetering
van de arbeidskwaliteit en -veiligheid.
Parallel zullen de sociale partners hun verantwoordelijkheid opnemen
om maximaal in te zetten op werkgelegenheid, innovatie,
concurrentievermogen en koopkracht.
Het eerste doel van het werkgelegenheidsbeleid is werkzoekenden
sneller aan een job te helpen. De activeringsprocedure heeft haar nut
bewezen: in de groepen die aan de procedure zijn onderworpen, daalde
de werkloosheid met maar liefst 24%. Op die weg wil de regering verder
gaan. Daarom wenst de regering, onverminderd de lopende
Gemeenschapsdialoog, dat zo snel mogelijk een nieuw akkoord met de
Gewesten kan worden gesloten over de activering en begeleiding van
werkzoekenden. Dat moet gebeuren op basis van het voorstel dat de
regering heeft gedaan om de termijn van tenlasteneming te verkorten,
de begeleiding en de opvolging te verbeteren, duidelijke
doelstellingen en engagementen inzake activering en efficiëntie van
het beleid vast te stellen, en de bevoegdheden van de gewestelijke
diensten uit te breiden.
De regering wenst de mobiliteit te versterken via mobiliteitspremies:
voor intensieve taalopleiding, voor lange verplaatsingen en voor
interregionale verplaatsingen.
Ook de strijd tegen werkloosheidsvallen wordt voortgezet. Daartoe
verhoogde de regering onlangs de werkbonus.
Ons uniek systeem van sociaal overleg moet koopkracht, werkgelegenheid
en concurrentiekracht met elkaar verzoenen. In een context van hoge
inflatie, is een beheersing van onze loonkosten van essentieel
belang. Ons specifiek stelsel van loonindexering heeft zijn nut
bewezen. Ook in landen zonder automatische indexering worden de lonen
in de feiten aan de inflatie aangepast, maar op een minder
geleidelijke, een meer bruuske manier. In deze begroting maakt de
regering geld vrij om ook de lonen van de dienstencheque-werknemers
voortaan structureel te indexeren.
De regering wil bijkomende lastenverlagingen doorvoeren, in ruil voor
geloofwaardige afspraken tussen de sociale partners over de
ontwikkeling van de loonkosten en de versterking van innovatie en
opleiding. Alleen zo kunnen we de werkgelegenheid in ons land
veiligstellen. In afwachting zal het akkoord over de vereenvoudiging
van de banenplannen worden uitgevoerd. De bestaande lastenverlagingen,
nu versnipperd in een wirwar van complexe banenplannen, zullen worden
omgezet en geconcentreerd op een structurele en voor de lagere lonen
nog versterkte lastenverlaging. Werkzoekenden moeten sneller toegang
hebben tot een passende job. De regering heeft aan de sociale partners
concrete voorstellen gevraagd met betrekking tot de degressiviteit van
de werkloosheidsuitkeringen en zal op basis daarvan de nodige
beslissingen nemen.
De regering beloont werken door de jobkorting te versterken. De eerste
schijf van de forfaitaire beroepskosten wordt opgetrokken en ook het
plafond wordt verhoogd. Daarnaast wordt de fiscale vrijstelling van de
werkgeversbijdrage in de verplaatsingskosten van de werknemers
verdubbeld.
De regering zal ook waken over de diversiteit, de werkzaamheid van
jongeren en allochtonen, en werk en privéleven beter op elkaar
afstemmen. Ze zal binnenkort ook een meerjarenplan voorleggen voor
arbeidsveiligheid en kwaliteit van de arbeid. Eén van de
doelstellingen is de vermindering van het aantal arbeidsongevallen met
25 procent.
De verhoogde inflatie tast de koopkracht van heel wat mensen aan,
allereerst van deze met een laag inkomen. Daarom heeft de regering het
afgelopen jaar haar budgettaire marge hoofdzakelijk gebruikt om de
laagste inkomens en de uitkeringen te verhogen.
De regering wenst de uitkeringen mee te laten stijgen met de welvaart.
Hiervoor heeft zij de nodige middelen gereserveerd. De impact van deze
enveloppe is bij de betrokkenen aanzienlijk. In veel gevallen gaan de
zwaksten er enkele honderden euro's per jaar op vooruit. Dat kan het
verschil betekenen tussen een lege en een volle stookolietank.
Deze regering laat de uitkeringsgerechtigden - werklozen, invaliden,
kinderbijslaggerechtigden, mensen met een beroepsziekte of een
arbeidsongeval, gepensioneerden - niet in de steek. De maatregelen die
wij dit jaar namen, zullen de uitkeringen volgend jaar met ruim 800
miljoen euro verhogen.
Bovenop de al genomen maatregelen en onder meer met de
welvaartsenveloppe, verhoogt de regering vanaf 1 juni volgend jaar de
pensioenen met 1,5%. De minimum- en oudste pensioenen zullen met
respectievelijk 3% en 2% worden opgetrokken. Analoog zullen ook de
kinderbijslagen voor kinderen met een handicap worden verhoogd.
De regering besliste de genomen maatregelen in het sociaal
energiebeleid te evalueren. Zij zal dat beleid versterken. Vanaf 1
januari kunnen gezinnen met een netto belastbaar inkomen van minder
dan 26.000 euro een forfait van 105 euro genieten, of ze zich nu
verwarmen met stookolie, gas of elektriciteit.
Kinderen zijn onze toekomst. Wij moeten in hen investeren. De kosten
van de opvoeding zijn hoog. Bijzondere inspanningen worden gedaan om
de leeftijdstoeslag op te trekken en de discriminatie van kinderen met
een handicap op te heffen.
De regering is van plan de gelijkschakeling van de minimumpensioenen
van de zelfstandigen voort te zetten. Op 1 mei volgend jaar worden ze
met 20 euro per maand opgetrokken.
We hebben allen recht op een menswaardig leven. Daarom streven we,
fase per fase, naar de uitvoering van de talrijke maatregelen van het
concrete Plan Armoedebestrijding, dat op zes krachtlijnen is
toegespitst. Ze hebben tot doel arme personen de mogelijkheid te
bieden een inkomen te hebben waarmee ze projecten kunnen opbouwen,
iedereen het recht op gezondheid te waarborgen en de toegang tot de
werkgelegenheid te bevorderen. Werkgelegenheid blijft immers de beste
manier om op duurzame wijze uit de armoede te geraken, een woning te
kunnen vinden en een gewaarborgde toegang te hebben tot energie en tot
de verschillende overheidsdiensten van onze samenleving.
Dames en heren,
Van elke euro die we gezamenlijk verdienen, besteden we 10 cent aan
gezondheidsuitgaven.
De wettelijke groeinorm voor de gezondheidsuitgaven maakt het mogelijk
te beantwoorden aan de behoeften van vandaag en middels het
Toekomstfonds het hoofd te bieden aan de behoeften van morgen. In 2009
reserveert de regering 307 miljoen euro voor het Toekomstfonds.
De ontwikkeling van nieuwe technologieën legt een ambitieus en
tegelijk strikt beleid op. Zo verzekeren wij aan eenieder de toegang
tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Hetzelfde geldt voor de
geneesmiddelen, een domein waar de steun aan innovatie inhoudt dat
budgettaire marges moeten worden vrijgemaakt, meer bepaald via een
sterker beroep op de generische geneesmiddelen en de goedkope
geneesmiddelen. Dat geldt ook voor implantaten, aangezien de prijzen
in België beduidend hoger liggen dan die in de buurlanden. Om de
ongerechtvaardigde verschillen in medische praktijken in ziekenhuizen
te verminderen, wordt het systeem van referentiebedragen ingevoerd.
Verder zal de regering in 2009 de implementatie voortzetten van het
kankerplan. Prioriteit zal ook gaan naar de chronisch zieken, naar de
tariefzekerheid in de sectoren die de akkoorden voor de komende twee
jaar moeten heronderhandelen, naar de versterking van de
aantrekkelijkheid van het beroep van verpleegkundigen, naar de
verbetering van het netwerk van spoedhulp en naar de bevordering van
de huisartsenij.
Ziek zijn kan arm maken, maar arm zijn maakt ook ziek. Principieel
heeft iedereen eenzelfde recht op gezondheidszorg, maar 60 procent van
de armen kan de kosten voor gezondheidszorg niet meer dragen, en 17
procent moet zelfs verzorging uitstellen om financiële redenen. Onze
samenleving moet de gezondheidsongelijkheid verder terugdringen. De
regering vergemakkelijkt, binnen de grenzen van wat haalbaar is, de
toegang tot het OMNIO-statuut en de derdebetalersregeling.
De jongste jaren merken we een verschuiving van de kostenstijging in
de gezondheidszorg. Tussen 2002 en 2005 nam het persoonlijke aandeel
van de patiënt met bijna een vijfde toe. Patiënten reageren hier soms
op met het afsluiten van een extra ziektekostenverzekering bij hun
ziekenfonds of bij een privéverzekeraar. Het is essentieel de
leefbaarheid en de goede werking van deze bijkomende verzekeringen te
beveiligen en om op te treden tegen abusieve tariefverhogingen.
Dames en heren,
Ook in moeilijke tijden moeten we oog hebben voor de lange termijn. Om
de pensioenen van morgen veilig te stellen, organiseert de regering
dit najaar een Nationale Pensioenconferentie. Er staan immers
belangrijke vragen open: hoe financieren we in de toekomst de
pensioenen? Hoe verzekeren we voor de mensen een pensioen dat hen in
staat stelt om de levensstandaard te behouden? Hoe bewaren we de
solidariteit tussen de huidige en de toekomstige generaties, en
binnen de oudere generatie? Hoe zorgen we voor een gepast evenwicht
tussen solidariteit en verzekering? De reflectie over die vragen moet
breed en omvattend zijn, maar moet het ook mogelijk maken om over één
tot twee jaar concrete en betekenisvolle veranderingen voor te
stellen.
Energie wordt duurder. Dat weegt op het gezinsbudget en op de
concurrentiekracht van de bedrijven. Nationale overheden hebben weinig
greep op het mondiale proces van vraag en aanbod van primaire
energiebronnen. Aangezien wij invoerder zijn van aardgas en aardolie
en inmiddels ook van elektriciteit, dreigen wij, ondanks de
totstandkoming van een Europese energiemarkt,onze bevoorrading niet in
de hand te hebben.
Wij zullen in de loop van 2009 de energiemix voor de toekomst
vastleggen op basis van rationele en doordachte argumenten, in functie
van bevoorradingszekerheid, van zo laag mogelijke CO2-uitstoot maar
ook van kostprijs.
Onze levenswijze leidt tot een verhoogde uitstoot van broeikasgassen
en fijn stof, met nefaste gevolgen voor klimaat en gezondheid.
Gezinnen, bedrijven, overheden en andere sectoren moeten hun uitstoot
ingrijpend terugschroeven.
Wij delen de ambitie van de Europese Commissie voor het Europese
klimaat- en energiepakket. Energiezuinige gebouwen en CO2-arm vervoer
moeten worden bevorderd.
De regering zal, in samenspraak met de gewesten, een gunstiger
investeringsklimaat scheppen, zodat investeringen in bijkomende
productiecapaciteit tijdig kunnen gebeuren. Zij zal zorgen voor meer
concurrentie tussen de diverse spelers op de markt. Dat betekent dat
onze inspanningen voor een onafhankelijk beheer van het
gastransportnet worden voortgezet en dat onafhankelijke vervoersnetten
zullen zorgen voor verantwoorde prijzen voor gezinnen en burgers.
Bovendien moet de CREG kunnen optreden wanneer excessieve winstmarges
worden vastgesteld.
De regering wil resoluut werk maken van concurrentie in de productie
en dus lagere prijzen, waarbij monopoliewinsten worden uitgezuiverd.
Ze heeft daarom de CREG aanzienlijk versterkt. Ook is gevraagd te
onderzoeken hoe de daling van de prijzen van de energiedragers haar
weerslag moet vinden in lagere binnenlandse prijzen. De regering zal
een plan van aanpak opstellen dat nog dit jaar tot concrete
maatregelen zal leiden.
Hogere energiekosten mogen geen rem zetten op de mobiliteit van de
werknemers. Het mag niet dat iemand een job weigert wegens te hoge
kosten voor het woon-werkverkeer. De regering is bereid om invulling
te geven aan de vraag van de sociale partners om meer rekening te
houden met de kosten van het woon-werkverkeer.
Fraude werd niet als sluitpost voor de begroting gebruikt. Fraude moet
met wortel en tak worden uitgeroeid. Het actieplan voor de strijd
tegen de fiscale en sociale fraude zal een gestructureerde
gegevensuitwisseling tot stand brengen tussen alle diensten die bij
fraudebestrijding betrokken zijn. Dat maakt gerichte en gecoördineerde
fiscale en sociale acties mogelijk. Om te verzekeren dat alle
belastingplichtigen, rechthebbenden en werkgevers gelijk worden
behandeld, werd de opdracht gegeven een meting te starten van de
performantie van de sociale en fiscale inspectiediensten.
Dames en heren,
De regering werkt aan een totaalaanpak van de migratie. Op die manier
willen wij een algemene visie op dit beleid voor de komende jaren
vastleggen.
In het terugkeerbeleid, waar de minister van Migratie een vernieuwende
opvangmethode voor gezinnen met kinderen uitprobeert, zijn we met die
aanpak al begonnen. De regering engageert zich verder om minderjarigen
niet langer in gesloten centra op te sluiten, tenzij als uiterste
maatregel en in welbepaalde gevallen. Voorts maakte de regering
concrete afspraken over de terugkeer van asielzoekers die in de
opvangcentra verblijven.
De regering blijft bij haar engagement om 0,7% van het bruto nationaal
inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Zij zal volgend
jaar als opstap daartoe al 0,6% realiseren. Dat impliceert een
inspanning van alle betrokken regeringen. Ten opzichte van de
Millenniumdoelstellingen is er halfweg enige vooruitgang geboekt, maar
de ontwikkelingen verschillen sterk van land tot land en binnen de
landen zelf. Daaruit blijkt dat er langdurige inspanningen moeten
worden geleverd, zowel kwantitatief als kwalitatief. Vanuit die
vaststelling mag België niet achterblijven. De evaluatie van de wet
van 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking wordt
voltooid en zal binnenkort leiden tot ontwerpen die de wet
doeltreffender maken en er het acquis van de verklaringen van
Monterrey, Parijs en Accra, en van de Gedragscode van de EU in
integreren. Het is belangrijk om de procedures op één lijn te brengen
en de coördinatie tussen alle partijen te verbeteren. In diezelfde
context zal de regering een debat beginnen over een beperking de lijst
van de begunstigde landen van onze ontwikkelingssamenwerking, om ook
hier onze steun zo doeltreffend mogelijk te maken.
Mijnheer de voorzitter,
Dames en heren,
De geopolitieke toestand is grondig aan het veranderen.
Die ontwikkeling kunnen wij slechts bemeesteren door een gezamenlijke
internationale aanpak. Allereerst via de Europese Unie, daarnaast ook
in het kader van de Navo en de Verenigde Naties. Wij pleiten voor een
versterking van de rol van de Unie in de mondialisering en een
versterking van het multilateralisme. Dat vergt een volgehouden,
collectieve inspanning van onze diplomatie, onze
ontwikkelingsamenwerking en onze defensie, maar ook een individuele
inspanning van elke minister die binnen zijn bevoegdheidsdomein
Europees en buitenlands optreedt. Zonder een veilige omgeving zijn al
onze inspanningen zinloos. Daarom nemen wij onze verantwoordelijkheid
op door met zowel militaire als civiele middelen deel te nemen aan
internationale operaties overeenkomstig het Charter van de Verenigde
Naties in VN-, NAVO- en EU-verband. Met 1200 militairen ligt het
zwaartepunt in Kosovo, Afghanistan, Libanon en Tsjaad. Op het civiele
vlak nemen 67 politiemensen, magistraten en andere deskundigen deel
aan acht operaties. Deze inzet belichaamt bovendien een krachtig
instrument in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, het
terrorisme en mensen- en drugshandel. Ik wil hier uitdrukkelijk hulde
brengen aan al onze landgenoten die dag aan dag, soms in gevaarlijke
omstandigheden, bijdragen aan een veiliger wereld. Ik betuig daarbij
in het bijzonder eer aan diegenen die het voorbije jaar bij het
vervullen van hun opdracht het leven verloren hebben.
België volgt een eigen, duidelijke koers in zijn buitenlands beleid.
Dat is bijvoorbeeld duidelijk gebleken in het debat over de toekenning
van een NAVO Membership Action Plan aan Oekraïne en Georgië, en in de
discussies over het toekennen van een Associatie- en
Stabilisatieakkoord aan Servië. België neemt ook zijn
verantwoordelijkheid op. In het bijzonder wil de regering dat blijven
doen voor het gebied van de Grote Meren en wil zij het
geprivilegieerde karakter van de relaties tussen België en de
Democratische Republiek Kongo in stand houden. Daarom wenst zij die
relaties te normaliseren.
Globalisering biedt kansen, maar ook uitdagingen. De Belgische
regering is daarom voorstander van een vrijere maar gereguleerde
wereldhandel, zoals de WTO die nastreeft. De rol van het IMF en van de
Wereldbank is beslissend voor veel landen. België pleit om de werking
van de internationale financiële verder te verbeteren.
België leeft van uitvoer en van buitenlandse investeringen. Het
zwaartepunt hiervan ligt overduidelijk in de eurozone. Maar we stellen
ook vast dat in Azië de economische groei veel hoger is. Daarom moeten
en zullen we de Belgische ondernemingen helpen om in dat continent
maar ook in Latijns-Amerika en Centraal- en Oost-Europa, marktaandeel
te winnen. Daarom zet de federale regering alle zeilen bij voor een
versterking van de economische diplomatie in samenwerking met de
Gewesten.
De verschuivingen in de wereldeconomie zetten ook blijvend druk op de
voedselprijzen. Voedselveiligheid en voedselzekerheid worden een
teeds grotere zorg. Daarom blijft de regering het Europese
landbouwmodel versterken. Het waarborgt voedselzekerheid én
voedselveiligheid. Daarom ook verkregen wij in Europa dat
biobrandstoffen duurzaam moeten zijn, dat ze de voedselprijzen niet
mogen doen stijgen en dat de landbouw in de ontwikkelingslanden meer
moet worden geholpen.
Ons land wordt in de tweede helft van 2010 voorzitter van de Europese
Unie. Wij hebben de voorbereiding ervan aangevat. Wij zetten een
mechanisme op om het brede publiek, de sociale partners en de civiele
maatschappij bij de voorbereiding te betrekken. Het programma moet
worden voorgelegd aan de Raad van de Europese Unie in november 2009.
De voorbereiding wordt in belangrijke mate bemoeilijkt door de
onzekerheid die heerst rond de inwerkingtreding van het Verdrag van
Lissabon. Ik verwacht dat die onzekerheid zal aanslepen tot in het
najaar van 2009. Aan Belgische kant leggen wij morgen de
ratificatie-akte neer in Rome.
Dames en heren,
Ook in het veiligheidsbeleid staat een druk programma op stapel.
Prioriteit in de civiele veiligheid blijft de brandweerhervorming. De
wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid wordt verder
uitgevoerd. Maar de hervorming zal gebeuren op een constante wijze met
inbreng in het debat van steden, gemeenten en brandweerfederaties.
Zowel voor de professionele brandweerlui als de vrijwilligers zal de
regering een modern statuut ontwerpen. De gesprekken met de
werknemersorganisaties starten binnenkort. Voor de financiële kant van
deze hervorming zullen we een tijdspad uittekenen waarbinnen de
dotatie van de federale overheid stelselmatig kan verhogen, om na
verloop van tijd de wettelijk bepaalde 50/50-verhouding te bereiken.
Hoewel onze normen en de controle inzake nucleaire veiligheid zeer
streng zijn, is onlangs gebleken dat er nog verbetering mogelijk is.
Het FANC moet zo goed mogelijk zijn informatie- en
beschermingsopdracht beter vervullen.
Onze visie over de geïntegreerde politie wijkt niet af van de
beleidsdoelstellingen van het nationaal veiligheidsplan 2008-2012. De
discussies over de werking van de politietop herinneren ons aan het
belang van de verdere uitbouw van een goede en efficiënte
politiedienst. Het kerntakendebat is niet gesloten. Ook een verdere
rationalisering van structuren en werkprocessen moet bijdragen tot een
meer operationele capaciteit. Een debat over de schaalvergroting van
de politiezones hoort daarbij.
De regering werkt verder aan een betere verstandhouding en
informatie-uitwisseling tussen de verschillende diensten, om ons land
zo goed als mogelijk te beveiligen tegen het internationaal
terrorisme. Zij zal de mogelijkheid en wenselijkheid van de oprichting
van een nationale terrorisme-eenheid binnen de federale politie
nagaan.
De regering zal ook werk maken van een betere beveiliging van de
belangrijkste ICT-infrastructuur en informatiesystemen en de
reactiecapaciteit tegen cyberaanvallen en andere ICT-incidenten
verhogen.
Met Justitie zetten we de ingeslagen weg verder. Een geloofwaardige
strafuitvoering blijft dé absolute prioriteit. De uitvoering van het
Masterplan gevangenissen is op schema en krijgt ook volgend jaar
verder haar beslag. De eerste resultaten zijn al zichtbaar op het
terrein. De regering investeert in een substantiële verhoging van de
gevangeniscapaciteit maar evenzeer in alternatieven zoals het
elektronisch toezicht en de autonome werkstraf.
Zij maakt ook werk van de hervorming van de rechterlijke organisatie.
Onze justitie moet efficiënt, betaalbaar en laagdrempelig zijn; wij
moeten meer doen met minder. De verslagen van de Hoge Raad voor de
Justitie en van het College van Procureurs-generaal zijn een van de
elementen die de hervorming zullen inspireren. Binnen een jaar moet
een blauwdruk voor het veranderingsproces op tafel liggen.
De gedeconcentreerde werking van de FOD Justitie moet leiden tot een
verbetering van de dienstverlening voor de rechterlijke organisatie.
Het Instituut voor de Gerechtelijke Opleiding moet zich waarmaken als
vormingsinstituut.
In ons verkeershandhavingsbeleid zal een verbetering van de
verwerkingscapaciteit leiden tot meer veiligheid in het verkeer. Niet
alleen de pakkans maar ook de kans op een straf zal hiertoe verhoogd
worden.
Wij hebben ook een bijzondere zorg voor de jeugdcriminaliteit. Er is
een duidelijke en intense samenwerking nodig tussen alle actoren -
federaal en regionaal. Goede afspraken moeten een correcte toepassing
van de bestaande jeugdwet mogelijk maken. Een voorbeeld hiervan is
alvast het protocolakkoord dat wordt afgerond over de federale centra
en waardoor meer plaatsen vrijkomen voor delinquente minderjarigen.
Het federaal regeerakkoord bepaalt uitdrukkelijk dat een nieuwe stap
in de hervorming van onze instellingen noodzakelijk is. Dat
engagement krijgt verder vorm in een verruimd onderhandelingskader
binnen een dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap, die vorige week
werd opgestart. Deze staatshervorming blijft een integraal onderdeel
van het federaal regeerakkoord; de realisatie ervan maakt deel uit van
de gemaakte afspraken. De federale regering zal de dialoog daartoe
van nabij opvolgen en ondersteunen.
Mijnheer de Voorzitter,
Dames en heren,
Dit zijn moeilijke tijden. Mensen zijn onzeker en zoeken vertrouwen.
Wij willen hen opnieuw die zekerheid en dat vertrouwen geven. De
regering neemt in deze omstandigheden haar verantwoordelijkheid op.
Ze is krachtig opgetreden en heeft het voortouw genomen in de
financiële crisis, en ze blijft de gebeurtenissen en ontwikkelingen
waakzaam opvolgen.
Door een begroting in evenwicht in te dienen en door die doelstelling
permanent te bewaken, vermijdt de regering dat de overheidsfinanciën
ontsporen. Binnen de beschikbare beleidsruimte, doen we belangrijke
inspanningen om het concurrentievermogen van de bedrijven te
ondersteunen en om, door allerlei sociale maatregelen, de koopkracht
te versterken voor hen die dat het meeste nodig hebben.
De regering stelt zich op als een betrouwbare partner van de sociale
partners, in het bijzonder bij hun onderhandelingen over een
interprofessioneel akkoord voor 2009-2010.
Dames en heren,
Ons land staat voor grote uitdagingen en problemen.
Er is de vertraging van de economische groei, die weegt op de
overheidsfinanciën, die de concurrentiepositie van onze bedrijven en
de werkgelegenheid onder druk zet, die invreet op de koopkracht van de
mensen.
Er is de toenemende instabiliteit en onzekerheid op het internationale
politieke vlak, en de blijvende dreiging van onveiligheid en terreur.
Er is de blijvende druk op het leefmilieu en het klimaat door onze
manier van leven, van produceren en van consumeren.
De regering neemt haar verantwoordelijkheid en zal deze en andere
uitdagingen en problemen aanpakken, toekomst- en resultaatgericht,
maar zij kan dat niet alleen. Het antwoord moeten we samen geven. De
samenleving is niet van de overheid, ze is van de mensen. Samen dragen
wij verantwoordelijkheid voor heden en toekomst. Iedereen moet zijn
bijdrage leveren. Iedereen moet een inspanning doen.
De andere overheden, de deelstaten en de lokale besturen moeten hun
bijdrage leveren opdat wij de begrotingsdoelstelling halen, nu en
volgend jaar, opdat wij de lasten van de vergrijzing niet op de
komende generaties afschuiven.
Van de sociale partners, vakbonden en werkgevers, die straks
onderhandelen over de loon- en arbeidsvoorwaarden voor 2009-2010,
verwachten wij dat zij waken over onze concurrentiepositie, over onze
werkgelegenheid en over de kwaliteit van onze arbeid.
Van de ziekenfondsen en de artsen verwachten wij dat zij, binnen de
beschikbare budgetten, de gezondheidszorg kwaliteitsvol, toegankelijk
én betaalbaar houden.
Van de ambtenaren, de magistraten en de politiemensen verwachten wij
dat zij op een klantvriendelijke, efficiënte en onkreukbare manier ten
dienste te staan van de bevolking, elke dag opnieuw.
Van de burgers, ten slotte, verwachten wij dat zij de regelgeving die
op democratische wijze tot stand is gekomen naleven, hun
burgerplichten nakomen, zich respectvol gedragen en zorgzaam omgaan
met natuur en milieu. De aarde moet nog een hele tijd meegaan: zij is
niet van ons, ongeschonden moeten we haar doorgeven aan hen die na ons
komen.
En de mensen en de samenleving mogen van ons verwachten, dat we
investeren in onze kerntaken en onze job doen, ten dienste van alle
inwoners van dit land.
Werken aan de toekomst moeten we samen doen. Alleen samen kunnen we
zorgen voor veiligheid, vrijheid, zekerheid en vooruitgang voor elke
inwoner van dit land.
Ik zal u voor dit werk het vertrouwen vragen.