RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
C/08/288
14137/08 (Presse 288)
(OR. fr)
PERSMEDEDELING
2897e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Externe Betrekkingen
Luxemburg, 13 oktober 2008
Voorzitter de heer Bernard KOUCHNER
minister van Buitenlandse en Europese Zaken van Frankrijk
* Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen werden zonder
debat aangenomen tijdens de 2896e zitting van de Raad Algemene Zaken
(doc. 14137/08).
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft met voldoening geconstateerd dat, nadat de EU een
civiele waarnemingsmissie in Georgië had ingezet, de Russische troepen
zich uit de aan Zuid-Ossetië en Abchazië grenzende gebieden hebben
teruggetrokken. Dat is een extra stap bij de uitvoering van de
akkoorden die na het conflict van afgelopen zomer met bemiddeling van
de Europese Unie zijn gesloten op 12 augustus en 8 september jl.
De Raad heeft bevestigd dat de EU actief wenst deel te nemen aan de
internationale besprekingen over Georgië die op 15 oktober in Genève
van start moeten gaan onder auspiciën van de EU, de VN en de OVSE. In
deze besprekingen moeten alle resterende punten aan de orde kunnen
komen, met name de nadere bijzonderheden betreffende veiligheid en
stabiliteit in de regio en de urgente kwestie van de ontheemden.
Voorts heeft de Raad met tevredenheid vastgesteld dat er tijdens de
recente verkiezingscampagne in Belarus sprake was van enige
vooruitgang in vergelijking met vorige stembusgangen, al is bij de
parlementsverkiezingen van 28 september niet voldaan aan de
democratische criteria van de OVSE. In verband hiermee wenst hij de
betrekkingen met dit land geleidelijk te hervatten, en heeft hij
besloten de contacten die in november 2004 waren beperkt, te
herstellen. De Trojka van de Raad heeft in de marge van de zitting de
Belarussische minister van Buitenlandse Zaken ontmoet.
Teneinde de dialoog met de Belarussische autoriteiten en het treffen
van maatregelen ter versterking van de democratie en de eerbiediging
van de mensenrechten aan te moedigen, heeft de Raad besloten de thans
geldende verblijfsverboden voor bepaalde verantwoordelijken gedurende
een voor herziening vatbare periode van zes maanden niet toe te
passen. Na afloop van deze periode zal de Raad de situatie opnieuw
beoordelen, aan de hand van de vorderingen die de autoriteiten van
Belarus hebben gemaakt.
Wat Oezbekistan betreft, is de Raad verheugd over de vooruitgang die
sinds een jaar is geboekt bij de eerbiediging van de rechtsstaat en de
bescherming van de mensenrechten, maar blijft de situatie op een
aantal gebieden hem zorgen baren. Hij heeft de Oezbeekse autoriteiten
opgeroepen hun internationale verplichtingen op dat vlak volledig na
te komen, en is bereid hen bij te staan bij hun hervormingsstreven. In
dat verband heeft hij besloten het verblijfsverbod dat gold voor
bepaalde personen, en dat was opgeschort in oktober 2007 en april
2008, niet te verlengen, maar heeft hij wel het wapenembargo met een
termijn van 12 maanden verlengd.
In de marge van de Raad heeft een Associatieraad met Marokko
plaatsgevonden, waar overwogen werd om in het kader van het
nabuurschapsbeleid van de EU te erkennen dat de bilaterale
betrekkingen de "gevorderde status" hebben bereikt.
INHOUD^1
DEELNEMERS 4
BESPROKEN PUNTEN
ZIMBABWE - Conclusies van de Raad 6
BELARUS - Conclusies van de Raad 7
OEZBEKISTAN - Conclusies van de Raad 9
GEORGIË/RUSLAND - Conclusies van de Raad 11
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
geen
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als
volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Olivier CHASTEL staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de voorbereiding van het Europese voorzitterschap,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Bulgarije:
de heer Ivailo KALFIN viceminister-president en minister van
Buitenlandse Zaken
Tsjechië:
de heer Alexandr VONDRA viceminister-president, belast met Europese
Zaken
de heer Karel SCHWARZENBERG minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Per Stig MøLLER minister van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Günter GLOSER staatsminister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Micheál MARTIN minister van Buitenlandse Zaken
Griekenland:
mevrouw Theodora BAKOYANNI minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ minister van Buitenlandse Zaken
en Samenwerking
de heer Diego LÓPEZ GARRIDO staatssecretaris voor de Europese Unie
Frankrijk:
de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse en Europese Zaken
de heer Jean-Pierre JOUYET staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Italië:
de heer Franco FRATTINI minister van Buitenlandse Zaken
Cyprus:
de heer Andreas MAVROYIANNIS permanent vertegenwoordiger
Letland:
de heer Maris RIEKSTINS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Petras VAITIEKUNAS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van
Buitenlandse Zaken en Immigratie
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie
Hongarije:
mevrouw Kinga GÖNCZ minister van Buitenlandse Zaken
Malta:
de heer Tonio BORG viceminister-president en minister van Buitenlandse
Zaken
Nederland:
de heer Maxime VERHAGEN minister van Buitenlandse Zaken
de heer Frans TIMMERMANS minister van Europese Zaken
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Europese en Internationale Zaken
Polen:
de heer Mikol/aj DOWGIELEWICZ staatssecretaris, Bureau van het Comité
voor Europese Integratie
Portugal:
de heer Manuel LOBO ANTUNES toegevoegd staatssecretaris van Europese
Zaken
Roemenië:
de heer Lazar COMANESCU minister van Buitenlandse Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
mevrouw Olga ALGAYEROVA staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse
Zaken
Finland:
de heer Alexander STUBB minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken
Zweden:
de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Cecilia MALMSTRÖM minister van Europese Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer David MILIBAND minister van Buitenlandse Zaken en
Gemenebestzaken
Commissie:
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
Secretariaat-generaal van de Raad
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor
het GBVB
BESPROKEN PUNTEN
ZIMBABWE - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad herinnert aan zijn conclusies van 15 september 2008 en
blijft de uitvoering van het op die dag door de partijen in Zimbabwe
ondertekende akkoord nauwlettend volgen. De Raad bevestigt zijn
toezegging erop toe te zien dat de wil van het Zimbabwaanse volk,
zoals deze tijdens de verkiezingen van 29 maart 2008 is uitgesproken,
wordt geëerbiedigd. In dit verband veroordeelt hij het eenzijdige
besluit om de vorming aan te vangen van een nieuwe regering die niet
de instemming van alle partijen heeft.
2. De Raad neemt er nota van dat de Ontwikkelingsgemeenschap van
Zuidelijk Afrika (SADC) weer gaat bemiddelen, zoals de voorzitter
heeft aangekondigd, onder leiding van Thabo Mbeki, en moedigt haar aan
zich onverwijld in te zetten voor de daadwerkelijke uitvoering van het
akkoord van 15 september. De Raad benadrukt het belang van actieve
ondersteuning door de internationale gemeenschap, in het bijzonder de
Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties.
3. De Raad staat paraat om bijkomende maatregelen te overwegen in
geval van aanhoudende blokkering van de uitvoering van het akkoord van
15 september 2008.
4. De verslechtering van de humanitaire situatie in Zimbabwe blijft de
Raad eveneens zorgen baren. De Commissie heeft recentelijk
10 miljoen euro extra hulp vrijgemaakt. De aanzienlijke noden van
Zimbabwe op dit gebied vereisen dat de Zimbabwaanse autoriteiten voor
een onbelemmerde humanitaire toegang blijven instaan.
5. De Raad herhaalt dat de EU aan de zijde van het volk van Zimbabwe
blijft staan. Hij bevestigt dat de EU klaar staat om, zodra het
akkoord van 15 september daadwerkelijk is uitgevoerd en het herstel
van de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten mogelijk
heeft gemaakt, een geheel van steunmaatregelen te treffen, gericht op
consolidering van de democratie en economisch en sociaal herstel van
het land."
BELARUS - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad heeft vastgesteld dat de parlementsverkiezingen van
28 september in Belarus, ondanks enkele verbeteringen, niet aan de
democratische criteria van de OVSE beantwoorden. De Raad roept de
autoriteiten van Belarus op de vastgestelde tekortkomingen te
verhelpen en met dat doel hun volledige medewerking te verlenen aan
het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten.
2. De Raad stelt met tevredenheid vast dat er tijdens deze
verkiezingscampagne sprake was van enige vooruitgang in vergelijking
met vorige stembusgangen, vooral in de vorm van samenwerking met de
OVSE/het ODIHR en een ruimere toegang voor de oppositie tot de media.
Hij juicht nogmaals de vrijlating, voorafgaand aan de verkiezingen,
toe van de laatste internationaal erkende politieke gevangenen. De
Raad stelt ook vast dat de oppositie op de avond van de verkiezingsdag
vreedzaam heeft kunnen betogen.
3. De Europese Unie wenst de betrekkingen met Belarus geleidelijk weer
op te nemen en is dus bereid met de autoriteiten van Belarus en met
alle deelnemers aan het democratisch debat een dialoog te beginnen
teneinde aan te moedigen tot reële vooruitgang op weg naar versterking
van de democratie en eerbiediging van de mensenrechten aldaar. De Raad
heeft kennis genomen van de trojka die is georganiseerd met de
minister van Buitenlandse Zaken van Belarus en heeft, om deze
ontwikkelingen gunstig te beïnvloeden, besloten de contacten met de
autoriteiten van Belarus, die in de conclusies van de Raad van
22-23 november 2004 tot een minimum waren beperkt, te herstellen.
4. Teneinde de dialoog met de Belarussische autoriteiten en het
treffen van positieve maatregelen ter versterking van de democratie en
de eerbiediging van de mensenrechten aan te moedigen, besluit de Raad
weliswaar de bij Gemeenschappelijk Standpunt 276/2006/GBVB
vastgestelde beperkende maatregelen, zoals verlengd bij
Gemeenschappelijk Standpunt 288/2008/GBVB, vanaf heden met nogmaals
een jaar te verlengen maar tevens de verblijfsverboden, gericht tegen
bepaalde verantwoordelijken in Belarus, gedurende een voor herziening
vatbare periode van zes maanden niet toe te passen, met uitzondering
van de verboden die gelden voor degenen die betrokken zijn bij de
verdwijningen in 1999-2000 en voor de voorzitter van de centrale
verkiezingscommissie. Na afloop van deze periode zal de Raad opnieuw
beoordelen of de autoriteiten van Belarus vorderingen hebben gemaakt
bij de hervorming van de kieswet teneinde deze in overeenstemming te
brengen met de OVSE-richtsnoeren en andere internationale normen voor
democratische verkiezingen, en bij het nemen van andere concrete
maatregelen met het oog op de eerbiediging van de democratische
waarden, de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele
vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van
de media, de vrijheid van vergadering en politieke vereniging. In het
licht van de maatregelen van de Belarussische autoriteiten op het
gebied van de democratie en de mensenrechten kan de Raad indien nodig
besluiten de verblijfsverboden vroeger toe te passen.
5. Om de banden met de overheden en de bevolking aan te halen, sluit
de Raad zich aan bij de intensivering van de technische samenwerking
van de Commissie met Belarus op gebieden die van wederzijds belang
zijn. De Europese Unie zal bijstand blijven verlenen aan het
maatschappelijk middenveld in Belarus om de ontwikkeling van een
democratisch en pluralistisch klimaat aan te moedigen.
6. De Europese Unie verklaart zich nogmaals bereid de betrekkingen met
Belarus te verdiepen en de beperkende maatregelen tegen de
Belarussische verantwoordelijken opnieuw te beoordelen in het licht
van de vooruitgang die is geboekt in de richting van democratie en
mensenrechten. De Raad staat klaar om Belarus te helpen deze
doelstellingen te verwezenlijken."
OEZBEKISTAN - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad brengt zijn conclusies van 29 april 2008 in herinnering en
is verheugd over de vooruitgang die in Oezbekistan sinds een jaar is
geboekt bij de eerbiediging van de rechtsstaat en de bescherming van
de mensenrechten. In het bijzonder begroet hij de vrijlating van
verschillende mensenrechtenverdedigers, met name van mevrouw Moetabar
Tadzjibajeva. De Raad waardeert het feit dat zij tevens toestemming
heeft gekregen om naar het buitenland te reizen voor medische
behandeling, maar spreekt de wens uit dat haar volledige
bewegingsvrijheid wordt geboden. Hij neemt met voldoening nota van het
feit dat op 5 juni jongstleden de tweede ronde van het
mensenrechtenoverleg heeft plaatsgevonden, en er op 2 en 3 oktober in
Tasjkent een studiebijeenkomst over mediavrijheid is gehouden. Tevens
is hij ingenomen met de doorvoering van verscheidene wettelijke en
gerechtelijke hervormingen, met name de afschaffing van de doodstraf
en de invoering van het beginsel habeas corpus, en de ratificatie van
verscheidene verdragen ter bestrijding van kinderarbeid. Hij neemt met
instemming nota van het feit dat het ICRC zijn bezoeken in
gevangenissen heeft hervat, en verwacht dat die zullen worden
voortgezet.
2. Toch blijft de Raad bezorgd over de situatie van de mensenrechten
op een aantal gebieden in Oezbekistan en dringt hij er bij de
autoriteiten op aan hun internationale verplichtingen op dat vlak
volledig na te komen. Hij roept de Oezbeekse autoriteiten ertoe op
alle gevangen gehouden mensenrechtenverdedigers vrij te laten en een
einde te maken aan de vervolging van mensenrechtenverdedigers, akkoord
te gaan met de accreditatie van een nieuwe directeur van Human Rights
Watch in het land en die organisatie onbelemmerd te laten opereren;
hun volledige en daadwerkelijke medewerking te verlenen aan de
VN-rapporteurs inzake foltering en vrijheid van meningsuiting, en de
beperkingen voor de registratie en de werkzaamheden van NGO's in
Oezbekistan weg te nemen. De hervormingen van het gerechtelijk
apparaat en ten behoeve van de rechtshandhaving dienen te worden
voortgezet en effectief te worden doorgevoerd.
3. De Raad moedigt Oezbekistan aan om vorderingen te blijven maken op
het gebied van de mensenrechten, de democratisering en de rechtsstaat,
en is bereid om Oezbekistan bij te staan bij zijn streven naar
hervormingen te dien einde. De Raad is verheugd over de toezegging van
Oezbekistan om met de EU samen te werken aan verscheidene
mensenrechtenvraagstukken, mede door middel van een doeltreffende en
op concrete resultaten gerichte mensenrechtendialoog.
4. De Raad besluit derhalve het verblijfsverbod dat gold voor bepaalde
in Gemeenschappelijk Standpunt 2007/734/GBVB vermelde personen, en dat
was opgeschort op grond van de conclusies van de Raad van 15-16
oktober 2007 en van 29 april 2008, niet te verlengen. De Raad besluit
evenwel het in Gemeenschappelijk Standpunt 2007/734/GBVB vastgestelde
wapenembargo met twaalf maanden te verlengen.
5. De Raad zal op basis van periodieke verslagen van de missiehoofden
de mensenrechtensituatie in Oezbekistan blijven volgen en evalueren in
het licht van de hierboven gestelde voorwaarden en van enige andere
actie die duidt op de bereidheid van de Oezbeekse autoriteiten om de
beginselen van eerbiediging van de mensenrechten, de rechtsstaat en de
fundamentele vrijheden te onderschrijven."
GEORGIË/RUSLAND - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad neemt er met voldoening nota van dat, nu de Europese Unie
in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid in
Georgië een uit meer dan 200 waarnemers bestaande autonome civiele
waarnemingsmissie heeft ingezet, de Russische troepen zich uit de aan
Zuid-Ossetië en Abchazië grenzende gebieden hebben teruggetrokken, als
bijkomende wezenlijke stap bij de uitvoering van de door bemiddeling
van de Europese Unie gesloten akkoorden van 12 augustus en
8 september. Herinnerend aan de conclusies van de Europese Raad van 1
september en aan zijn eigen conclusies van 15 september jongstleden
verzoekt de Raad de partijen verder uitvoering te geven aan hun
verbintenissen, ook aan die met betrekking tot de rol van de
waarnemers van de Waarnemingsmissie van de Verenigde Naties in Georgië
en van de OVSE. Hij neemt met voldoening nota van resolutie 1839 van
de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarbij het mandaat van de
Waarnemingsmissie van de Verenigde Naties in Georgië met vier maanden
is verlengd.
2. De Raad bevestigt nogmaals dat de Europese Unie actief wenst deel
te nemen, met name via het optreden van haar speciale
vertegenwoordiger voor de crisis in Georgië, aan de bij de akkoorden
van 12 augustus en 8 september geplande internationale besprekingen,
die op 15 oktober van start moeten gaan onder auspiciën van de EU, de
VN en de OVSE. In deze besprekingen moeten alle resterende punten aan
de orde kunnen komen, met name de nadere bijzonderheden betreffende
veiligheid en stabiliteit in de regio en de urgente kwestie van de
ontheemden, inclusief het vraagstuk van het noordelijke deel van de
Kodorivallei en van de regio Akhalgori. In dit verband betuigt de Raad
nogmaals zijn steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en
territoriale integriteit van Georgië.
3. De Raad dankt de Commissie voor het bijeenroepen van de
donorconferentie op hoog niveau op 22 oktober, te Brussel, waarmee met
name wordt beoogd de ontheemden te helpen en de Georgische economie
weer op gang te brengen. De Europese Unie zal een aanzienlijke
bijdrage leveren via de bijdragen van de Gemeenschap en de lidstaten,
op basis van een algemene evaluatie van de behoeften door de
Wereldbank in samenwerking met de Europese Commissie en andere
instellingen. Om de betrekkingen tussen de Europese Unie en Georgië te
versterken, maakt de Raad zich op om binnenkort onderhandelingen over
versoepeling van visumverstrekking en overname met Georgië te
beginnen, en verzoekt hij de Commissie door te gaan met de
voorbereidingen voor de eventuele instelling van een volledige en
uitgebreide vrijhandelszone zodra de voorwaarden daartoe zijn
vervuld."
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
European Union