Kabinetsreactie Voortgangsrapportage ILG
10 oktober 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister de Kamer, mede namens haar ambtsgenoten
van VROM, V&W en OC&W, informeert over het eerste ILG-jaar. Zij doet
dit naar aanleiding van de rapportages van de provincies.
Meer informatie
* Kabinetsreactie Voortgangsrapportage ILG
Kamerstuk | 10-10-2008 | PDF-Document, 256 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
D i rectie Platteland
Geachte Voorzitter,
Hiermee ontvangt u de kabinetsreactie naar aanleiding van de ILG-voortgangsrapportages
over het jaar 2007.
Tevens doe ik u hierbij informatie toekomen over het Plattelandsontwikkelingsprogramma
2007-2013 voor Nederland (POP2). Het betreft:
* de definitieve versie van de Nationale Plattelands Strategie (NPS). Eerdere versies van
de NPS zijn u toegezonden op 30 augustus 2006 (TK 2005-2006, 29 717, nr. 4) en op
22 mei 2006 (TK 2005-2005, 29 717, nr. 3). In deze definitieve versie zijn enkele
wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van opmerkingen die door de Europese
Commissie gemaakt zijn bij de versie die u op 30 augustus 2006 heeft ontvangen.
Daarnaast is, conform het bepaalde in Verordening (EG) 1698/2005, de NPS aangepast
naar aanleiding van het definitieve programmadocument en zijn enkele gegevens in
de NPS geupdate. De gemaakte opmerkingen en doorgevoerde wijzigingen hebben
niet geleid tot wijzigingen in de hoofdlijnen van de NPS. Deze versie van de NPS is op
3 december 2007 bij de Europese Commissie ingediend.
* het door de Europese Commissie goedgekeurde programmadocument POP2. Het
programma is op 20 juli 2007 formeel door de Commissie goedgekeurd (beschikking
nr. C(2007)3464). In december 2007 is door ons een eerste notificatie (notificatie 2007 -
1) van het programma ingediend. Die notificatie omvatte onder meer enkele correcties
van onjuistheden in tabellen met vergoedingen voor agromilieubetalingen.
Betreffende notificatie is in juni 2008 door de Commissie geaccordeerd.
Het bijgevoegde programma is de geconsolideerde versie, waarin de notificatie 2007-1
is verwerkt.
* een samenvatting van het bijna 1.000 pagina's omvattende programma met daarin de
belangrijkste informatie.
Kabinetsreactie naar aanleiding van de ILG-voortgangsrapportages over het jaar 2007
1. Aanleiding
In het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) heb ik voor de zomer, van
de provincies, de voortgangsrapportages ontvangen over het ILG-jaar 2007. Deze voortgangsrapportages
vormen het eerste formele bericht van de provincies over de uitvoering
van de rijksdoelen in het landelijk gebied in het kader van het ILG.
Een landelijk beeld van de rapportages over 2007 is weergegeven in bijlage 1. Dit is de
landelijke optelling van de cijfers zoals ik die van de provincies heb ontvangen. De bijlage
volgt de indeling van rijksdoelen en de beschikbare rijksmiddelen zoals die ook is gebruikt
in de ILG-bestuursovereenkomsten 2007-20131.
In deze brief informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoten van VROM, V&W en OC&W
over mijn bevindingen over het eerste ILG-jaar naar aanleiding van de rapportages van de
provincies.
2. De rijksambitie met het ILG
Het beleid voor het landelijk gebied is vastgelegd in de Agenda voor een vitaal platteland
(AVP) en het daarop gebaseerde Meerjarenprogramma 2007-2013 (MJP2). Het is mijn
ambitie om in lijn hiermee de komende jaren de kwaliteit van het landelijk gebied te
versterken door de uitvoering van integrale, robuuste projecten gericht op de rijksdoelen
voor natuur, landbouw, recreatie, landschap bodem, water en de reconstructie van de
zandgebieden. De voortgang van de kwaliteit van het landelijk gebied zal ik met behulp
van indicatoren volgen en vastleggen met de Monitor AVP.
Die rijksambitie kan ik alleen waarmaken in nauwe samenwerking met andere partijen.
In 2004 hebben Rijk, IPO, VNG en UvW overeenstemming bereikt over de contouren van
een nieuw sturingsmodel voor de inrichting van het landelijk gebied. De kern hiervan is
dat het Rijk met de afzonderlijke provincies een overeenkomst afsluit voor de duur van
7 jaar, waarin voor elk rijksdoel afrekenbare prestaties worden vastgelegd. Het Rijk stelt
hiertoe voor 7 jaar financiële middelen beschikbaar. Een belangrijk nieuw element is dat
het rijk zijn middelen heeft gebundeld in één Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG),
waar het voorheen een aantal (16) afzonderlijke geldstromen en regelingen betrof.
Hierdoor ontstaat flexibiliteit in de uitvoering en kunnen de doelen sneller gerealiseerd
worden. Provincies kunnen het ontschotte rijksbudget flexibel inzetten in de tijd, voor
verschillende doelen en in verschillende gebieden, mits aan het eind van de periode de
afgesproken prestaties zijn gerealiseerd. Provincies zijn zo de regisseurs voor het
gebiedenbeleid.
Op 18 december 2006 hebben rijk en provincies de 12 ILG-Bestuursovereenkomsten 2007-
2013 ondertekend over de uitvoering van de inrichting van het landelijk gebied voor de
komende 7 jaar.
1 De cijfers van de overeengekomen rijksbijdragen in de bijlage hebben betrekking op de ILGbestuursovereenkomsten
2007-2103 , inclusief de aanvullingen hierop die in 2007 zijn doorgevoerd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 3
Met de uitvoering is via de rijksbegroting 3,2 miljard euro gemoeid en nog eens
450 miljoen euro aanvullende rijksmiddelen2. Daarnaast wordt een bijdrage bijeengebracht
door provincies en derden, waaronder gemeenten, waterschappen en private
partijen, hetgeen ook in de bestuursovereenkomst is vastgelegd.
De bestuursovereenkomsten zijn geen statisch geheel, maar vormen levende contracten
die regelmatig zullen worden geactualiseerd. Zo is dit jaar een uitbreiding aan de orde
met afspraken op het gebied van onder andere water, recreatie, greenports, leefbaarheid,
veenweidengebieden en de sociaal economische vitaliteit.
In de ILG-overeenkomsten zijn afspraken opgenomen over de rapportage en verantwoording
door de provincies. De provincies leveren jaarlijks uiterlijk op 1 april aan het rijk een
voortgangsrapportage over het voorgaande jaar. Deze jaarlijkse rapportage heeft een
informerend karakter en legt het accent op realisatie van de in de bestuursovereenkomsten
afgesproken prestaties en daarvoor gemaakte kosten. Het is nadrukkelijk geen
verantwoording; dat is pas aan de orde aan het eind van de ILG-periode.
Ook de uitgebreidere rapportage bij de Mid Term Review (MTR) in 2010 zal nog informerend
van karakter zijn. Wel zal de voortgang dan extra goed bekeken worden in het
licht van het afgesproken eindresultaat.
In 2014 leveren de provincies een eindverslag aan het Rijk. Het eindverslag is een
rapportage die tevens geldt als eindverantwoording door de provincies aan het Rijk over
de gehele ILG-periode.
3. De ILG-rapportages 2007
Het eerste ILG-jaar is een aanloopjaar en is er vooral veel geïnvesteerd in de organisatie en
het proces. In paragraaf 3.1 ga ik in op de ervaringen met het eerste ILG-jaar en noem
daarbij de positieve signalen die ik heb ontvangen, maar ook enkele zaken die verbetering
behoeven. In paragraaf 3.2 ga ik in op de voortgang van de afzonderlijke rijksdoelen.
3.1 Praktijk van de uitvoering van het ILG
Kunnen we stellen dat de ILG-filosofie in de praktijk werkt en dat het ILG leidt tot een
betere en snellere realisatie van de rijksdoelen in het landelijk gebied? In feite is het te
vroeg om daar nu al eindconclusies over te trekken, maar er zijn wel signalen dat de
benadering van het ILG aanslaat en dat we op de goede weg zijn. Ik geef u daarvan een
aantal voorbeelden:
* Het ILG-model mag zich zowel bestuurlijk als in de gebieden verheugen op een breed
draagvlak. De provincies zetten zich in om de afgesproken prestaties te realiseren.
De duidelijke prestatieafspraken in het ILG maken dat provincies gestimuleerd worden
om extra creativiteit aan de dag leggen om de prestaties daadwerkelijk te kunnen
halen. Dit geldt temeer als de kosten voor de uitvoering hoog zijn. Provincies zetten
zich in om de hoge uitvoeringskosten (soms hoger dan de normkosten) te drukken
door intelligent te koppelen tussen doelen. Ik baseer dit mede op de gesprekken die ik
heb gevoerd met de gedeputeerden tijdens de ILG-werkconferentie van 11 juni dit jaar.
2 De aanvullende 450 mln euro komt onder meer uit leningen voor particulier natuurbeheer,
Europese fondsen en exploitatiewinst van grondbezit.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 4
Zo hebben de hoge kosten bij de uitvoering van Recreatie om de Stad (RodS) in Noord-
Holland geleid tot een kostenbesparende aanpak. Ik heb hierover op 8 mei jl. bestuurlijke
afspraken gemaakt met provincie Noord-Holland.
* De ambitie van de provincies blijkt ook uit het voornemen van de provincies om in de
ILG-periode gezamenlijk ruim 982 mln euro te investeren in de ILG-doelen, bovenop de
rijksbijdrage. Hiervan is 509 mln euro vastgelegd in de ILG-bestuursovereenkomsten
(zie "Investeringen provincies in het landelijk gebied vanaf 2007", IPO, juni 2008).
* Doordat het ILG over meer jaren financiële zekerheid biedt, heeft een aantal
provincies meerjarige afspraken gemaakt met waterschappen, gemeenten en/of
andere partijen. De uitvoering van het ILG wordt daarmee ook bij andere partijen en
voor de toekomst vastgelegd. Dit zal de uitvoering van de ILG-bestuursovereenkomsten
zeker ten goede komen.
* Tenslotte zijn de eerste cijfers over de uitvoering hoopgevend. Onderstaande figuur 1
geeft landelijk aan hoeveel rijksmiddelen er in de ILG-periode beschikbaar zijn,
hoeveel het Rijk in 2007 op de provinciale rekening van het Groenfonds heeft gestort,
voor hoeveel euro's er aan verplichtingen is aangegaan en hoeveel er aan kas is
uitgegeven.
Hieruit blijkt dat in 2007 bijna 80% (348.655.000 euro) van de middelen die het Rijk
naar de provincies heeft overgemaakt, is besteed. Het Groenfonds meldt in haar
jaarverslag een lagere besteding van 60% van de middelen. Dit kan echter worden
verklaard uit het feit dat toen nog niet alle declaraties waren ingediend.
Dat niet alle beschikbare kasmiddelen zijn besteed past overigens goed binnen de ILGfilosofie,
waarbij de provincies 7 jaar de tijd hebben om de afgesproken prestaties te
leveren. Provincies hebben zich ingespannen om langjarige contracten met hun
partners af te sluiten en projecten te initiëren. De uitvoering is daarmee duidelijk op
gang gekomen.
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
2.500.000
3.000.000
3.500.000
landelijk
x 1000 ¤
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 5
Fig. 1: Landelijk beeld rijksmiddelen: overeengekomen voor de ILG-periode 2007-2013,
bestedingen, verplichtingen en gestort op rekening Groenfonds.
In figuur 2 is goed te zien dat alle provincies in meer of mindere mate verplichtingen
(juridisch vastgelegde financiële afspraken met andere partijen) hebben gerapporteerd en
de eerste bestedingen (kasuitgaven) hebben gedaan. Door sommige provincies (Drenthe)
is al meer dan de helft van het ILG-budget verplicht, dan wel besteed.
Fig. 2: Overzicht rijksmiddelen per provincie: overeengekomen rijksbijdrage voor de ILGperiode,
bestedingen, verplichtingen en gestorte middelen op rekening Groenfonds.
0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
600.000
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Utrecht
Gelderland
Noord-Holland
Flevoland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg x
1000 ¤
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 6
Naast het overzicht per provincie is het interessant om per doel te kijken naar de
rapportagecijfers. In figuur 3 is dat in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat voor de doelen
natuur, landbouw, landschap en reconstructie een duidelijk begin is gemaakt met het
aangaan van verplichtingen en het doen van bestedingen. Voor recreatie zijn wel
bestedingen gedaan maar zijn weinig verplichtingen gemeld. De doelen bodem en water,
die wel in de ILG-overeenkomsten staan, zijn niet opgenomen in het overzicht omdat de
middelen voor (water)bodemsanering volgens de overeenkomst pas vanaf 2010 beschikbaar
komen. Voor bodem is wel een relatief gering bedrag beschikbaar voor duurzaam
bodemgebruik.
Fig. 3: Verdeling over de doelen: overeengekomen rijksmiddelen in de ILG-periode,
bestedingen en verplichtingen in 2007.
Behalve de positieve signalen over het ILG zijn er ook ILG-zaken die verbeterd moeten
worden:
* Zo wordt het ILG door de provincies als te bureaucratisch ervaren onder andere door
de vele doelen waarover gerapporteerd moet worden. Dit leidt tot hoge administratieve
lasten bij de registratie en de rapportages. Rijk en provincies werken er
gezamenlijk aan om de administratieve lasten bij de registratie en rapportages te
verminderen.
* De kwaliteit van de rapportages kan worden verbeterd. Niet alle rapportages zijn
compleet of voldoende eenduidig ingevuld. Zo is niet duidelijk in hoeverre provincies
het totaalbedrag voor alle lopende verplichtingen hebben gerapporteerd, of alleen de
nieuw aangegane verplichtingen in 2007; en of de verplichtingen inclusief of exclusief
de bestedingen zijn. Dit bemoeilijkt de landelijke optelbaarheid. De gepresenteerde
diagrammen dienen dan ook in dat licht te worden bezien.
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
2.500.000
natuur
landbouw
recreatie
landschap
bodem
reconstructie
x 1000 ¤
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 7
De provincies hebben mij toegezegd ervoor te zorgen dat de rapportages volgend jaar
op dat punt worden verbeterd.
* Ook waren de meeste rapportages op de uiterste datum van 1 april nog niet
aangeleverd. Het IPO heeft dat zelf ook namens de provincie te kennen gegeven en
noemt daarvoor enkele oorzaken, waaronder het niet altijd eenduidig zijn van de
gebruikte begrippen voor de rapportages en onduidelijkheid over de BTW-plichtigheid
van de provincies in het kader van het ILG.
Met het IPO heb ik afgesproken deze oorzaken en eventuele andere knelpunten op te
lossen in een gezamenlijk verbetertraject ter voorbereiding van de rapportage over
2008.
* In de bestuursovereenkomsten is opgenomen dat voor de verantwoording over het
ILG door de provincies, zou worden aangesloten bij de systematiek van SISA (Single
Information Single Audit). Dit houdt in dat jaarlijks een specifieke bijlage over het ILG
zou worden toegevoegd aan de provinciale jaarrekening waarover een accountantsverklaring
wordt afgegeven. Later is echter besloten om het ILG niet mee te laten doen
met SISA, omdat de SISA-bijlage onvoldoende gedetailleerde informatie geeft om de
ILG-afspraken te kunnen controleren. Hierdoor moesten nadere afspraken worden
gemaakt tussen Rijk en provincies over de accountantscontrole over het ILG. Deze
afspraken zijn in voorbereiding, maar komen te laat voor de rapportage over 2007.
Wel wordt in deze uitwerking meegenomen of de rapportage 2007 alsnog met
terugwerkende kracht moet worden gecontroleerd c.q. beoordeeld. Hierover vindt
nog overleg plaats met de provincies.
3.2 Voortgang van de uitvoering van het ILG per doel
3.2.1 Natuur
Figuur 4 geeft voor natuur een overzicht per provincie. Wat opvalt is dat alle provincies
bestedingen hebben gedaan voor natuur en dat Gelderland en de randstedelijke
provincies een relatief lage verplichtingenstand hebben gerapporteerd.
Fig. 4: Natuur: overeengekomen rijksmiddelen in ILG-periode, bestedingen en
verplichtingen per provincie. De middelen voor natuur hebben betrekking op de
volgende subdoelen: Realisatie EHS, Milieukwaliteit EHS/VHR, Nationale Parken,
Soortenbescherming Westerschelde, Natuurbeheer buiten de EHS en overig natuur.
Natuur omvat meerdere subdoelen. Onderstaand wordt nader ingegaan op "realisatie
EHS" en "Milieukwaliteit EHS/VHR"
Natuur; realisatie EHS
In 2007 is bij zowel grondverwerving als inrichting meer gerealiseerd dan in 2006.
De grondverwerving is voortvarend voortgezet. De provincies gezamenlijk hebben in 2007
ruim 24% van het afgesproken aantal hectares verworven (4838 ha van de 20036 ha).
Inrichting verloopt trager dan verwerving. In 2007 is 2377 ha gerealiseerd. Dat is bijna 8%
procent van de taakstelling (30.916 ha) in de periode 2007-2013.
Eind 2007 waren meer hectares via de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) in beheer dan
eind 2006. Dit geldt ook voor het particulier natuurbeheer (functiewijziging). Het aantal
hectares in beheer als agrarisch natuurbeheer is in 2007 licht afgenomen.
Natuur; Milieukwaliteit EHS/VHR
De provincies zijn in 2007 nog slechts zeer beperkt begonnen aan de uitvoering van
maatregelen gericht op een verbetering van de milieukwaliteit van natuur in de EHS en
Natura 2000-gebieden. Van provincie-zijde worden hiervoor verschillende redenen
genoemd, waaronder de late definitieve verankering van de TOP-lijsten voor de aanpak
van verdroging, het nog niet operationeel zijn van de provinciale subsidieverordening en
de benodigde aanloopperiode voor een goede programmering van projecten. Tevens
geven provincies aan dat bij de aanpak van de verdroging "het laaghangend fruit"
inmiddels is geoogst en dat thans weerbarstiger maatregelen aan de orde zijn, die meer
tijd aan voorbereiding vragen. Provincies hebben wel de nodige lopende projecten in
uitvoering, die mede bijdragen aan het verbeteren van de milieukwaliteit voor EHS en
Natura 2000-gebieden.
Een uitgebreide rapportage over de voortgang van de realisatie van de EHS ontvangt u in
het kader van de Grote Projectenprocedure EHS.
3.2.2 Landbouw
Figuur 5 geeft een overzicht van de bestedingen en de verplichtingen voor de landbouw
per provincie, tegen de achtergrond van de overeengekomen rijksbijdrage voor de ILGperiode.
Onderstaand wordt nader ingegaan op de subdoelen duurzaam ondernemen en
grondgebonden landbouw.
Landbouw; Duurzaam ondernemen
Met de provincies is afgesproken om binnen de planperiode 42 (+ PM3) pilots uit te voeren
op het vlak van duurzaam ondernemen. Het gaat om pilots waarbij op praktijkschaal
ervaring wordt opgedaan met agrobiodiversiteit en duurzaam bodemgebruik in de
landbouw. Volgens aangeven van de provincies zijn er in 2007 twee pilots uitgevoerd. De
meeste provincies geven aan met de voorbereiding van pilotprojecten bezig te zijn, een
beperkt aantal nog niet. Sommige provincies zijn nog wel zoekend om projecten te vinden
die voldoen aan de criteria die het Rijk stelt. Waar nodig wordt hierbij ondersteuning
geboden van rijkszijde.
3 Een aantal provincies heeft aangegeven wel pilots te willen uitvoeren, maar wist nog
niet hoeveel.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 9
Fig.5: Landbouw: overeengekomen rijksmiddelen in ILG-periode, bestedingen en
verplichtingen per provincie. De middelen voor landbouw hebben betrekking op de
volgende subdoelen: Grondgebonden landbouw, Grondvoorraad, Duurzaam
ondernemen en Glastuinbouw.
Landbouw; Grondgebonden landbouw
Er zijn vanuit de nieuwe middelen (kavelruil) slechts beperkte uitgaven gemeld. Het
merendeel is besteed aan de uitfinanciering van Klassieke landinrichtingsprojecten.
Bij enkele provincies (Friesland, Drenthe, Noord-Holland) zijn nieuwe kavelruilprojecten in
voorbereiding voor 2008.
3.2.3 Recreatie
Fig. 6: Recreatie: Beschikbare rijksmiddelen in ILG-periode, bestedingen en verplichtingen
per provincie. De middelen voor recreatie hebben betrekking op de volgende
subdoelen: Recreatie om de Stad, Landelijke Routenetwerken en Toegankelijkheid.
Overeengekomen Rijksbijdrage 2007 - 2013 Rijksbijdrage in rapportagejaar besteed Rijksbijdrage juridisch vastgelegd
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 10
De middelen voor recreatie hebben betrekking op de subdoelen Recreatie om de Stad,
Landelijk Routenetwerken en Toegankelijkheid. De meeste middelen zijn gemoeid met
Recreatie om de Stad, dat verdeeld is over de provincies Utrecht, Gelderland, Noord-
Holland en Zuid-Holland. In 2007 zijn vrij weinig nieuwe verplichtingen aangegaan.
Recreatie; Recreatie om de Stad
In 2007 is 457 ha Recreatie om de Stad (RodS) verworven. Er zijn door alle betrokken
provincies weinig nieuwe verplichtingen voor inrichting aangegaan (voornamelijk
uitfinanciering lopende verplichtingen). Totaal is er 329 ha ingericht.
Het Rijk en de betreffende provincies hebben op basis van de Tussenevaluatie RodS
geconstateerd dat de realisatie van RodS te traag verloopt met het oog op de einddoelen
en hebben bestuurlijk de afspraak gemaakt om te komen tot een versnelling. Zo wordt
gezamenlijk met de provincies een impulsprogramma opgezet om de knelpunten bij de
afzonderlijke RodS-projecten op te lossen. Hierbij worden onder meer de mogelijkheden
bezien om via andere uitvoeringsconcepten (particulier beheer, verbindingen in plaats van
vlakgroen, koppelen recreatie aan water etc.) zoveel mogelijk van de taakstelling RodS te
realiseren. Met de provincie Noord-Holland worden in dit verband reeds concrete
afspraken voorbereid, die vastgelegd zullen worden in de ILG-bestuursovereenkomst.
Recreatie; Landelijke Routenetwerken
In 2007 zijn weinig knelpunten in de Landelijke Routenetwerken opgelost.
Ten aanzien van de Landelijke Routenetwerken voor wandelen en fietsen heeft LNV een
nulmeting uitgevoerd naar het aantal knelpunten en de kosten per knelpunt in de
Landelijke Routenetwerken. Uit de resultaten blijkt dat het aantal knelpunten is toegenomen
en dat de kosten per knelpunt hoger zijn dan begroot. De huidige ambitie om
alle knelpunten in 2013 op te lossen kan niet worden gehaald. In overleg met de provincies
worden afspraken voorbereid om in het kader van de ILG-bestuursovereenkomsten
afspraken tussen LNV en de afzonderlijke provincies te maken, waarbij het beschikbare
ILG-budget van Rijk en de provincies wordt ingezet om de belangrijkste knelpunten op te
lossen.
3.2.4 Landschap
De ILG-afspraken hebben voornamelijk betrekking op de Nationale landschappen. Voor
Generiek Landschapsbeleid zit een gelimiteerde rijksbijdrage in de Bestuursovereenkomst
ILG voor uitfinancieren van lopende verplichtingen "inrichting ruimtelijke structuur".
Landschap; Nationale Landschappen
De situatie bij de Nationale Landschappen is zeer divers. De ILG-prestatie waarover hier
wordt gerapporteerd betreft de realisatie van provinciale uitvoeringsprogramma's met
investeringsmaatregelen op het gebied van landschappelijke - en cultuurhistorische
elementen en toegankelijkheid. Een aantal provincies is actief bezig met het aangaan van
nieuwe verplichtingen en het realiseren van de afgesproken prestaties voor landschap en
cultuurhistorie. Andere provincies hebben in de loop van 2007 en 2008 uitvoeringsprogramma's
ingediend bij het Rijk zodat nu met de feitelijke uitvoering kan worden
gestart.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 11
Fig. 7: Landschap: Beschikbare rijksmiddelen in ILG-periode, bestedingen en verplichtingen
per provincie. De middelen hebben betrekking op de subdoelen Nationale
Landschappen en Generiek Landschap.
3.2.6 Bodem
De rapportage over bodem heeft betrekking op het onderdeel Duurzaam Bodemgebruik.
Bodemsanering wordt volgens de ILG-bestuursovereenkomsten pas vanaf 2010 aan het ILG
toegevoegd.
Bodem; Duurzaam bodemgebruik
Met de provincies is afgesproken om 38 (+PM4) pilots uit te voeren, gericht op het gebruik
en beschikbaar komen van bodeminformatie. Eén pilot is in 2007 afgerond. Sommige
provincies hebben 2007 gebruikt om zich te oriënteren, anderen zijn nog niet begonnen
met voorbereidingen. Via het project BIELLS (Bodeminformatie, essentieel voor landelijke
en lokale sturing) is medio 2007 gestart met ondersteuning en stimulering van pilots, om
ervoor te zorgen dat de vaart er voldoende in blijft.
Een aantal provincies bereidt een provinciale bodemvisie voor, hetgeen overigens niet
verplicht is. Twee provincies zijn bezig met het opstellen ervan; één provincie had al een
bodemvisie.
Aan de pilots en de bodemvisies zijn nog weinig rijksmiddelen besteed.
3.2.7 Reconstructie zandgebieden
Uit de rapportages blijkt dat de provincies voortvarend aan de slag zijn gegaan, vooral in
Brabant is de uitvoering op stoom gekomen. De provincies zijn in het eerste ILG-jaar
begonnen met het maken van meerjarige financiële afspraken over de uitvoering met
andere partijen zoals waterschappen, gemeenten en gebiedscoalities. Juist deze partijen
zijn vaak de initiatiefnemers van concrete projecten en dragen in grote mate bij aan de
realisatie van de reconstructiedoelen. Alhoewel de bestedingen dit eerste jaar nog beperkt
zijn, is inmiddels 1/3 van het totale rijksbudget door de provincies in 2007 juridisch
verplicht.
4 Een aantal provincies heeft aangeven wel pilots te willen uitvoeren, maar wist nog niet
hoeveel.
Overeengekomen Rijksbijdrage 2007 - 2013 Rijksbijdrage in rapportagejaar besteed Rijksbijdrage juridisch vastgelegd
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 oktober 2008 DP. 2008/1214 12
Fig. 8: Reconstructie: Beschikbare rijksmiddelen in ILG-periode , bestedingen en
verplichtingen per provincie. De middelen hebben betrekking op Reconstructie
conform de reconstructieplannen.
4. Blik op de toekomst
De resultaten van het eerste ILG-jaar en de gesprekken die ik daarover gevoerd heb met de
provincies, geven mij het vertrouwen dat we met het ILG een goede start hebben gemaakt
voor een verbetering van de kwaliteit van het landelijk gebied.
Daarbij realiseer ik mij dat dit de eerste rapportage is en deze ook als zodanig moet
worden gewaardeerd. Op onderdelen heb ik daarom met de provincies nadere afspraken
gemaakt om de voortgang van de uitvoering en de kwaliteit en eenduidigheid van de
rapportages te verbeteren.
Door gezamenlijk de schouders er onder te blijven zetten, kan het ILG een succes worden.
Ik verwacht dan ook dat de provincies dit jaar en de volgende jaren meer verplichtingen
zullen aangaan en ook meer projecten in uitvoering zullen nemen. Daarbij zullen de ILGbestuursovereenkomsten
jaarlijks worden geactualiseerd met aanvullende afspraken,
waardoor over meer onderwerpen gerapporteerd zal worden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Overeengekomen Rijksbijdrage 2007 - 2013 Rijksbijdrage in rapportagejaar besteed
Rijksbijdrage juridisch vastgelegd
1
Toelichting bij het landelijke rapportageformat ILG
In de ILG-bestuursovereenkomsten 2007-2013 is de afspraak vastgelegd dat provincies
jaarlijks voor 1 april een rapportage leveren over de voortgang van de uitvoering van het
ILG door middel van een ingevulde rapportageformat. Bijgevoegd is het
rapportageformat met daarin de landelijke optelling van de door de provincies
aangeleverde rapportages.
Het rapportageformat is opgebouwd uit rijen en kolommen. In de rijen zijn de doelen en
subdoelen opgenomen waarover prestatieafspraken zijn gemaakt in de ILGbestuursovereenkomsten.
Deze doelen zijn nader omschreven in het
Meerjarenprogramma 2007-2013 van de Agenda voor een Vitaal Platteland.
De in de kolommen gehanteerde begrippen worden onderstaand toegelicht:
Voortgangsrapportage 20...
De voortgangsrapportage heeft betrekking op het voorafgaande jaar. Zo wordt in 2008
gerapporteerd over het rapportagejaar 2007.
Te realiseren prestatie
De overeengekomen prestatie. Dit is de hoeveelheid te realiseren prestaties die in de
bestuursovereenkomst is vastgelegd.
Prestatie in uitvoering
Prestaties, waarvoor door de provincie een bijdragetoezegging voor de werkelijke
inrichting is afgegeven maar die nog niet zijn afgerond of waarvoor door de provincie
voor de werkelijke inrichting rechtstreeks een opdracht is verstrekt. Zie ook bij "bijdrage
juridisch vastgelegd".
Met deze kolom wordt zichtbaar dat er afspraken zijn gemaakt over de realisatie van de
prestaties, terwijl er nog niets gerealiseerd hoeft te zijn. Bij inrichting kunnen op enig
moment erg veel prestaties tegelijk in uitvoering zijn.
Prestaties gerealiseerd in het rapportagejaar
Prestaties, die in het betreffende jaar daadwerkelijk gerealiseerd zijn.
Een prestatie is een geleverde prestatie als die prestatie volledig is afgerond.
Bij beheer van EHS, landschap en recreatie wordt alleen ingevuld welke totale
oppervlakte op dat moment in beheer is. Dit zijn de prestaties cumulatief.
Prestatie gerealiseerd cumulatief
Prestatie, die vanaf 1-1-2007 daadwerkelijk gerealiseerd is.
Overeengekomen rijksbijdrage
De in de bestuursovereenkomsten overeengekomen rijksbijdrage ten behoeve van de te
realiseren prestaties, inclusief de aanvullingen hierop die in 2007 zijn doorgevoerd.
Bijdrage juridisch vastgelegd
Dit zijn de door de provincie juridisch vastgelegde afspraken over te leveren prestaties
met de bijbehorende financiering met subsidieaanvrager, opdrachtnemer,
gebiedsorganisatie en dergelijke.
Juridisch vastgelegd betekent dat het geld door de provincies is vastgelegd in
bijdragetoezegging, subsidiebeschikking of opdracht, en dat nog niet werkelijk
uitgegeven is.
Een opdracht aan DLG is niet te beschouwen als een juridische verplichting.
2
Bijdrage in het rapportagejaar besteed
Geld dat in betreffende jaar is uitbetaald.
Bijdrage besteed cumulatief
Geld, dat vanaf 1-1-2007 tot en met het rapportagejaar is uitbetaald.
Nb. De kolommen die betrekking hebben op financiële bijdragen van provincies en
derden (andere financiers dan rijk en provincies) hoeven alleen over 2009 en 2013 te
worden ingevuld en worden derhalve ook niet verder toegelicht.
Landelijk beeld voortgangsrapportage 2007 van de ILG-Bestuursovereenkomsten 2007-2013
uitgegeven
Zie het origineel