Gemeente Scheemda


Expositie over Strokarton in gemeentehuis
toekomst met rook.JPG

Najaarsmanifestatie Verleden van Groningen

In oktober ontwaakt het regionaal-historische wereldje traditioneel uit zijn organisatorische zomersluimer. En meteen pakt het flink uit met op zaterdag 11 oktober de Dag van de Groninger Geschiedenis, vanaf die dag een Week van de Geschiedenis, en de maar liefst twee maanden durende manifestatie Verleden van Groningen, die aansluit op het landelijke Verleden van Nederland.

Een speciaal item is de geschiedenis van de strokarton; daarom is de hal van het gemeentehuis van Scheemda als expositiepunt gekozen.

Het Verleden van Groningen is een acht weken durende manifestatie over de rijke geschiedenis van de stad en provincie. Van 11 oktober tot en met 6 december 2008 staan verschillende programma's gepland. Alles is gegroepeerd rond acht centrale thema's uit de geschiedenis van Groningen. TV-Noord brengt de thema's in een serie tot leven. Musea presenteren activiteiten in de provincie. De auteurs van de nieuwe Geschiedenis van Groningen geven voordrachten op bijzondere locaties. Online verschijnt een speciale game waarmee kinderen spelenderwijs de geschiedenis van Groningen ontdekken.

Het evenement sluit aan op de landelijke manifestatie Verleden van Nederland en heeft de publicatie van het driedelige werk Geschiedenis van Groningen als uitgangspunt. Deze handboeken zijn door vooraanstaande auteurs geschreven en staan onder redactie van Maarten Duijvendak (hoofdredacteur), Hidde Feenstra, Martin Hillenga (beeldredacteur) en Catrien Santing. Het eerste deel van de Geschiedenis van Groningen, over de periode van de Prehistorie tot en met de Middeleeuwen, wordt op 9 oktober gepresenteerd.

Gevarieerd programma
De manifestatie Verleden van Groningen biedt een afwisselend programma met daarin vier hoofdonderdelen. Zo komt er een achtdelige tv-serie, Verleden van Groningen, geproduceerd door RTV Noord. Ook is er een educatieve online-game ontwikkeld waarmee kinderen in de leeftijd van 10-14 jaar, aan de hand van vragen, een spannende tijdreis door het verleden kunnen maken. Wie de meeste vragen goed beantwoordt maakt kans op een leuke prijs. Naast de tv-serie en het spel zijn op verschillende, soms unieke locaties in de provincie museale presentaties te zien. Deelnemers hieraan zijn Openluchtmuseum Het Hoogeland, Museum Stad Appingedam, het Groninger Museum, Borg Verhildersum, het Noordelijk Scheepvaartmuseum en het Veenkoloniaal Museum. Op locatie zullen ook medewerkers aan de Geschiedenis van Groningen lezingen houden over een breed scala aan onderwerpen uit het Groninger verleden. Tot de bijzondere plaatsen waarop dit gebeurt, horen onder andere de geschiedenistreinen van Arriva. Centrale plek binnen de manifestatie is het Oude Museum (voormalig Natuurmuseum) aan de Praediniussingel in Groningen. Borg Verhildersum toont hier gedurende de campagne een tijdelijke expositie over `De invloed van de Verlichting op het Hogeland'. Ook kan men een virtuele 3D stadswandeling maken door de kaart van Haubois uit 1643.

Voor iedereen
Buiten de vier hoofdonderdelen worden er tal van andere activiteiten georganiseerd. Zo kunnen mensen een wandeling maken door het Groninger landschap (van Warffum naar Rottum) onder begeleiding van een gids. Het Noordelijk Scheepvaartmuseum organiseert (onder meer) in de herfstvakantie op de coaster Anda diverse kinderactiviteiten en een rondvaart van Groningen naar Delfzijl. Het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) biedt een cursus aan met colleges over de geschiedenis van Groningen. De manifestatie richt zich daarmee op jong en oud.

Startmomenten
10 oktober 2008 - Opening `De invloed van de Verlichting op het Hogeland' in het Oude Museum Groningen.
10 oktober 2008 - Start landelijke manifestatie Verleden van Nederland.
11 oktober 2008 - Start manifestatie op de Dag van de Groninger Geschiedenis.
15 oktober 2008 - Uitzending eerste aflevering Verleden van Groningen, Land en water, op RTV-Noord om 18.33-18.56 uur.

Meer weten over de manifestatie, de deelnemers en het programma? Raadpleeg www.verledenvangroningen.nl

Ook is er vanalles te vinden op de landelijke website http://www.verledenvannederland.nl

Landbouw en industrie (ca 1850-1920), tussen ploeg en fabriek

De landbouwindustrie, de industrie die landbouwproducten verwerkt, werd en wordt in de veenkoloniën gedomineerd door de aardappelzetmeel- en (stro)kartonindustrie. Deze takken van industrie bepaalden en bepalen nog steeds in sterke mate het beeld van Oost-Groningen. Iedereen herinnert zich de stinkende kanalen, de smeerpijp en de vele stakingen die de landbouwindustrie 'kenmerkten'. Decennia lang was de regio sterk afhankelijk van beide bedrijfs-takken. Ontslag van arbeiders of sluiting van een fabriek kwam door deze afhankelijkheid extra hard aan omdat er in de regio vaak geen vervangende werkgelegenheid was. Bovendien waren diverse toeleveranciers afhankelijk van de landbouwindustrie in de regio. Ging het slecht, dan trok de landbouwindustrie een hele reeks andere bedrijven mee in de misère.

Zowel in de jaren '30 als in de jaren '60 en '70 vielen er harde klappen in deze sector. In de jaren dertig viel door de wereldcrisis een groot deel van de export naar Duitsland en Engeland weg.

Schaalvergroting, fusie van fabrieken, nieuwe milieumaatregelen en toenemende concurrentie van nieuwe producten speelden na de oorlog een grote rol bij het verdwijnen van fabrieken. Toch heeft de landbouwindustrie ook welvaart gebracht.

De eerste aardappelzetmeelfabriek in Groningen werd in 1836 te Harkstede opgericht door jonkheer Johan Hora Siccema. In 1840 volgde J.A. Boon uit Muntendam. De Belg Dutalis begon op de grens van Muntendam en Meeden met een zetmeelfabriek onder de naam Dutalis & Co. Groot-industrieel Willem Albert Scholten uit Loenen richtte in 1841 zijn eerste zetmeelfabriek op aan het Foxholstermeer. Dankzij een lening van schoonpapa kon Scholten zijn eerste stoommachine voor de fabriek aanschaffen. Vanaf toen was zijn succes niet meer te stuiten.

In 1872 bezat hij negen fabrieken. Het bleef niet bij zetmeel alleen. Scholten bezat ook een eigen scheepswerf, een strokartonfabriek en was grootaandeelhouder van de latere Holland-Amerikalijn. Scholten was overigens lang niet de enige aardappelzetmeelfabrikant in de regio. Namen als K. & J. Wilkens, D. W. M, Meihuizen - Boon Van Linge & Co en Everts, Hora Adema & Co. klonk voor iedere veenkoloniaal bekend in de oren. Het aantal fabrieken nam na het ontstaan van de coöperaties nog meer toe.

De coöperaties vonden hun oorsprong in de onvrede van de boeren over de prijs die voor de aardappelen werd betaald. Uiteindelijk leidde dit tot de oprichting van eigen boerenfabrieken. De eerste coöperatieve fabriek was De Eersteling te Borgercompagnie. Twaalf jaar later waren er al 22 coöperatieve fabrieken.

Gelijk aan de aardappelzetmeelindustrie ontstonden er ook diverse coöperatieve strokartonfabrieken. De meeste strokartonfabrieken waren te vinden in Oude Pekela. Maar liefst zes fabrieken verwerkten hier stro. De strokartonindustrie bracht werk en de bevolking groeide. Tussen 1889 en 1899 nam de bevolking spectaculair toe.

In de jaren '30 verloor ook de strokartonindustrie een flink deel van haar afzetmarkt. Stakingen en sluitingen van fabrieken waren het gevolg. Na de Tweede Wereldoorlog leek de industrie zich te herstellen, maar toenemende concurrentie vanuit het buitenland, concurrentie van nieuwe verpakkings-materialen gemaakt van kunststof en verregaande mechanisering hadden een enorme uitstroom van arbeidskrachten tot gevolg. Weer gingen arbeiders op de barricade om werkgelegenheid te behouden. Fré Meis werd als stakingsleider in heel Nederland bekend.

De enorme milieuvervuiling speelde de industrie eveneens parten. Tijdens de campagne waren de kanalen in de Veenkoloniën bedekt met een dikke laag drab. Zuivering van vervuild water, afkomstig uit de strokartonfabrieken, bleek enorm kostbaar. Overschakeling op verwerking van oud papier bleef als oplossing over. De verwerking van oud papier belast het milieu veel minder.

Het schijnt dat meer dan de helft van de Nederlanders denkt dat er in Oost-Groningen nog steeds strokarton wordt geproduceerd. De laatste strokarton werd echter eind jaren '70 geproduceerd. De fabrieken schakelden daarna over op de verwerking van oud papier.

De Toekomst

De Scheemder strokartonfabriek De Toekomst was in bedrijf van 1900-1968. Het complex lag op een fabrieksterrein dat in het noorden van Nederland zijn weerga niet kent. Ooit stonden hier twee nagenoeg identieke fabrieksgebouwen, waar in de benamingen Toekomst I en Toekomst II bedrijvigheid, elan en ondernemingslust tot uitdrukking kwamen. Beide gebouwen waren groot en volumineus en weken slechts in de plattegronden van elkaar af, want die vormden elkaars spiegelbeeld. Architect P.G. Cremer bouwde in 1908 een geleed aaneengebouwd fabriekscomplex in een traditionalistische, sobere stijl.

De Toekomst II werd een beschermd rijksmonument. De cultuurhistorische waarde ervan is evident: het is een gebouw met zeldzaamheidswaarde en het vertegenwoordigt een belangwekkende episode van de industriële geschiedenis, de vervaardiging van strokarton, een bedrijfstak die als specifiek voor de veenkoloniën wordt aangemerkt. De Toekomst I is in 2005 afgebroken.

Sinds 1968 staat De Toekomst II leeg. De arbeiders en de directie zijn vertrokken, van nijvere bedrijvigheid is geen sprake meer. In 2005 is de fabriek van asbest ontdaan. De noodzakelijke saneringswerkzaamheden vergden veel van het monument. Sommige vloeren en muren moesten worden gestut en in een enkel geval was het onontkoombaar een gedeelte van oud metselwerk te slopen. Als gevolg biedt de fabriek nu een desolate aanblik. Maar De Toekomst is een goed voorbeeld van een herbestemming van een heel ingewikkeld pand, dat bijna ten dode opgeschreven leek. In de fabriek komen onder andere winkels, een restaurant en een museum. Met behulp van een miljoenensubsidie moet de gerestaureerde Toekomst over enkele jaren opgeleverd zijn