ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer AO houtskoolschets Europees
landbouwbeleid
Bijdrage Ernst Cramer AO houtskoolschets Europees landbouwbeleid
donderdag 09 oktober 2008 14:59
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Ik maak twee opmerkingen
vooraf. De eerste is dat de minister een compliment verdient voor het
stuk dat zij na alle discussie over de Health Check op de tafel heeft
gelegd. Dit stuk maakt het mogelijk om het landbouwbeleid stevig op de
kaart te zetten. Ik vind het een goed initiatief dat belangrijk is
voor de ontwikkeling van het Nederlandse landbouwbeleid. De tweede
opmerking is dat wij misschien iets milder moeten denken over het
gegeven dat de Houtskoolschets is ingebracht op de informele
landbouwraad in Annecy, ook al had de Kamer er nog niet met de
minister over kunnen spreken.
De Houtskoolschets is een schets. Ik geef dan ook namens
de fractie van de ChristenUnie een schets van onze opvatting, want het
is niet mogelijk om compleet te zijn. Daarvoor is het onderwerp te
omvangrijk en te complex. Ik denk dat wij elkaar hierover nog wel
vaker zullen spreken. Een belangrijk punt in de Houtskoolschets is dat
de agrarische wereld hooguit een paar jaar heeft kunnen wennen aan de
ontkoppelde steun. Men moet het volgens de schets straks echter alleen
doen met steun voor innovatie ter compensatie van beperkingen. Dat kan
en zal vervelend overkomen op de boeren. Ik haal ook gewoon de term
betrouwbare overheid van stal. Je kunt best inhoudelijke waardering
hebben voor de voorstellen van de minister, maar wij zullen heel
zorgvuldig moeten zijn om de agrarische wereld mee te krijgen. Dat is
volgens mij cruciaal voor het draagvlak.
Dan de inhoud. Ik zie twee lijnen: bredere
maatschappelijke legitimatie en hoge verwachtingen van marktwerking.
Het is goed dat er gezocht is naar sterkere koppeling aan
maatschappelijke waarden. Een aanvulling op je inkomen krijg je niet
zomaar. Daar mag wat tegenover staan. Boeren hebben dan ook nog steeds
zo'n 70% van het Nederlandse grondoppervlak in beheer en dragen
daardoor een grote verantwoordelijkheid voor ons landschap, milieu,
waterkwaliteit, biodiversiteit en de dieren die zij houden.
Terecht wordt niet meer gesproken over compensatie, maar over een
marktconforme vergoeding. Hier zit wel een belangrijk punt, want wat
is marktconform? Er is immers geen markt voor natuurwaarden, milieu,
landschap of dierenwelzijn. Over dierenwelzijn kun je van mening
verschillen, maar welzijn wordt niet vermarkt in de schets van de
minister. Hoe worden die in de EU op een gelijke manier vormgegeven en
hoe wordt het verantwoord tegenover de WTO?
De ChristenUnie vindt dat de voedselproductie zelf onderbelicht
blijft. Voedselproductie is ook een waarde die wij waarderen en waar
iets tegenover kan staan. In het coalitieakkoord worden niet voor
niets de voedselwaarden eerst genoemd en vervolgens de
landschappelijke waarden, groene en blauwe diensten en dierenwelzijn.
Ook het SER-rapport noemt belangrijke waarden naast de
voedselvoorziening. Als het aan de ChristenUnie ligt, blijft echter in
de toekomst ook een basisbedrag per hectare of dier mogelijk en wel zo
gedifferentieerd dat gezinsbedrijven bevoordeeld worden. Overigens
moet daarbij wel uitgegaan worden van een basisset aan criteria.
De marktwerking, het tweede belangrijke element van de
Houtskoolschets. Wat de ChristenUnie-fractie betreft wordt er te veel
uitgegaan van een goedwerkende markt voor landbouwproducten. De
minister geeft immers ook zelf de beperkingen aan van de
landbouwsector die het deze sector onmogelijk maakt om als een normale
marktsector te functioneren. Waarom gaat zij dan toch op dit spoor
verder? Marktwerking is volgens mij zo efficiënt mogelijk produceren
met zo weinig mogelijk beperkingen: schaalvergroting, goedkope
grondstoffen voor veevoer, aandacht voor het landschap of
dierenwelzijn als dat past binnen bedrijfsfilosofieën en binnen de
bedrijfskosten, verplaatsing van productie uit Nederland naar
goedkopere productielanden. Hoe kunnen wij dan in Nederland de waarden
beschermen die wij zo belangrijk achten? Wat is het effect op ons
landschap, dierenwelzijn en het inkomen van boeren? De
marktinstrumenten moet je wat mij betreft wel paraat houden om wat te
kunnen regelen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een interventieprijs
voor graan.
De minister schrijft over een vangnet voor noodsituaties.
Graag hoor ik wat dit vangnet precies inhoudt. Hoe vult de minister
daarbij haar eigen opmerking in dat het de evidente rol van de
overheid is om maatschappelijke spelregels vast te stellen, waarbinnen
de markt haar werk nu en in de toekomst kan doen.
De heer Polderman (SP): De heer Cramer zet terecht een vraagteken bij
het geloof van de minister in de marktwerking. Hij lijkt zelf te
pleiten voor marktregulering. Kan hij aangeven hoe hij dat precies
ziet? Het is volgens mij een cruciaal punt in het debat. De voorzitter
heeft onze spreektijd beperkt, maar op deze manier geef ik u graag de
mogelijkheid om dat toe te lichten.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik bedank de heer Polderman voor deze
kans.
De voorzitter: Maar dan wel kort en krachtig!
**
De heer Cramer (ChristenUnie): U kent mij voorzitter!
Marktwerking is niet zaligmakend. Er zijn momenten dat wij
zeker willen zijn van leverantie. Dat betekent dat niet alleen de
marktwerking ingezet moet worden. Wij stellen eisen aan dierenwelzijn
en dan kan het niet zo zijn dat die eisen niet gesteld zouden worden
aan producten uit het buitenland. Enige regulering is altijd nodig,
omdat wij nu eenmaal eisen stellen aan ons voedsel.