abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
9 oktober 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/2008/1214/69458 -
Onderwerp
Voortgangsrapportage 14 Zandmaas en Grensmaas
Geachte voorzitter,
In het kader van de Regeling grote projecten bied ik u hierbij, mede namens de minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de veertiende Voortgangsrapportage
Zandmaas en Grensmaas aan. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2008 tot
en met 30 juni 2008.
Uitvoering kadeverhogingen
De belangrijkste doelstelling van de projecten Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren
van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater in de
Maas. Voor 70% van de bewoners langs de Zandmaas wordt de hoogwaterbescherming
met voorrang gerealiseerd. Over een totale lengte van circa 40 kilometer worden daartoe
kaden in de stedelijke gebieden van Roermond, Venlo, Gennep en Mook en Middelaar
aangelegd en verhoogd. Eind 2007 was circa 90% van de betreffende kaden op hoogte.
Het streven was om ook de resterende 10% kaden zo snel mogelijk te realiseren, bij
voorkeur voor de start van het hoogwaterseizoen 2008/2009. In de eerste helft van 2008
werd duidelijk dat dit voor drie kadevakken niet zou lukken: een kadevak in Venlo-Blerick,
een klein deel van het traject Haven Heijen in de gemeente Gennep en een kadevak in het
centrum van gemeente Gennep. De afronding van deze kadevakken (met een totale
lengte van circa 1 km) schuift door naar volgend jaar. Voor deze kadevakken zal in de
toegezegde hoogwaterbescherming worden voorzien met behulp van tijdelijke
voorzieningen, zoals ook het afgelopen hoogwaterseizoen is gebeurd.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
RWS/SDG/2008/1214/69458
Vlak voor de peildatum van VGR 14 werd bovendien duidelijk dat mogelijk ook een vierde
traject, een kadevak in Venlo Centrum met een lengte van circa 175 meter, niet voor de
start van het hoogwaterseizoen 2008/2009 kan worden afgerond. Op dit traject bleek
aanvullend onderzoek noodzakelijk naar de aanwezigheid van `niet geëxplodeerde
explosieven'. Inmiddels is duidelijk dat het terrein uit veiligheidsoverwegingen inderdaad
nog niet vrijgegeven kan worden. Het definitief op hoogte brengen van dit kadevak zal
daarmee ook doorschuiven naar volgend jaar. Er zijn tijdelijke voorzieningen voorhanden
om tijdens het komende hoogwaterseizoen de hoogwaterbescherming ter plaatse te
kunnen garanderen.
Met uitzondering van deze vier kadevakken zullen de overige kadevakken gerealiseerd zijn
voor de start van het hoogwaterseizoen 2008/2009. Daarmee zal dit najaar in totaal bijna
39 kilometer van de in totaal aan te leggen 40 kilometer aan stedelijke kaden gerealiseerd
zijn.
Hoogwatergeul Well-Aijen
Zoals aangegeven in de VGR is de kans afgenomen dat de hoogwatergeul Well-Aijen
volgens het principe van zelfrealisatie tijdig en budgettair neutraal uitgevoerd zal kunnen
worden. Voor de beoogd zelfrealisator, Kampergeul BV, lijkt uitvoering van de
hoogwatergeul financieel alleen rendabel te zijn als de uitvoering van de hoogwatergeul
gecombineerd kan worden met uitvoering van het grotere gebiedsplan ter plaatse, het
plan Maaspark Well en de daarmee gepaard gaande extra zandwinning. Het gebiedsplan
Maaspark Well is een initiatief van onder meer Kampergeul BV en de gemeente Bergen.
De provincie Limburg ondersteunt het plan.
Ik heb in 2006 richting de betrokken partijen aangegeven de budgetneutrale zelfrealisatie
van de hoogwatergeul in combinatie met de gebiedsontwikkeling Maaspark Well een kans
te willen geven, maar daar wel belangrijke voorwaarden aan te verbinden. Zo dient,
vanwege mijn verantwoordelijkheid voor de hoogwaterbescherming en mijn belofte aan
de bewoners in het Maasdal, de hoogwaterbescherming ter plaatse uiterlijk in 2015
gerealiseerd te zijn. Om dit te waarborgen ben ik met Kampergeul BV in 2006
contractueel overeengekomen dat Kampergeul BV eind 2008 gestart moet zijn met de
uitvoering van de hoogwatergeul. Daarnaast heb ik onder meer duidelijk aangegeven dat
de uitwerking van dit gebiedsplan voor rekening en risico komt van de initiatiefnemers
en/of de provincie Limburg.
Geconstateerd moet worden dat de financiering van het Maaspark Well in combinatie met
de hoogwatergeul op dit moment nog niet rond is. Er is derhalve ook nog geen finaal
commitment van alle betrokken partijen voor de tijdige realisatie van de hoogwatergeul en
het Maaspark Well. Gelet op de resterende tijd houd ik er rekening mee dat ik de realisatie
van de hoogwaterbescherming bij Well-Aijen eind 2008 zelf ter hand zal moeten nemen.
Ik kan u wel melden dat onlangs in bestuurlijk overleg de Provincie aangegeven heeft dat
ze een ultieme poging zal doen op korte termijn met de gemeente Bergen en Kampergeul
BV alsnog overeenstemming te bereiken over de uitvoering van het Maaspark Well in
combinatie met de hoogwatergeul.
---
RWS/SDG/2008/1214/69458
Sluitstukkaden
Tijdens het Algemeen Overleg op 3 juni 2008 met de vaste commissie voor Verkeer en
Waterstaat, de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de
commissie voor de Rijksuitgaven heb ik toegezegd u te informeren over het overleg met
de waterschappen over de hydraulische randvoorwaarden voor de sluitstukkaden in relatie
tot de toegezegde hoogwaterbescherming van 1:250.
Ik kan u melden dat vertegenwoordigers van mijn ministerie overeenstemming hebben
bereikt met vertegenwoordigers van waterschap Roer en Overmaas, waterschap Peel en
Maasvallei en de provincie Limburg over een gezamenlijk uit te voeren onderzoek naar de
gevolgen van de eventuele toepassing van actuele hydraulische randvoorwaarden in het
Maasdal. De resultaten van het onderzoek zullen naar verwachting begin 2009
beschikbaar komen. Daarnaast wordt op basis van de Leidraad Rivieren een kader
opgesteld voor het nadere ontwerp van de aan te leggen sluitstukkaden. In de
Aanbiedingsbrief bij VGR15 zal ik u informeren over de besluiten die ik op basis van het
onderzoek neem en over de eventuele gevolgen die toepassing van het ontwerpkader
heeft voor de scope sluitstukkaden.
Verschillende normen
Voorts heb ik u tijdens het eerder genoemde Algemeen Overleg toegezegd nader in te
gaan op het verschil tussen de norm van 1:250, zoals die is vastgelegd in de Wet op de
Waterkering (Wwk) voor het onbedijkte deel van de Maas en de norm van 1:1250 die
voortvloeit uit de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr).
Voorop moet worden gesteld dat de Wwk en de Wbr elk een eigen, van elkaar te
onderscheiden, doel dienen. Er is dan ook geen sprake van discrepantie tussen beide
wetten en/of tussen de normen die aan deze wetten zijn gekoppeld of hieruit
voortvloeien.
De Wwk regelt de beveiliging door waterkeringen tegen hoogwater van onder meer grote
rivieren. In de Wwk worden de te beschermen gebieden - de zogeheten dijkringgebieden
specifiek aangeduid en wordt per gebied een veiligheidsnorm bepaald. Voor het
onbedijkte deel van de Maas is deze veiligheidsnorm op 1:250 per jaar gesteld. Deze
veiligheidsnorm zal in de onbedijkte Maas worden bereikt ná uitvoering van alle
rivierverruimingsmaatregelen en de realisatie van de zogeheten sluitstukkaden: volgens de
huidige planning in 2015 voor de Zandmaas respectievelijk 2017 voor de Grensmaas. Het
onderzoek naar de sluitstukkaden waarover in de vorige paragraaf het een en ander is
opgemerkt, dient uitsluitsel te geven in hoeverre in de toegezegde veiligheid wordt
voorzien voor het hele Maasdal op basis van de actuele hydraulische randvoorwaarden.
De Wbr richt zich op een ander doel: namelijk op de bescherming van de bij het rijk in
beheer zijnde waterstaatswerken (zoals de rivier de Maas) en de verzekering van een veilig
en doelmatig gebruik daarvan. Het gaat dan vooral om de bescherming van de aan een
waterstaatswerk verbonden functies. Bij een rivier betreft dit onder meer de
waterafvoerende functie en het gebruik van de rivier als vaarweg. Om de bij het rijk in
beheer zijnde waterstaatswerken goed te kunnen beschermen is het nodig de
---
RWS/SDG/2008/1214/69458
beheergrenzen van deze waterstaatswerken te bepalen: binnen dit gebied kan het
instrumentarium van de Wbr worden ingezet. In het onbedijkte deel van de Maas is het
beheergebied bepaald aan de hand van de 1:1250 norm: tot het rivierbed en dus tot het
beheergebied, wordt gerekend het gebied dat door de rivier in beslag wordt genomen bij
een afvoer die hoort bij een kans van 1:1250 per jaar. Alle potentiële ingrepen die binnen
deze begrenzing worden beoogd, dienen te worden getoetst op hun effect op het
(waterafvoerend vermogen van het) riviersysteem. Indien dat effect negatief is, kán dat
een reden zijn een vergunning op grond van de Wbr te weigeren of om daaraan specifieke
voorwaarden te verbinden.
Tot slot heb ik toegezegd u te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de
overdracht van de haven van Maasbracht door Rijkswaterstaat aan de gemeente
Maasgouw. Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief aan u van 24 september 2008 (kenmerk
RWS/SDG/NW2008/1134/69603).
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat