4. Meer samenwerking tussen sport en bedrijfsleven
Meer samenwerking tussen sport en bedrijfsleven
Toespraak, 8 oktober 2008
Staatssecretaris Jet Bussemaker daagt het bedrijfsleven en de
sportsector uit samenwerkingsverbanden te zoeken en sport meer te
betrekken bij de bredere innovatieagenda. Dat werkt positief op de
Nederlandse handelspositie, de kenniseconomie en de prestaties in de
sport.
Dames en heren,
ik moet eerst wel even kwijt dat ik me wat eenzaam voel hier in het
midden van het basketbalveld. Basketballen is een teamsport en u zit
op de tribune, terwijl ik toch de indruk had dat u zich als team wilt
inzetten voor innovatie in de sport. Op dit moment zit u nog op de
stoel van de toeschouwer.
Ik hoop dat dat laatste niet geldt voor uw voornemens, want sport kan
innovatieve initiatieven uit het bedrijfsleven goed gebruiken en
andersom.
Gelukkig vinden sport en bedrijf elkaar al veel vaker. Dat zag ik
tijdens de handelsmissie in China eerder dit jaar. Het midden- en
kleinbedrijf ontwikkelt allerlei innovatieve sportproducten. Het is
opvallend te zien dat samenwerking tussen, op het eerst gezicht,
verschillende partners ontwikkelingen kan versnellen en veel mooie
dingen oplevert.
Zo werd twee jaar geleden InnoSportNL opgericht door TNO en NOC*NSF.
Een samenwerkingsverband tussen kennisinstellingen, sportorganisaties
en bedrijven. De overheid investeert daarin 15 miljoen euro en het
bedrijfsleven ondersteunt dit initiatief met nog eens 15 miljoen euro.
Daar ben ik blij mee, want Nederland streeft ernaar structureel in de
top 10 te staan van best presterende landen op Olympische Spelen.
Om die ambitie waar te maken, moeten we de in Nederland aanwezige
talenten alle ruimte geven hun talent ook te ontwikkelen. Daartoe zijn
al initiatieven ontplooid en ik wil er vandaag enkele noemen.
Om het topsportklimaat in Nederland te verbeteren, investeer ik
bijvoorbeeld fors in de zogeheten Centra voor Topsport en Onderwijs.
Centra waar topsporters en sporttalenten trainen, leren, en wonen
kunnen combineren. Dat vraagt samenwerking van verschillende partijen,
bijvoorbeeld onderwijs, sport en woningcorporaties. Een ander goed
initiatief is het `InnoSportNL project talent volg systeem'. Bonden
hebben daardoor in de toekomst meer en eerder inzicht in de
kweekvijver van potentiële topsporters. Een van de workshops vandaag
gaat ook over InnoSportNL, dus als u meer wilt weten over dit
samenwerkingsverband, dan kan dat.
Dat innovatie en samenwerking in de sport ook lonen, blijkt wel uit de
prestaties van bijvoorbeeld Monique van der Vorst die mede door
verbeterd materiaal 2 keer zilver won tijdens de Paralympics in
Beijing. InnoSportNL, en dat is de laatste keer dat ik ze noem,
ontwikkelde met vernieuwend materiaal een handbike die vooral stijver
en lichter is dan eerdere modellen.
Een extra eis was een optimale pasvorm en aanpassingsmogelijkheden
voor iedere handicap. Het resultaat hebben we gezien.
Dit soort innovaties maken mij bijzonder enthousiast. Want ze dragen
niet alleen bij aan de topsport, maar juist ook aan het sportplezier
in de breedtesport. Door innovatieve ideeën kunnen alle Nederlanders
tegenwoordig op klapschaatsen schaatsen, eerder waren ze alleen voor
topsporters beschikbaar. Maar denk ook aan superlichte fietsen van
carbon. Ook die komen beschikbaar voor iedereen.
Als ik breder naar de innovatieagenda kijk, zie ik ook mogelijkheden
voor stimulering van sportbeoefening. Innovatieve ideeën kunnen de
omgeving aantrekkelijker maken en sportplezier vergroten of mensen
enthousiast maken om met sport te beginnen. Een hartslagmeter in een
horloge bijvoorbeeld, maakt hardlopen een stuk leuker. Mensen kunnen
de eigen resultaten bijhouden.
Het lijkt een kleine ontwikkeling, maar wel één met effecten voor
ondernemers en de sport.
Dames en heren, sport draagt positief bij aan de Nederlandse economie.
Ik herhaal dat hier ook nog maar eens. Het onderzoek `De economische
betekenis van sport' van VWS en het ministerie van Economische Zaken
laat zien dat sport goed is voor circa 0,8 procent van het Bruto
Binnenlands Product en een waarde vertegenwoordigt van ongeveer 4,5
miljard euro. En het ABN AMRO-rapport `Sport scoort' dat ik op
prinsjesdag in ontvangst nam, onderstreept nog eens dat de sport ruim
28.000 arbeidsplaatsen oplevert. Er zijn dus goede redenen om
verbinding te zoeken met sport.
Ik daag u uit nieuwe samenwerkingsverbanden te zoeken en sport meer te
betrekken bij de bredere innovatieagenda. Dat geldt uiteraard ook
andersom. Samenwerking biedt mooie kansen voor de Nederlandse
handelspositie, de kenniseconomie én de prestaties in de sport.
De overheid ondersteunt en stimuleert innovaties. Daarbij wil ik u
uitdagen sport niet alleen als sport te zien, maar als een partner.
Wellicht een wat minder voor de handliggende, maar wel één waarmee
dwarsverbanden te leggen zijn. De tijd van een zak geld afleveren in
ruil voor promotie, die is voorbij.
Het gaat er nu om investeren in samenwerking en innovatie breder te
trekken dan voor de sport of het bedrijfsleven op zich. Sport is een
mooi laboratorium. Met nieuwe innovaties kunnen onze Nederlandse
sporttalenten het gewenste olympisch goud de komende jaren in de wacht
slepen én bedrijven zich profileren.
Zoals gezegd kan samenwerking veel voordelen opleveren, voor de sport,
voor ondernemers en voor de maatschappij. Nu zit u nog op de stoel van
de toeschouwer, maar ik hoop dat u vandaag geïnspireerd raakt om meer
samenspel te zoeken met andere partijen, ook als die niet zo voor de
hand liggen. Samen kunt u veel bereiken.
Hartelijk dank voor uw aandacht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport