9 okt 2
008
Nummer: N
Het is in zekere zin een flinke stap terug in de tijd: regionale
landbouw. Terug naar de tijd dat de eigen streek voorzag in het
dagelijkse voedsel, en dat de klant nog een band had met boer,
landschap en natuur. Ir. Victor Immink van het LEI, onderdeel van
Wageningen UR, schreef er een handboek over: Regioâs om van te
smullen.
In het lijvige boek beschrijven Immink en zijn kompaan Harry Donkers
het concept van regionale landbouw als alternatief voor de huidige
voedselproductie. Die huidige productie is volgens Immink een
âdoorgeslagen systeemâ, waar alles ondergeschikt is aan efficiëntie
en een zo groot mogelijke winst. âBij de intensieve landbouw is de
druk op de kostprijs continu aanwezig. Daar probeert de regionale
landbouw vanaf te komen. Simpelweg door uit het systeem te stappen. We
vinden het eigenlijk niet leuk meer dat boeren en natuur- en
landschapsorganisaties elkaar het licht in de ogen niet gunnen. We
gaan samen aan de slag, waarbij de nadruk niet alleen op efficiëntie
ligt maar ook op bijvoorbeeld dierenwelzijn en natuur en landschap.â
Immink is al tien jaar bezig met allerlei projecten op het gebied van
regionale landbouw. Het handboek is daarvan de spin-off. âWe noemen
het een handboek omdat er iets uit te leren valt. Dit is een
handreiking voor vragen van mensen uit het veld.â
Naast praktisch advies geven Immink en Donkers een uitvoerige
theoretische onderbouwing van het concept regionale landbouw.
Opvallend daarin is de definitie van een regio. Kern van zoân
landbouwgebied is volgens Immink een natuurgebied. Om dat gebied ligt
landbouwgrond en aan de randen bevindt zich een ring van drie of meer
steden. Samen vormt zoân eenheid volgens Immink een
voedselgemeenschap. Ons land is op die manier op te delen in honderd
voedselgemeenschappen. Met de Randstad en zijn groene hart als
grootste en bekendste voorbeeld.
Het regionale product vormt de kern van de regionale landbouw. Dat
product wordt duurzaam gemaakt met bijzondere aandacht voor smaak en
kwaliteit. Want dat is wat volgens Immink een deel van de consumenten
wil. De consument wil voedsel en de productie daarvan âbelevenâ.
Bijvoorbeeld door op bezoek te gaan bij de boer. Boeren dragen
daarnaast actief bij aan het onderhoud en de verfraaiing van het
landschap.
Maar goed spul heeft ook kopers nodig. Voor de vermarkting van de
producten is daarom een stevige organisatie nodig. En uiteraard een
sterk beeldmerk. Als voorbeeld van zoân geslaagde samenwerking gaat
Immink uitvoerig in op de Vechtdal Food Community, een club van 75
ondernemers en organisaties in het stroomgebied van de Overijsselse
Vecht, de Regge en de Reest. Onder de vlag van het Vechtdal worden
onder andere groenten, wijn, brood, eieren en vlees verkocht. Zeg
maar: de dagelijkse boodschappen.
Immink: âWe richten ons in de eerste plaats op de
basisvoedselvoorziening. En daarbij wordt gebruik gemaakt van de
nieuwste technologieën. Regionale landbouw is geen romantische
landbouwwereld. Geen geitenwollen sokken. We moeten niet het stoffige
streekproductenimago krijgen.â / Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl