Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in de zaak Mariëlla de Geus
Den Haag, 9 oktober 2008 - Voor de verkrachting en doodslag op
Mariëlla de Geus is de verdachte P. van S. door de rechtbank
's-Gravenhage op 27 juni 2006 (LJ Nummer AX9356) en vervolgens in
hoger beroep door het hof 's-Gravenhage op 12 juni 2007 (LJ Nummer
BA6870) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar.
Tot en met de behandeling bij de rechtbank heeft de verdachte ontkend
Mariëlla de Geus te hebben verkracht en gedood. Bij het hof heeft hij
de verkrachting bekend, maar is hij de doodslag blijven ontkennen. De
verdachte stelt dat hij bij de verkrachting is betrapt door een andere
man, dat hij toen is weggevlucht en dat deze andere man haar
vervolgens om het leven heeft gebracht. Deze man, die eerder in deze
zaak verdachte is geweest, is later tot in hoogste instantie
vrijgesproken.
Volgens het hof is de lezing van de verdachte onaannemelijk. Daarbij
speelt een rol dat het slachtoffer door de verdachte is verkracht op
de plaats waar zij ook met geweld om het leven is gebracht en dat uit
technisch onderzoek is gebleken dat er geen enkel spoor is gevonden
dat wijst in de richting van een ander. Er zijn daarentegen wel sporen
van de verdachte bij het slachtoffer aangetroffen. Het hof heeft dus
ook de doodslag bewezen verklaard.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De verdachte heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het
hof `s-Gravenhage.
Volgens de advocaat van de verdachte in cassatie (mr. R. Müller,
advocaat in Alphen aan den Rijn) heeft het hof niet behoorlijk
gemotiveerd waarom het de verdachte - en niet een andere persoon - is
geweest die Mariëlla de Geus om het leven heeft gebracht.
Op 2 september 2008 heeft de procureur-generaal mr. J.W. Fokkens in
zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te
verwerpen.
Uitspraak Hoge Raad
In zijn uitspraak van 7 oktober 2008 heeft de Hoge Raad het
cassatieberoep verworpen.
De Hoge Raad is van oordeel dat het hof goed heeft gemotiveerd waarom
is bewezen dat het de verdachte is geweest die Mariëlla de Geus heeft
gedood.
Gevolgen van deze uitspraak
Met deze uitspraak van de Hoge Raad is de veroordeling van de
verdachte definitief geworden.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 7
oktober 2008. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Den Haag, 9 oktober 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BF0261
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 9 oktober 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie