Raad voor Werk en Inkomen
Den Haag, 09-10-2008
RWI ziet kansen voor allochtone vrouwen in de zorg
Met name Turkse en Marokkaanse vrouwen zijn ondervertegenwoordigd
Met het oog op de vergrijzing en de toch al krappe arbeidsmarkt in de
zorgsector stijgt de noodzaak om te investeren in een multicultureel
personeelsbeleid. De participatie van allochtone vrouwen in de zorg is
te laag, met name van Turkse en Marokkaanse vrouwen. Het gericht
werven van deze groep vrouwen biedt veel kansen en mogelijkheden om
personeelstekorten terug te dringen en om de kwaliteit van de zorg aan
allochtone patiënten te verbeteren. Dit stelt de Raad voor Werk en
Inkomen (RWI), het overlegorgaan en expertisecentrum van werkgevers,
werknemers en gemeenten, in het advies `Diversiteit in de zorg vraagt
om doorpakken' dat vandaag gepresenteerd wordt. In dit advies wijst de
RWI op de noodzaak van een diversiteitbeleid in de zorg en worden
concrete aanknopingspunten geboden om de instroom van Turkse en
Marokkaanse vrouwen in de zorg te vergroten.
Op dit moment kiest slechts een klein percentage van Turkse en
Marokkaanse meisjes en vrouwen voor een opleiding of een baan in de
zorg. Uit RWI-onderzoek onder Turkse en Marokkaanse meisjes en
vrouwen, blijkt dat naast een aantal algemene factoren ook specifiek
culturele factoren deze keuze beïnvloeden. De algemene kennis van de
Nederlandse gezondheidszorg is bijvoorbeeld onvolledig en voor een
groot deel gebaseerd op de manier waarop de zorg in het land van
herkomst geregeld is. Maar ook de status van beroepen in de zorg
speelt een belangrijke rol. Het zorgen voor anderen wordt in de eigen
cultuur nog niet als `echt werk' gezien. Ook worstelen sommige meisjes
en hun familie bijvoorbeeld met de vraag of je als vrouw volgens de
Koran een man mag wassen. Andere factoren die in het onderzoek genoemd
worden zijn het slechte imago van de zorgsector en gebrekkig inzicht
in de arbeidsmarktperspectieven.
Allochtonen vormen een steeds belangrijker arbeidspotentieel voor de
zorgsector en de sector biedt hun goede arbeidsmarktperspectieven. De
Turkse en Marokkaanse vrouwen die er werken zijn vaak enthousiast en
trots op hun vak, zo blijkt uit het onderzoek. De sector doet er dan
ook goed aan te investeren in instroom van allochtone vrouwen, in het
bijzonder Turkse en Marokkaanse, temeer allochtonen een steeds groter
deel van het patiëntenbestand van zorginstellingen vormen.
De RWI roept sectorale organisaties op een gemeenschappelijk actieplan
te ontwikkelen. In het advies worden concrete suggesties voor de
inhoud van zo'n actieplan geformuleerd. Focus van het advies ligt op
het vergroten van instroom vanuit het initiële onderwijs. Dit kan op
termijn de grootste effecten bewerkstelligen. De RWI adviseert dan ook
om bij de studie- en beroepskeuzebegeleiding aan leerlingen op het
vmbo betere voorlichting te geven over de arbeidsmarktperspectieven,
meer aandacht te besteden aan de culturele aspecten en gebruik te
maken van aansprekende rolmodellen.
Daarnaast kunnen gerichte acties onder de allochtone gemeenschap
effect sorteren.
Het simpelweg werven van Turkse en Marokkaanse meisjes voor
zorgopleidingen is echter niet voldoende. Zorginstellingen zullen ook
moeten investeren in een daadkrachtig diversiteitbeleid door binnen
het P&O beleid aandacht te besteden aan cultureel-islamitische
aspecten en aan samenwerking binnen multiculturele teams.
Volgens de RWI zijn er genoeg aanknopingspunten om de instroom en
doorstroom van allochtonen in de zorg te vergroten en het verloop
tegen te gaan. Het is tijd voor een krachtig en meerjarig impuls in
plaats van tijdelijke projecten die `nadien niet verankerd worden'.
Door samenwerking tussen werkgevers- en werknemersorganisaties,
sectorfondsen en onderwijsinstellingen kan een vuist gemaakt worden
waardoor snel meer kleur in de zorg kan worden gebracht.
Voor de redactie,