Greenpeace waarschuwt tegen uitbreiding destructieve houtkap in Congo
09 oktober 2008
Amsterdam , Nederland -- Goed nieuws voor Congolese bossen:
milieuminister Endudo van de Democratische Republiek Congo (DRC) wil
het bestaande moratorium op houtkap verlengen. Greenpeace verwelkomt
de drie jaar verlenging. Maar zelfs als de regering hiermee instemt,
dan zijn de waardevolle, nog ongerepte bossen en hun bewoners nog niet
gered. Greenpeace vreest dat door de legaliteitstoets veel illegale
houtkapconcessies worden witgewassen. Dat betekent dat - legaal of
illegaal - nog veel meer ongerepte Congolese bossen tegen de vlakte
dreigen te gaan.
Greenpeace constateert fundamentele gebreken aan de manier waarop de
toetsing van kapconcessies wordt uitgevoerd, zoals gebrek aan goede
criteria, afwezigheid van voldoende betrouwbare bronnen en gebrek aan
transparantie. Van de 46 goedgekeurde vergunningen werden er 33
uitgegeven tijdens het moratorium van 2002 op nieuwe
houtkapconcessies. Die 33 zijn dus illegaal. Zo zal de
legaliteitstoets, bedoeld om de Congolese bossen te beschermen tegen
ongebreidelde kap, slechts leiden tot het witwassen van illegaal
verkregen kapcontracten.
"Als concessies die de Forest Code uit 2002 overtreden nu gewoon
worden gelegaliseerd, krijgen de verkeerde bedrijven vrij spel," aldus
Hilde Stroot, campagneleider bossen bij Greenpeace Nederland."Zo
verdwijnt de prikkel voor houtkapbedrijven om hun praktijken in lijn
te brengen met juridische en wettelijke verplichtingen." Schendingen
van de rechten van lokale en inheemse gemeenschappen zijn eerder regel
dan uitzondering.
Het Duits-Zwitserse SIFORCO (onderdeel van de Danzer Groep), maar ook
dochterondernemingen van de Portugese NST Groep zien illegale
kapconcessies goedgekeurd worden. Ook Nederland is betrokken bij de
houthandel. Ondanks de illegaliteit en alomtegenwoordige corruptie in
de Congolese houtkap bleek Nederland volgens EU-statistieken in 2007
de vierde grootste importeur van het hout.
De Congolese bossen zijn noodzakelijk voor het stabiliseren van
wereldwijde klimaatsverandering, het beschermen van de biodiversiteit
en levensonderhoud van lokale volken. "Houtkapbedrijven die actief
zijn in de DRC verkopen zichzelf op afzetmarkten als duurzaam," zegt
Hilde Stroot "Maar in Congo kappen zij in intacte bosgebieden, en
zelfs vlakbij onvervangbare natuurgebieden. Ze exporteren grote
hoeveelheden met uitsterven bedreigde boomsoorten, zoals aformosia en
wengé."
De internationale gemeenschap van donorlanden, waaronder Nederland,
moet bijdragen aan versterking van goed bestuur in de DRC en zo de
onvervangbare oerbossen helpen behouden. Het Congolese moratorium is
daarbij noodzakelijk om tijd te winnen en alternatieven te vinden voor
inkomsten uit industriële houtkap. Zonder internationale inzet kan de
DRC onvoldoende werken aan innovatieve financieringsmechanismen, het
versterken van de overheid en een goed management plan voor de
Congolese bossen.
Contact informatie
---
Einde persbericht,