PB08-068
9 oktober 2008
Inflatie in september licht gedaald
· Benzine, diesel en vliegtickets minder duur · Inflatie eurozone opnieuw gedaald
De Nederlandse inflatie is in september uitgekomen op 3,1 procent. Dat is iets lager dan in augustus, toen de inflatie 3,2 procent bedroeg. Dit blijkt uit de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. De belangrijkste oorzaak van deze afname is de prijsontwikkeling van benzine. Benzine was in september gemiddeld 8 procent duurder dan in september vorig jaar. In augustus was benzine nog 10 procent duurder dan een jaar eerder. De stijging van de dieselprijzen is ook afgenomen. In september was diesel 19 procent duurder dan in september vorig jaar. In augustus was dit nog 25 procent. Dit komt door de dalende prijzen van olie op de wereldmarkt. Ook de prijzen van vliegtickets hebben bijgedragen aan de daling van de inflatie. Deze waren in september gemiddeld 8 procent duurder dan in september vorig jaar. In augustus was dit nog 20 procent. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in september gedaald naar 2,8 procent. Volgens een raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de eurozone 3,6 procent. Dat is opnieuw een afname. Nederland heeft nog steeds de laagste inflatie van de eurozone.
Inflatie (CPI)
%
6
5
4
ln.... 3
2
sbc.... 1
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 w Bron: CBS
ww
CBS Persbericht PB08-068 pagina 1 van 5
Technische toelichting
Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Naast de nationale prijsindex publiceert elke lidstaat van de Europese Unie een geharmoniseerde prijsindex. Deze Europese indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices).
Voor Europa zijn er twee met de Nederlandse HICP vergelijkbare inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de groep van landen die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de prijsontwikkeling weer zoals die gemiddeld in de gehele Europese Unie is. De uitkomsten over september 2008 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 15 oktober gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB08-068 pagina 2 van 5
Inflatie, historische reeks
Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar In procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6 2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100 Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-068 pagina 3 van 5
Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar
Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index
Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1) jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3 maanden
2007 januari 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2 oktober 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7 november 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1 december 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2 2008 januari 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4 februari 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5 maart 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8 april 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6 mei 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0 juni 2,6 2,4 2,3 4,0 4,3 juli 3,2 2,9 3,0 4,0 4,4 augustus 3,2 3,0 3,0 3,8 *) 4,2 *) september 3,1 *) 2,8 *) 2,8 *) 3,6 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB08-068 pagina 4 van 5
Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep Artikelgroep Weging Mutatie in % sep '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt % aug '08 sep '07 aug '08 sep '08 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 0,4 3,1 3,2 3,1 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,2 6,7 0,7 0,7 Voedingsmiddelen 10,1 0,2 6,8 0,7 0,7 Brood en graanproducten 2,1 0,2 8,0 0,2 0,2 Vlees 2,2 0,7 4,4 0,1 0,1 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,2 5,9 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,5 0,2 14,1 0,2 0,2 Oliën en vetten 0,2 0,4 13,9 0,0 0,0 Fruit 0,8 -0,8 9,4 0,1 0,1 Groenten en aardappelen 1,2 0,0 2,4 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 0,2 6,0 0,0 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,1 0,0 2,1 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 0,7 5,5 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 0,1 6,1 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 1,0 5,1 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 0,2 3,9 0,1 0,1 Alcoholhoudende dranken 1,2 0,5 4,6 0,0 0,1 Tabak 1,7 0,0 3,4 0,1 0,1 3 Kleding en schoeisel 5,1 10,8 0,0 0,0 0,0 Kleding en kledingstoffen 4,2 10,4 -0,3 0,0 0,0 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 12,5 1,9 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 24,2 0,0 3,3 0,8 0,8 Werkelijke huur 6,3 0,0 1,9 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 10,1 0,0 1,9 0,2 0,2 Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 0,3 3,0 0,0 0,0 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 3,2 0,0 0,0 Energie 4,9 0,0 8,0 0,4 0,4 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,4 2,5 0,1 0,2 Meubelen en vloerbedekking 2,8 0,6 3,9 0,1 0,1 Huishoudtextiel 0,5 0,7 2,3 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 0,6 -1,8 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 -0,7 1,5 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 0,0 1,5 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,4 2,7 0,0 0,0 6 Gezondheid 1,2 0,3 0,0 0,0 0,0 7 Vervoer 11,4 -1,0 4,9 0,7 0,6 Aankoop voertuigen 3,0 -0,2 -1,3 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 -0,5 7,9 0,6 0,5 Vervoersdiensten 1,7 -4,2 4,3 0,1 0,1 8 Communicatie 4,1 -0,5 -4,0 -0,2 -0,2 9 Recreatie en cultuur 10,4 0,2 -1,1 -0,1 -0,1 Audio en video, computers en software 2,0 -1,4 -11,5 -0,2 -0,2 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,7 1,6 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 0,4 -0,4 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 0,9 4,3 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 0,7 -2,4 -0,1 0,0 Pakketreizen 1,6 0,0 3,1 0,1 0,1 10 Onderwijs 0,1 0,2 2,5 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 -1,1 4,2 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,2 4,5 0,2 0,2 Accommodatie 0,4 -13,5 2,4 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,1 4,0 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 -0,1 2,0 0,0 0,0 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 1,3 3,7 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,3 3,4 0,0 0,0 Verzekering 3,5 0,0 5,6 0,2 0,2 Financiële diensten 1,0 0,0 3,9 0,0 0,0 Andere diensten n.e.g. 1,9 0,2 3,9 0,1 0,1 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,2 4,5 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,5 0,0 5,1 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 1,1 2,1 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,5 -0,4 5,8 0,3 0,3
*) Voorlopige cijfers.
Centraal Bureau voor de Statistiek