Brussel, 6 oktober 2008
Europese Commissie keurt groenboek over territoriale cohesie goed
Met de goedkeuring van een groenboek over territoriale cohesie heeft de
Europese Commissie vandaag het startsein gegeven voor een grootscheepse
raadpleging van de regionale en plaatselijke overheden, verenigingen, ngo's,
maatschappelijke en andere organisaties, om tot een betere,
gemeenschappelijke visie van territoriale cohesie te komen en meer inzicht
te krijgen in de gevolgen voor het toekomstige regionale beleid van de EU.
De voorzitter van de Commissie, José Manuel Barroso, en de commissaris voor
Regionaal beleid, Danuta Hübner, houden samen met de Franse minister van
Landbouw en Visserij, Michel Barnier, als vertegenwoordiger van het
EU-voorzitterschap, en de voorzitter van het Comité van de Regio's, Luc Van
den Brande, een eerste debat over de onderwerpen die in het groenboek aan de
orde komen. Dit debat vindt vandaag plaats in Brussel tijdens de
openingsceremonie van de Open Dagen, de Europese week van regio's en steden
2008. De Commissie publiceert het groenboek op verzoek van de lidstaten en
het Europees Parlement.
"Ik ben ervan overtuigd dat territoriale cohesie ons kan helpen de
concurrentiepositie van onze regio's, het welzijn van onze burgers
ongeacht waar ze wonen, en de kwaliteit van ons leefmilieu te
verbeteren. Het gaat erom hoe we territoriale diversiteit tot een
troef kunnen maken door middel van een flexibel, gedifferentieerd
beleid dat langetermijnresultaten oplevert. Territoriale cohesie gaat
om aanpassing aan de hedendaagse realiteiten en uitdagingen. Het is
een Europees model voor duurzame groei en werkgelegenheid", aldus
commissaris Hübner.
Territoriale cohesie: voorgeschiedenis
Het debat over territoriale cohesie begon in het begin van de jaren
negentig en leidde tot de goedkeuring door de lidstaten van het
Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief (EROP) in 1999. De
Commissie ontwikkelde het EROP door de versterking van de samenwerking
via het Interreg-programma en de oprichting van de Europese
waarnemingspost voor de ruimtelijke ordening (ESPON). Het debat leidde
vorig jaar uiteindelijk tot de goedkeuring van de Territoriale Agenda
met het bijbehorende actieplan door de lidstaten (IP/07/1756).
Evenwichtige territoriale, economische en sociale ontwikkeling
Het grondgebied van Europa wordt in vergelijking met de rest van de
wereld gekenmerkt door een eigen patroon van verstedelijking. Slechts
7% van de totale bevolking van de EU woont in steden met meer dan 5
miljoen inwoners tegenover 25% in de Verenigde Staten. Europa is er
tot dusver in geslaagd een relatief evenwicht tussen verstedelijking
en het behoud van plattelandsgebieden in stand te houden. Dit draagt
bij tot de Europese manier van leven. Het groenboek benadrukt deze
troef en stelt middelen voor om ontvolking en uitdijende stadsgebieden
te vermijden. De volgende drie sleutelconcepten moeten in
beleidsacties worden omgezet:
o Verschillen in densiteit aanpakken. Agglomeraties kunnen zowel
positieve als negatieve effecten teweegbrengen. Zij kunnen
bijvoorbeeld leiden tot meer innovatie en een grotere productiviteit
en tegelijkertijd tot meer vervuiling en een diepere sociale exclusie.
In het groenboek wordt geopperd dat betere coördinatie de steden en de
omliggende regio's in staat zal stellen hun sterke punten aan te
vullen, zodat elk grondgebied een maximale bijdrage kan leveren aan de
welvaart van de Unie in haar geheel. Om er met andere woorden voor te
zorgen dat Europa meer is dan de som van zijn onderdelen.
o Afstand overbruggen. De toegang tot overheidsdiensten, efficiënte
transportmiddelen, betrouwbare energienetwerken en breedbandinternet
blijft ongelijk verdeeld in de Unie. In afgelegen plattelandsgebieden
woont gemiddeld 40% van de mensen verder dan een half uur rijden van
een ziekenhuis en 43% meer dan een uur rijden van een universiteit. In
2007 was het aantal huishoudens met breedbandinternet in
plattelandsgebieden gemiddeld 15 procentpunt lager dan in stedelijke
gebieden.
o Administratieve grenzen overbruggen. Milieuproblemen in verband met
klimaatverandering, overstromingen, verlies van de biodiversiteit of
woon-werkverkeer houden geen rekening met grenzen en er is een betere
coördinatie nodig om deze uitdagingen aan te pakken. Het cohesiebeleid
bevordert de samenwerking via de Interreg-programma's, maar het
groenboek onderstreept dat er nog veel moet worden gedaan. De EU
breidt haar acties reeds uit in de regio van de Oostzee en het
rivierbekken van de Donau, waar een sterkere samenwerking van cruciaal
belang wordt geacht voor de aanpak van de milieuproblemen en de
bevordering van het concurrentievermogen.
Het groenboek belicht ook de uitdagingen waarmee regio's met
specifieke geografische kenmerken, zoals bijvoorbeeld berg- of
eilandregio's, worden geconfronteerd.
Territoriale cohesie - een prioriteit voor het EU-voorzitterschap
Dit najaar zullen twee evenementen bijdragen aan de door het groenboek
gelanceerde openbare raadpleging: de conferentie van het Franse
voorzitterschap over territoriale cohesie en de toekomst van het
cohesiebeleid, die op 30-31 oktober in Parijs zal plaatsvinden, en de
informele vergadering van de voor ruimtelijke ordening en regionale
ontwikkeling verantwoordelijke ministers op 25-26 november in
Marseille.
Toelichtingen voor de redactie
De territoriale cohesie is de derde dimensie van de cohesie, naast de
sociale en de economische cohesie. Ter ondersteuning van het debat
over het groenboek verstrekt de Commissie gegevens over de verdeling
van het bbp, de toegang tot luchthavens, de verdeling van
octrooi-aanvragen en andere indicatoren. De openbare raadpleging loopt
tot eind februari 2009 en de Commissie zal in het late voorjaar 2009
een analyse van de resultaten presenteren. Klik voor meer informatie
op de volgende link:
http://ec.europa.eu/regional_policy/consultation/terco/index_en.htm
Website van de Open Dagen 2008: http://www.opendays.europa.eu
http://www.opendays.europa.eu
European Union